Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Het probleem van de Duivels? Jullie zijn geen winnaars”
Robert Prosinecki, de man die voor twee verschillende landen scoorde in een WK-eindronde
Wie om een quizvraag verlegen zit, moet het cv van Robert Prosinecki maar eens bekijken. Hij is een van twaalf spelers die het shirt van Real Madrid ruilde voor dat van Barcelona. Hij is de enige speler die voor twee verschillende landen scoorde op de eindronde van een WK. En hij was de allereerste voetballer die door de beginnende trainer Preud’homme werd bedankt voor bewezen diensten.
Robert Prosinecki (49) slaat zijn arm om onze schouders. “Kom mee, mijn vriend. Ik zal je wat laten zien.”
We lopen achter de Bosnische bondscoach het hoofdgebouw van de voetbalbond uit, de winkelstraat Ferhadija op. Een
Engelse, in gegraveerde
de straatstenen tekst leest
Precies op die plek versmalt de straat van statige, pastelkleurige Habsburgse gevels naar een lappendeken van souvenirwinkels, theesalons en kapperszaken, één verdieping hoog, overkapt met dakpannen en kleine raampjes. Op enkele meters lijken we van Wenen in Istanboel te zijn beland. Het is ramadan en de zon is net onder gegaan. De geur van gegrild vlees vult de nauwe straatjes. Op de terrastafeltjes staan olielampen, houtsnijwerk en waterpijpen.
“Zie je die toren? Dat is een katholieke kerk. Ginds heb je een orthodoxe kerk en daarnaast een synagoge. En hier net voor ons staat een moskee. Op 200 meter
East
meets
West.
Where
van elkaar. Dat vind je maar op twee plaatsen ter wereld: in Jeruzalem en in Sarajevo.” Laatste Joegoslavische voetballer
In Jeruzalem worden synagoge en moskee van elkaar gescheiden door een indrukwekkende politiemacht. In Sarajevo loopt het allemaal door elkaar. En zo kan het dat Robert Prosinecki, een katholieke Kroaat, aanbeden wordt door Servische orthodoxen en aangeklampt wordt door Bosnische moslims. Toen hij afscheid nam als voetballer, noemde een Kroatische journalist hem de “laatste voetbalromanticus”. Deels door zijn gedemodeerde, statische speelstijl, deels omdat hij geldt als “de laatste
Robert Prosinecki werd geboren in Duitsland, verhuisde als tiener naar Zagreb en kende zijn grootste voetbalsuccessen in Belgrado. Hij maakte deel uit van de Joegoslavische ploeg die wereldkampioen U20 werd met latere wereldtoppers als Zvonimir Boban, Predrag Mijatovic en Davor Suker. Net toen deze groep volwassen werd, viel het land uit elkaar. Dat was pijnlijk voelbaar tijdens het WK 1990, waar Joegoslavië op een haar na de halve finales miste.
Terwijl hij een cola bestelt op restaurant, vragen we hem of Joegoslavië ooit een WK had kunnen winnen als het land was samengebleven. Prosinecki steekt
Joegoslavische voetballer”.
een nieuwe sigaret op.
“Dat is moeilijk te zeggen. Kroatië is nadien heel succesvol geweest als onafhankelijk land. Ook Bosnië en Slovenië hebben een WK bereikt. Zou een ploeg met Suker, Mijatovic, Savicevic en Mihajlovic, of later een met Dzeko, Modric, Stankovic en Vidic wereldkampioen zijn geworden? Dat weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat we in 1991 met Rode Ster de Champions League wonnen met alleen maar Joegoslavische spelers.” En dan doet Prosinecki opnieuw wat hij voortdurend doet tijdens ons gesprek: namen opsommen.
“Dejan Savicevic kwam uit Montenegro, Darko Pancev uit Macedonië, Vladimir Jugovic uit Servië, ikzelf uit Kroatië, Sinisa