Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De engelen en demonen van Lukaku
“If you take my demons, you’ll take my angels too”, hoorden we deze week als bij toeval op Spotify, in een nieuwe single van de vergeten rockband Therapy. Alsof zanger Andy Cairns, een abonnee op Chelsea, het had over zijn ex-spits Romelu Lukaku, die in een interview op The Players’ Tribune zijn eigen therapie zocht. Melk aangelengd met water, geen elektriciteit, ratten in huis, afgedragen schoenen van zijn vader, kapotte kledij: die bekentenis was niet eens nieuw. Lukaku getuigde vroeger al over een jeugd waarin geld even schaars was als een koelkast volgestouwd met merkproducten.
Alleen deed hij het nooit zo gedetailleerd en kreeg hij nimmer zo’n internationaal forum. De beelden van zijn aan diabetes lijdende moeder, die moest ploeteren als poetsvrouw en vernederende opmerkingen verdroeg, alleen maar om haar kinderen een toekomst te geven, zijn niet van zijn netvlies weg te branden. Vandaar dat hij zijn doelpunten tegen Panama aan zijn heldin opdroeg: zijn mama Adolphine.
Romelu Lukaku is de zoon van een ex-profvoetballer die veel deed voor zijn oudste telg. Maar die ook de keerzijde van een voetballersbestaan aan zijn kinderen toonde.
“De ene dag vloog hij uit en zat hij ergens in een café in Antwerpen, maar daags nadien trainde Roger dat er weer af. Lukaku, die kon afzien”, vertelde zijn ex-coach bij Seraing, Georges Heylens, ons onlangs nog. Hoewel de relatie met zijn vader al jaren geleden bekoelde, praat hij respectvol over Roger. “Hoeveel voetballers belanden achteraf niet in een zwart gat?”
Dat hij als kind het gevoel krijgt dat hij de kostwinner moet worden, tekent evenwel zijn jonge jaren.
Zoals Zlatan Ibrahimovic
De jeugd die een motor wordt, het klinkt bekend in de oren. Neem nu Zlatan Ibrahimovic, een arm migrantenkind in Zweden dat lispelde en zich geneerde voor zijn grote neus. Of Cristiano Ronaldo, de ongewenste zoon van een inmiddels overleden dronkaard. Voor de ene is zoiets een ondergang, voor de andere wordt het kerkgezang. Wie al op jonge leeftijd leert te vechten tegen zijn demonen, heeft later een engel op zijn schouder. Weerstand, heet dat. Lukaku is een schoolvoorbeeld van iemand die positieve energie uit zijn grootste frustraties haalt. De armoede in zijn jeugd, maar ook het racisme waarmee hij geconfronteerd wordt, vormen
zijn benzine. Hoe vaak moest hij als zwart kind niet slikken dat ouders aan de zijlijn hem een oudere leeftijd toedichtten? Een keer wordt het Lukaku te veel. Hij is elf. “Wat? Ik ben geboren in Antwerpen, ik ben een Belg. Mijn vader was er niet, want hij had geen auto om mij weg te brengen naar uitwedstrijden. Ik was alleen en moest voor mezelf opkomen. Ik ging mijn identiteitskaart halen in mijn sporttas en toonde die aan alle ouders. Ze lieten het rondgaan om het te inspecteren. Mijn bloed kookte”, zegt Lukaku ook op The Player’s Tribune.
Het is geen alleenstaand geval. Rond zijn dertiende brengt Lukaku een bezoek aan Rijsel, waar Eden Hazard dan al speelt. Er wordt een polsscan genomen, louter om in te schatten hoe groot hij zal worden. Daaruit blijkt dat hij in zijn groei verder staat dan leeftijdsgenoten. Alleen worden die resultaten domweg ook aan de Lukaku’s getoond. Die interpreteren de scan als een bewijs van Rijsel dat Lukaku liegt over zijn leeftijd. Gevolg: een Franse colère en in hun ogen een vernedering. De zoveelste.
Zoals Samuel Eto’o
De armoede, maar ook de vooroordelen voeden een minderwaardigheidscomplex, waar broer Jordan nog het meest onder lijdt. Of misschien is wantrouwen een gepastere term. Als ‘broer van’ wordt hem steevast gevraagd hoe het met Romelu gaat. Zijn gevecht om als vol te worden aangezien, is nog harder. Ik herinner me nog hoe Jordan twee jaar geleden bij de nationale ploeg werd geïnterviewd, door collega Peter Vandenbempt. Op een onschuldige vraag hoe zijn integratie bij de Rode Duivels verliep, zag je Jordan meteen vragend kijken. En in zijn antwoord liet hij fijntjes verstaan dat hij Nederlands praat en dat die integratie dus makkelijk ging.
Wat heeft Romelu Lukaku met basketter Kobe Bryant? Of met rapper Jay-Z? Hoeveel plaats nemen de vrouwen in zijn leven in? Waarom drijft broer Jordan nog meer dan Romelu op een diepgeworteld wantrouwen? Wat heeft hij gemeen met Thierry Henry? En wat heeft zijn poetsende moeder daarmee te maken? Een persoonlijke blik in de psyche van een Duivel voor wie demonen koren op de molen blijken. KOEN VAN UYTVANGE
Wie al op jonge leeftijd leert te vechten tegen zijn demonen, heeft later een engel op zijn schouder. Weerstand, heet dat.
Alsof de blanke journalist niet wist dat deze zwarte jongen in Bornem is opgegroeid. Dat wist Vandenbempt natuurlijk wel en hij bedoelde het helemaal niet zo. Maar je kon het Jordan niet eens kwalijk nemen. Het defensiemechanisme van beide Lukaku’s is zo sterk na alles wat ze hebben meegemaakt, dat ze zich zelfs verdedigen tegen denkbeeldige vijanden.
Het gevoel miskend te worden door publiek en media is diepgeworteld. Net zoals hij niet begreep dat een in België geboren kind als een leeftijdsfraudeur werd gezien, zo begrijpt Romelu Lukaku niet dat een spits die garant staat voor goals en zich buiten het veld voorbeeldig gedraagt, niet op handen wordt gedragen. Het voelt als onrecht aan, en onrecht maakt Lukaku furieus. En dus wil hij iedereen overtuigen van zijn gelijk. De enkelingen die hem uitfluiten, zullen in zijn oren altijd luider klinken dan de velen die hem aanmoedigen. Want, zo zegt Lukaku: “Toen ik naar Chelsea ging en niet speelde, hoorde ik hen lachen. Toen ik uitgeleend werd aan West Brom, hoorde ik hen lachen.”
U vindt misschien dat hij erboven moet staan, maar zelfs een spits van Manchester United kan een dunne huid hebben. Het is niet eens uitzonderlijk. Van Samuel Eto’o, drievoudig winnaar van de Champions League, is bekend dat hij zich de krantenartikels uit Kameroen liet faxen en weinig tegenwind verdroeg. “Jij verdient niet te bestaan”, beet hij een journalist zelfs eens toe. Wel, ook Lukaku volgt de pers meer dan hij zal willen toegeven.
Zoals Thierry Henry
De enige remedie is perfectie. In zijn streven naar perfectie is Lukaku een voetbalfreak die voortdurend beelden analyseert van zichzelf. Zijn drive en zijn geldingsdrang zijn zo groot, dat alles moet wijken. “Negentig procent van mijn tijd is voetbal”, zei hij in Hoogvliegers. Het is geen geheim dat Lukaku weinig anders in zijn leven duldt dan voetbal, voetbal en sport. Liever thuis alleen zitten, dan de paparazzi voer geven door op restaurant te gaan met een geliefde. Vrouwen die daar niet mee om kunnen, houden het dan ook niet vol. Zegt hij ook in The Players’ Tribune: “Vroeger konden we ons niet veroorloven naar Thierry Henry te kijken, nu leren we dagelijks van hem. Thierry zou de enige in de wereld kunnen zijn die meer voetbal kijkt dan ik. Dan praten we over de Duitse tweede klasse. En zeg ik: ‘Thierry, heb je Fortuna Düsseldorf gezien?’ En hij: ‘Doe niet dom. Natuurlijk’.”
Behalve van voetbal is Lukaku ook een veelvraat van Amerikaanse sporten. Zijn groot idool als kind is Kobe Bryant. Net als Lukaku een zoon van een vader die zelf profsporter was. Een ietwat vreemde voornaam hebben ze ook gemeen: Kobe is genoemd naar de Japanse biefstuk op een menukaart, Romelu naar zijn eigen vader Roger Menama Lukaku. Kobe Byrant zegt: “Luie mensen begrijp ik niet. Ik wil ze niet begrijpen. We spreken niet dezelfde taal.”
Zoals Drake
Biografieën en documentaires van NBA’ers zijn niet het enige wat Lukaku verslindt. Hiphop uit de VS is een andere subcultuur waar hij zich gretig aan laaft. Of het nu NBA is of rap: met de verhalen van zwarte tieners die armoede ontvluchten zijn de straten in de VS geplaveid. Lukaku kan zich ermee vereenzelvigen. Zoals zijn idool Drake rapt in een nummer dat als een lijflied kan dienen: “Started from the bottom, now we’re here.” Lukaku begon onderin, nu staat hij aan de top. Door zo open te praten over zijn jeugd, plaatst hij zichzelf dan ook in een Amerikaanse traditie waarmee hij dweept.
Op zijn eerste persconferentie als tiener bij Anderlecht droeg hij een trui van Def Jam Recordings, het label dat vroeger werd gerund door Jay-Z. Toen ik hem vroeg of hij Def Jam wel kende, dreunde Lukaku meteen de platenbazen op. De jongen kent zijn klassiekers. Vandaag is hij onderdeel van het sportmanagement van Roc-A-Nation, het bedrijf van zijn idool Jay-Z, ooit drugdealer, nu succesvol zakenman en muzikant én de man van Beyoncé, natuurlijk. Tot voor kort was dat Mino Raiola, tot wie Lukaku verleid werd na het lezen van de biografie van Ibrahimovic. Het heeft ongetwijfeld gestormd toen Mino Raiola aan de kant werd geschoven, maar de zaakwaarnemer van Zlatan Ibrahimovic en Paul Pogba is wel uit beeld verdwenen. Raiola is geen koorknaap. Guardiola maakte hij uit voor “laffe hond” - dat type. Zo’n vlegel aan de deur kunnen zetten zonder al te veel ruchtbaarheid, toont nog maar eens aan hoe sterk het karakter is van Lukaku.
Van geldnood en discriminatie tot het gebrek aan erkenning als topspits: de wonden zijn geheeld, maar Lukaku hoeft geen moeite te doen om de littekens tot diep in zijn vezels te voelen. In zijn getuigenis in The Players’ Tribune praat Lukaku over de woede die hem drijft in de verleden tijd. Alsof ze weg is. Moeilijk te geloven. De Amerikaanse schrijver Tennessee Williams schreef vorige eeuw al wat Therapy zingt: “Als je mijn demonen wegneemt, verlies ik ook mijn engelen.” Zo is het ook voor Lukaku.
Romelu Lukaku begrijpt niet dat een spits die garant staat voor goals én zich buiten het veld voorbeeldig gedraagt, niet op handen wordt gedragen. Het voelt als onrecht aan. En onrecht maakt Lukaku furieus.