Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Rijk volk en oorlogscriminelen
In Breda en Amsterdam ligt de lokale Antwerpenstraat in een weinig tot de verbeelding sprekende buitenwijk uit het eind van de 20ste eeuw. Niet zo in Den Haag. In Scheveningen, het Haagse stadsdeel aan het Noordzeestrand, ligt het Belgisch Park, een wijk die rond de voorlaatste eeuwwisseling werd gebouwd door de zogenaamde Hollands-Belgische Bouwgrondmaatschappij en lijkt op een verstedelijkte mix van Den Haan en Het Zoute. Het is dan ook een van de duurste wijken van de stad, tjokvol villa’s en ambassades. Als je je afvraagt welk land een groene vlag heeft met een rode bol in het midden? Dat is Bangladesh. De villa van de Bengalen ligt naast die van de Jordaniers en de Kazakken. Op de hoek van de Antwerpsestraat ligt dan weer de ambassade van Egypte.
De Antwerpsestraat ligt vol fantasierijke fin de siècle-huizen. Op een prieeltje of een tierlantijntje meer of minder hebben ze hier niet gekeken in hun ‘badplaatsarchitectuur’. Hier komen mensen ‘op stand wonen’, zoals Nederlanders dat graag zeggen. Je komt hier al eens een baron of een graaf tegen en veel ‘oud geld’. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het ook een straat waar rijke vluchtelingen uit de Scheldestad zich thuisvoelden. Ook in het Frans. Zo verbleef de Antwerpse dokter Herz hier op nummer 18 in wat hij de Rue d’Anvers in La Haye noemde.
Sinister genoeg zijn er naast al dat schatrijk volk – villa’s tussen 3 en 5 miljoen euro zijn geen zeldzaamheid – vandaag ook een paar beruchte oorlogsmisdadigers inwoners van het lieflijke Belgisch Park. Door het Internationaal Strafhof in Den Haag veroordeelde expresidenten als de Bosnische Serviër Radovan Karadzic en de Liberiaan Charles Taylor zitten hun straf uit in de United Nations Detention Unit van de Penitentiaire Inrichting Haaglanden.