Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Deze gouden generatie moet oogsten
Fluwelen balbehandeling. Oogstrelende combinaties. Vijf schitterende goals. Kortom: spektakel. De Rode Duivels hebben zich aan de wereld getoond. Het was weer eens genieten. Net zoals op het WK 2014. Toen veegden de Rode Duivels de vloer aan met de Verenigde Staten. Of op het EK 2016, toen Hongarije voor schut werd gezet. Nu was het Tunesië dat voor het oog van de wereld werd opgerold. Het was likkebaarden. De angstaanjagende techniek van Hazard, gecombineerd met dat jongensachtige spelplezier, deed het publiek kirren. Je ziet het aan het gezicht van Lukaku. Die jongen doet wat hij het allerliefste doet: scoren. Dolblij met elke goal en nu dus de gelukkigste mens op aarde. We hoorden Koning Filip enkele rijen hoger gillen: wéér een geniaal steekballetje. Want Lukaku en Hazard waren niet alleen. Patron De Bruyne, carrousel Witsel, de onvermoeibare Meunier… Eigenlijk allemaal. Ze deden de Tunesische bondscoach besluiten: “We werden belachelijk gemaakt.” De tranen stonden in zijn ogen.
De Rode Duivels hadden deze prestatie nodig om de scepsis weg te nemen. Dat is een beetje gelukt. Maar na de VS in 2014 en Hongarije in 2016 moeten ze hun les hebben geleerd. Een zwaluw maakt de lente niet. Een knalprestatie is nog geen goed tornooi. En ze beseffen het. Ongetwijfeld in de kleedkamer afgesproken, kwamen ze allemaal met één boodschap naar buiten. “Het moet nog beter, het was nog niet goed genoeg.” Bondscoach Roberto Martinez keek minzaam toe en sprak geoefend: “We zijn er nog niet. Nog lang niet.” De Spaanse
Mister Positivo dwong zichzelf om de ontbrekende procentjes voor een perfecte prestatie uit te schreeuwen. En zo zijn spelers met de voeten op de grond te houden. Goed zo. Want de Rode Duivels hebben nu echt wel hun twee makkelijkste wedstrijden van het tornooi achter de rug. Panama was te zwak, misschien wel het zwakste land op dit WK. Tunesië speelde in de kaart van de Belgen. Dat had niemand durven te dromen. Southgate, Löw, Pekerman, Tite, Hierro, Deschamps... Zij hebben die wedstrijd ook gezien. Die bondscoaches weten nu vooral wat ze de Belgen niet mogen schenken: ruimte. En ze weten nog meer: door de uiterst offensieve speelwijze zijn de Duivels op verdedigend vlak te pakken. Want twee tegengoals tegen Tunesië en de manier waarop: dat was niet fraai. Verontrustend, maar ondergedompeld in de vijf goals die we zelf maakten.
De familiedag is voorbij, de polonaise is gelopen. De blik moet vooruit. Tegen Engeland moet het donderdag nog niet, want een tweede plaats in groep G is sportief en logistiek zelfs méér waard dan een eerste. Maar daarna moet het er pal op zijn. Deze spelers hebben nog eens laten zien dat ze top van de wereld zijn. De Rode Duivels deden de Belgische voetballiefhebber weer dromen. Maar nu moet er geoogst worden. Ze zijn het aan hun stand verplicht.