Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Procent minuten klaar om te spelen
Liverpool zit, is het beste restaurant in Melwood, onze oefencentrum.
We ontbijten en lunchen er en kunnen zelfs eten meenemen om ’s avonds thuis te eten. Ook bij Sunderland heb ik veel opgestoken van de diëtiste en de chef-koks en heb ik eigenlijk een dieet op maat van mezelf ontwikkeld. Het is eigenlijk geen dieet meer, want ik ben die voedingsgewoonten inmiddels zo gewoon dat je van beroepsmisvorming kan spreken. Vroeger ontbeet ik bijvoorbeeld niet goed. Ik at niet of ik nam snel wat brood of een koek. Net zoals bij pasta en aardappelen merkte ik dat ik dat moeilijk verteerde. Daardoor ben ik meer proteïnen beginnen te eten. Gevolg: een sneller metabolisme. Ik ontbijt nu zwaarder. Niet door brood, confituur of cornflakes te eten. Geen suikers dus. Wel eet ik bijvoorbeeld eieren. In de volksmond wordt dat als ongezond gezien, maar dat klopt niet. Ik weer de koolhydraten niet, maar ik gebruik ze wel wijzer. Ik zal sneller kiezen voor koolhydraten die langzamer verbranden, zoals quinoa,
(lacht) zoete aardappel of bulgur. En veel vlees en vis ook natuurlijk. Het is zover gekomen dat ik op restaurant nooit voor een pasta kies. Niet omdat ik het mezelf wil ontzeggen, het trekt me gewoon minder aan. Een steak met frieten? Tja, als we nog eens in België zijn, durf ik dat te eten. Want goeie frieten vind je niet in Engeland… Maar zo vaak ben ik niet in België.”
Als eerste in de fitness
“Ploegmaats klagen weleens dat ik te hard train. Tja, ik druk mezelf zacht uit als ik zeg dat ik iets vaker in de gym zit dan de anderen. De kamer van de fysiotherapeuten in Tubeke geeft tegenwoordig uit op de fitness. Vroeger zagen de andere internationals het niet als ik daar eens in mijn eentje zat. Nu wel. Het moet zijn dat het nu opvalt. Preventietrainingen, krachttrainingen: dat is een routine geworden. Ik heb het nodig om goed opgewarmd aan de training te beginnen. Ik heb ook veel respect voor spelers die tot op late leeftijd voetballen. Daarom
(lacht)
(lacht) verzorg ik mij zo goed, in de hoop dat ik ook een lange carrière kan maken. Ik doe het ook omdat het moet. Als ik niets doe, verlies ik snel spieren en kom ik bij. Dat is een familietrekje.”
“Of het klopt dat ik ook bij Liverpool de eerste in de gym ben en de laatste die vertrekt? De eerste wel. De laatste: dat hangt af van wanneer de training is. Ik doe alles graag: van de oefeningen voor de benen tot het bovenlichaam. Er is niets in de fitness waarmee je mij echt kan straffen. Als we vrij zijn, probeer ik wel mijn rust te nemen. Als je je werk serieus doet, moet je die rust ook ernstig nemen. Nu ik minder speel, is de natuurlijk groter. Wie speelt, krijgt een recuperatietraining. Die heb ik niet. Maar extra trainen, omdat ik niet speel, dat doe ik niet. Dat zou betekenen dat ik niet alles geef in vergelijking met de periodes dat ik wel in doel stond. Dat is niet zo. Feit is: toen ik bij STVV vertrok, woog ik meer dan 90 kilogram. Nu nog 86
en ben ik bij wijze
(voor 1m93, red.)
trainingsload