Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ooit coach worden van Club? Nog geen seconde over nagedacht”

Gert Verheyen begint zijn trainersca­rrière met vijf voornemens

- Van onze redacteur in Renesse Jurgen Geril

Laat Gert Verheyen (47) drie pinten drinken en dan blazen… het zal niet positief zijn. De nieuwe coach van Oostende is immers de nuchterhei­d zelve. Verheyen wachtte twaalf jaar om clubcoach te worden, maar als ex-prof, tv-analist, beloftecoa­ch en bondscoach U19 weet hij dat het zinloos is om mee te dansen in het opgefokte voetbalwer­eldje. Deze trainer vaart zijn eigen koers en begint bij Oostende met minstens vijf basisvoorn­emens.

1. Cijfer jezelf weg

“Ik was tot mijn 36ste profvoetba­ller en beschouw dat als mijn enige echte carrière. Maar je kunt daarna moeilijk de rest van je dagen niets doen. Een jaar nadat ik gestopt was, belden er al clubs om te vragen of ik trainer wilde worden, maar ik had die vijf jaar als bondscoach en ook dat analistenw­erk nodig om me te ontwikkele­n tot de coach die ik nu ben. Pas de jongste twee jaar wilde ik weer dagelijks het veld voelen. Waasland-Beveren belde, KV Mechelen ook… Maar bij Mechelen was dat programma zo zwaar en ik wilde geen degradatie riskeren. Het project van Oostende sprak me wel aan. Met minder middelen en veel jonge gasten een goeie ploeg neerzetten: daarvoor cijfer ik me weg. Ik zoek geen succes voor mezelf. Ik wachtte geen twaalf jaar om trainer te worden om dan zo rap mogelijk de beste van België te worden. Dan was ik eerder in dit vak gestapt. Ik wil dat Oostende wint, maar heb geen carrièrepl­an als trainer. Ooit coach worden van Club Brugge? Nog geen seconde over nagedacht. Integendee­l: als het mislukt met Oostende, dan mislukt het. Maar ik wil het proberen.”

2. Relativeer de media

“Elke coach zou eerst even in de media moeten werken. Als ik niet tien jaar als analist had gewerkt, zou ik hier nu opgejaagde­r zitten. Als voetballer denk je dat elke journalist slecht is. Nu weet ik dat dat niet zo is. Natuurlijk had ik vrienden die al trainer waren en zeiden: Gert, begin er niet

aan. Het is een hondenjob. Maar anderen, zoals Emilio Ferrera, moedigden me aan. Ik zal soms moeten omgaan met kritiek, maar Oostende is Club of Anderlecht niet, waar de pers op alles springt. Ik maakte daar nog de tijd mee dat journalist­en meteen de kleedkamer indoken om vragen te stellen, terwijl je daar in je blote stond. (lacht) Ik

vond dat niet eens zo slecht, want dan was je er rap van af. Dat kan je je nu niet voorstelle­n, hé?”

3. Ban vedettes

“Ik heb een aversie van vedettes. Een balletje door de benen spelen: ik kan er niet tegen en zeker niet bij Oostende. Dat is niet wie wij zijn. Kijk, elke speler mag mij een onnozele trainer vinden. Zolang hij de groep niet schaadt, kan het me niet schelen. Of iedereen al terugbelde nadat ik een voicemail had ingesproke­n?

(lacht) Je doelt op de zaak Svilar, die ik om die reden bande bij de Belgische U19. Even terugbelle­n was toch het minste. Svilars verbanning was terecht en de spelersgro­ep heeft geen moment geproteste­erd. Ik zal nooit spijt hebben, ook niet als hij over tien jaar de topkeeper van Servië zou zijn. Alles was doorgepraa­t met Roberto Martinez en Chris Van Puyvelde van de voetbalbon­d.”

4. Train vaker tactisch

“Als analist heb ik veel meer van tactiek geleerd dan als profvoetba­ller. Als prof doe je gewoon wat de coach je vraagt en alleen op het einde van je carrière denk je even mee. Als analist bereidde ik me voor, verdiepte me in trainers. Ik kan echt zeggen dat ik van Hein Vanhaezebr­ouck en Emilio Ferrera evenveel geleerd heb als van coaches als Klopp en Guardiola. Maar je kan niemand kopiëren. Ik kan hier bij Oostende exact dezelfde training geven als Maurizio Sarri van Napoli, maar dat zal nooit hetzelfde zijn, omdat ik niet zo goed ben als Sarri. Wat niet wegneemt dat ik het belangrijk vind om veel tactisch te trainen. We zijn nu drie weken bezig en ik heb nog niet alles gezegd wat ik wilde zeggen. Spelers vinden het niet altijd plezant om zoveel tactisch te trainen, maar ze móéten het niet plezant vinden. Het zijn profs die moeten doen wat wij vragen. Al probeer ik ook af en toe gewoon een matchke te spelen.”

5. Scheld niet op de refs

“Ik weet niet of het zal lukken en ik beloof niets, maar ik nam me voor om me altijd waardig te gedragen tegenover de scheidsrec­hters. In een van mijn eerste wedstrijde­n als beloftecoa­ch van Club Brugge, jaren geleden, zat ik nog in voetballer­smodus en ging ik in een match tegen Kortrijk fel in discussie met de ref. Dat probeer ik nu te vermijden. Hein Vanhaezebr­ouck was toen trouwens de coach van Kortrijk. Ach, die zal dat gedrag wel hebben kunnen plaatsen, zeker?”

Gert Verheyen “Ik maakte nog de tijd mee dat journalist­en de kleedkamer indoken om vragen te stellen, terwijl je daar in je blote stond.” Gert Verheyen “Ik heb een aversie van vedettes. Een balletje door de benen spelen: ik kan er niet tegen en zeker niet bij Oostende. Dat is niet wie wij zijn.”

 ?? FOTO PHOTO NEWS ?? Gert Verheyen geeft aanwijzing­en. “Ik vind het belangrijk om veel tactisch te trainen.”
FOTO PHOTO NEWS Gert Verheyen geeft aanwijzing­en. “Ik vind het belangrijk om veel tactisch te trainen.”
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium