Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Yves Lampaert is een waardige kampioen maar Annelies Dom is dat ook
Antwerpen boven gisteren in Binche. Althans, in de voormiddag. Annelies Dom uit Wijnegem won op 32jarige leeftijd haar eerste nationale titel en boekte met voorsprong de belangrijkste zege uit haar carrière. Maar de sterkste vrouw in koers was vermoedelijk Sanne Cant. De wereldkampioene veldrijden viel aan, kleurde de finale en werd uiteindelijk knap derde. Tel daar nog toptiennoteringen voor Lotte Kopecky, Kaat Hannes en Kelly Druyts bij en het was zowaar Antwerpen boven in het verre Binche.
Niet zo bij de mannen, al zagen we ook daar een mooie koers. Heeft u ook die ontgoocheling van het gezicht van Philippe Gilbert afgelezen na afloop van een BK waarin zijn ploegmaat Yves Lampaert won en Gilbert zelf tweede werd? “Dit is een persoonlijke ontgoocheling”, stak Gilbert zijn onvrede niet onder stoelen of banken. Exact tien jaar geleden spurtte Jürgen Roelandts onverwacht naar de nationale titel in badplaats Knokke. Eén renner reageerde furieus: ploegmaat Greg Van Avermaet. Dat de jonge Roelandts de iets oudere Van Avermaet een nationale titel door de neus had geboord, wilde Van Avermaet niet gezegd hebben. Maar dat neoprof Roelandts als gevolg van een chaotische voorbereiding plots zijn eigen spurt reed, vond Van Avermaet ook niet kunnen. Dus maakte de OostVlaming zich razendsnel uit de voeten terwijl de overige Lottorenners het feestje inzetten. We kregen gisteren in Binche een gelijkaardig gevoel. De driekleur voor Lampaert was niet in het scenario opgenomen. Gilbert heeft Lampaert sinds zijn komst naar Quick.Step al eens een cadeautje gegund, Dwars door Vlaanderen in 2017. Deze keer wilde Gilbert absoluut winnen en misschien was de aanval van Lampaert ook bedoeld om
Stuyven een laatste keer uit zijn tent te lokken. Maar Stuyven deed wat Lampaert en Gilbert niet hadden verwacht: niets. Net zoals Vanmarcke en Benoot niets deden toen Gilbert en Lampaert op kousenvoeten uit een kopgroep wegreden. Zes renners van Quick.Step stonden gisteren aan de start, met hun zessen controleerden ze een peloton van bijna tweehonderd renners, haast moeiteloos en met een eerste, tweede en vierde plaats als verbluffende oogst. Yves Lampaert is einde contract bij Quick.Step. Met een nationale titel én een semiklassieke zege op zak heeft hij zijn onderhandelingspositie versterkt. De emotionele band tussen WestVlaming Lampaert enerzijds en Patrick Lefevere en vooral cosponsor Luc Maes anderzijds, is sterk en intens. Maar in de klassieke pikorde stond Lampaert dit jaar ‘slechts’ vierde, met het trio GilbertTerpstraStybar nog voor hem. Stybar en Gilbert liggen ook volgend seizoen onder contract, Terpstra’s contract loopt af. Kan Lefevere zowel Terpstra als Lampaert aan boord houden? Het zou getuigen van een sterk staaltje onderhandelingskunst.
De Antwerpenaren? Oh wat hebben wij ons vergist in Victor Campenaerts. De kersverse kampioen tijdrijden reed ook een dijk van een wegrit. Letterlijk vanaf de eerste meter tot diep in de finale was de Antwerpenaar de motor van de Lottoploeg. Nathan Van Hooydonck deed dan weer wat zijn BMCkopman Greg Van Avermaet niet kon: een aandachtige wedstrijd rijden. En Wout van Aert won de spurt van wat overbleef van het peloton, voor Van Avermaet en Toon Aerts, nog zo’n veldrijder die op de weg zijn limieten nog niet kent. De Antwerpenaren hebben het behoorlijk gedaan, maar om de echte knikkers speelden we nauwelijks mee. In de namiddag. 1. Yves LAMPAERT (Quick.Step Floors) 223.6 km in 4u59’37” (gem.: 44.777 km/u); 2. Philippe Gilbert 23”; 3. Jasper Stuyven 29”; 4. Pieter Serry 33”; 5. Sep Vanmarcke; 6. Dimitri Claeys; 7. Nathan Van Hooydonck; 8. Jens Keukeleire; 9. Aimé De Gendt; 10. Ben Hermans; 11. Tiesj Benoot 47”; 12. Jasper De Buyst 53”; 13. Wout van Aert 1’14”; 14. Greg Van Avermaet; 15. Toon Aerts; 16. Kevin Deltombe; 17. Timothy Dupont; 18. Quinten Hermans; 19. Xandro Meurisse; 20. Tosh Van der Sande; 21. Tim Wellens; 22. Bjorg Lambrecht; 23. Tom Van Asbroeck; 24. Jens Adams; 25. Jérôme Baugnies; 26. Tim Declercq; 27. Kevin Pauwels; 28. Lennert Teugels; 29. Piet Allegaert; 30. Julien Vermote; 31. Jenthe Biermans; 32. Maarten Wynants; 33. Maxime Vantomme; 34. Jimmy Janssens; 35. Jan Bakelants; 36. Daan Soete; 37. Edward Theuns; 38. Dylan Teuns; 39. Nikolas Maes; 40. Steff Cras; 41. Kenneth Vanbilsen; 42. Maxime Monfort; 43. Oliver Naesen 1’33”; 44. Bert Van Lerberghe; 45. Thomas De Gendt 1’36”; 46. Jelle Vanendert; 47. Frederik Backaert; 48. Serge Pauwels; 49. Edward Planckaert; 50. Baptiste Planckaert 1’50”; 51. Guillaume Van Keirsbulck; 52. Michiel Dieleman; 53. Kris Boeckmans 2’00”; 54. Jens Debusschere 2’01”; 55. Cedric Raymackers 6’41”; 56. Mathias Van Gompel; 57. Senne Leysen; 58. Gianni Marchand; 59. Sander Armée; 60. Gaetan Bille; 61. Niels De Rooze; 62. Gerry Druyts; 63. Jonas Van Genechten; 64. Maxime Farazijn; 65. Dennis Coenen; 66. Enzo Wouters; 67. Thomas Deruette; 68. Mathias De Witte; 69. Stijn Vandenbergh; 70. Olivier Pardini; 71. Jim Aernouts; 72. Joeri Stallaert; 73. Nicolas Cleppe; 74. Kevyn Ista; 75. Laurens Sweeck 6’47”; 76. Tim Merlier 7’18”; 77. Victor Campenaerts 8’00”.