Gazet van Antwerpen Stad en Rand
FC De Kampioenen, met échte WK-sterren
“Och god, die film. Nu ge ’t zegt: ik heb die ook gezien. In de oorlog, of kort daarna. Samen met ons vader. Wit is troef, just?”
In zijn woonkamer, met uitzicht op de bossen van het Waasland, mijmert Roger Braine luidop. 88 is hij, geboren in 1930, en de zoon van Raymond Braine. Een naam als een klok in de eerste helft van de vorige eeuw. Raymond Braine is de Eden Hazard van zijn tijd. En laat dat vooral voor die laatste een compliment zijn. Zo veelbesproken is Raymond Braine in zijn hoogdagen – maar daarover zo meteen meer. Want in de winter van 1940 lijkt de 33-jarige voetballer na tien bewogen jaren stilaan aan zijn reconversie te denken. Twee weken lang zakt de voetbalvedette bijna dagelijks af naar de Antwerpse Pyckestraat. Daar heeft de bekende filmproducer Jan Vanderheyden zijn eigen filmstudio. Voor wat dé kaskraker van 1940 moet worden, heeft die hem met niets minder dan de absolute hoofdrol bedacht. Alsof Kompany vandaag de hoofdrol zou spelen in de nieuwste van Erik Van Looy. Maar Braine heeft niet lang geaarzeld. Al was het wel wennen.
“Die veertien dagen heb ik meer zweet gelaten dan… Ja, dan in al mijn wedstrijden samen”, parafraseren we Braines woorden in zijn gedenkschriften Duizend en één match. “Zolang de opnames besproken werden, voelde ik mij helemaal op mijn gemak. Bij de repetitie vlotte het ook nog. Maar als dan plots het fatale Stilte klinkt, dan is het alsof je armen, benen en tong worden afgesneden.” Waarom ze mekaar dan toch gevonden hebben, de nerveuze voetballer en de filmmaker? Roger Braine wrijft 78 jaar later duim en wijsvinger over mekaar. “Voor het geld en voor de aandacht”, grinnikt hij. “Vader was van alle twee niet vies.”
Maar ook de filmmaker had er baat bij. Om de Vlaming naar de bioscoop te lokken, heb je namen nodig, weet die dan al. Grote namen. En welke