Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“De geweren schieten hier alleen met bloemen”
Ruud Krol, aanvoerder van Oranje, wordt misbruikt door propagandamachine van Argentijnse dictator Videla
Exact veertig jaar geleden, WK voetbal in Argentinië. Een militair schrikbewind heerst over het gastland. Mensen verdwijnen, angst regeert. Wereldwijd woedt de vraag of zo’n prestigieus tornooi wel thuishoort in dat land. “Leugens”, sneren de Argentijnse generaals. Daarbij krijgen ze de steun van Ruud Krol, aanvoerder van Nederland. “Vertel je vrienden de waarheid”, schrijft hij in een brief aan zijn dochter. “Argentinië is een land van liefde.” ‘Fake news’ avant la lettre.
Een zucht. Ruud Krol woont vandaag in Spanje. Tijdelijk, laat hij weten. Krol – op een blauwe maandag nog trainer van KV Mechelen, maar ondertussen al jarenlang coach in alle uithoeken van Afrika – heeft zich onlangs laten opereren in ons land. Hij voelt zich weer kiplekker. “Straks komt er wel weer een nieuw opdrachtje aanwaaien”, zegt hij. Maar daarvoor zucht hij niet. Krol zucht omdat hij in gedachten teruggaat naar Mendoza, stad op de oostkant van de Andes. Daar, in de uitvalsbasis van Nederland op het WK in Argentinië, leest de topspeler van Ajax en aanvoerder van Nederland op een ochtend in 1978 tot zijn eigen verbazing in de krant dat hij een sympathisant is van de Argentijnse dictator Videla. En niet via een slinks uit de context gerukte quote, wel via een omstandige brief die hij eigenhandig aan zijn dochtertje zou hebben geschreven. De brief gaat de wereld rond. “Dat moest mij weer overkomen. Ik die net vond dat sport en politiek gescheiden moesten blijven. En ik was al niet erg gelukkig op dat WK”, zegt Krol vandaag.
Niemand in Nederland lijkt vooraf gelukkig met het WK. Het zijn de seventies. Het calvinistische polderland van weleer worstelt met een vrijgevochten generatie die elk gezag in vraag stelt. Ook het WK in Argentinië ontsnapt niet aan hun kritische blik. Na een staatsgreep in maart 1976 is het Zuid-Amerikaanse land in handen gekomen van een militaire junta, waarvan generaal Jorge Videla het gezicht is. Sindsdien woedt er een ‘vuile oorlog’, waarin het totalitaire generaalsregime een bloedige schoonmaak houdt onder alles wat links is of als links bestempeld wordt. Politieke tegenstanders verdwijnen, mensenrechten worden met de voeten getreden. “Kan je in zo’n land wel een toernooi organiseren?”, oppert het democratische deel van de wereld. In België veroorzaakt het debat weinig rumoer – de Rode Duivels zijn er toch niet bij, wéér niet. Pas tijdens het tornooi komen believers en non-believers in Vlaanderen tegenover mekaar te staan. Als Jan Wauters in zijn
bekroonde radiodagboeken het regime dagelijks door de mangel haalt, krijgt hij door een Vlaamse krant van rechtsere signatuur de
wind van voren. Elke dag opnieuw ondergaan zijn luisteraars aldus een hersenspoeling. Waarom de raad van beheer van de BRT nog niet ingreep, blijft ons een compleet raadsel. Slik. Maar dan is het WK al bezig. In Nederland woedt het debat al eerder. Grootste tegenstander is Freek de Jonge. Samen met Bram Vermeulen vormt hij het populaire cabaretduo Neerlands Hoop in Bange Dagen. Samen trekken ze Nederland rond met de protestvoorstelling
Bloed aan de Paal. De weerklank is gigantisch, maar de oproep om niet naar Argentinië te gaan tevergeefs. Nederland gaat toch. En wanneer de ploeg bij haar vertrek door een 200-tal actievoerders wordt opgewacht op Schiphol met slogans als Verraders en
Oranje is (bloed)eerlijk, halen de spelers er vooral de schouders bij op. Als een verslaggever vraagt of ze niet vrezen voor een land waar voortdurend geschoten wordt, antwoordt spits Nanninga verveeld: “Dan koppen we die kogels toch gewoon terug.” Het is de lijn waarop ook Ruud Krol zit bij het vertrek. “Nee, dat protest was niet
van die aard dat ik ervan wakker lag.”
Angst op het gezicht
Maar eenmaal in Argentinië veranderde dat gevoel toch een beetje, zegt Krol vandaag. “Dat zeg ik: ik was nooit gelukkig op dat WK. En dat had met het regime te maken. Ik vergeleek het altijd met het WK vier jaar eerder in Duitsland. Daar kon je op je dooie gemak een koffietje drinken buiten het hotel. Nu zaten we opgesloten. Kwam je de deur uit, ging er meteen vier man met machinegeweren met je mee. Niet gezellig.” Krol overdrijft niet. Het Nederlandse hotel en de heuvels errond zijn afgesloten met hekken, prikkeldraad en wachttorens. Water en voedsel worden gecontroleerd op gif. Krol: “Dat was geen vrijheid. Bovendien las je de angst op het gezicht van de lokale bevolking. Normaal contact was niet mogelijk.”
Later zal de tijd leren dat het rechtse regime ook tijdens het WK studenten, mondige burgers en vakbondsleiders blijft oppakken. Minstens 120 mensen verdwijnen in juni 1978 – vermoord, gedumpt. Veel anderen zitten tijdens het tornooi zonder enige vorm van proces opgesloten. Bij die vermisten zijn ook 22 FransArgentijnen. Het leidt vroeg in het WK tot een incident. Als de Franse delegatie Argentinië vraagt wat er met hun verdwenen landgenoten is gebeurd en er een onbevredigend antwoord volgt, wil de Franse ploeg tegen Hongarije met een zwarte rouwband spelen. Het leidt tot consternatie en nog meer chaos als blijkt dat Frankrijk met opzet zijn blauwe tricots niet heeft meegenomen. Uiteindelijk zal de Franse ploeg de wedstrijd in groen-wit gestreepte truitjes spelen – shirts die in aller haast zijn opgehaald bij de nabijgelegen voetbalclub FC Kimberley. Een blamage voor het WK. We zijn dan 10 juni, het regime kan wel wat positieve publiciteit gebruiken.
De pop Argentina
“Mama zei me dat je een paar dagen geleden veel huilde, omdat sommige van je vriendjes lelijke dingen over Argentinië vertelden. Die dingen zijn totaal niet waar. Het is kinderachtig en van geen belang. Alles gaat goed met papa. Hier in dit land is alles rustig en mooi. Dit is niet de wereldbeker, maar de vredesbeker.”
Ruud Krol verslikt zich nog altijd in zijn koffie als hij de woorden onder ogen krijgt. Toch staat het er zo, op de ochtend van 13 juni 1978 in El Grafico, met een oplage van 200.000 exemplaren per dag een van de grootste Argentijnse sportkranten. De krant pakt uit met een brief die Ruud Krol, de
capitàn de Holanda, twee dagen eerder aan zijn dochtertje Mabelle heeft geschreven. Links staat de ‘originele versie’ in het Engels, rechts de Spaanse vertaling. De brief begint nog onschuldig. Krol schrijft dat hij zijn dochtertje mist en dat hij alvast een pop als cadeautje heeft gekocht. Maar al snel neemt het epistel een merkwaardige wending. We lezen verder: “Wees niet bang als je foto’s ziet van ons trainingskamp, met daarop groene soldaatjes in onze buurt: dat zijn onze vrienden. Ze zorgen voor ons en beschermen ons. We houden van hen, zoals iedereen in dit land van hen houdt.” Een sentimentele passage aan het adres van zijn dochter verder steekt Krol nog een tandje bij. “Wees niet bang, het gaat goed met papa. Ik heb alvast je pop die door een paar groene soldaatjes wordt beschermd. Hun geweren schieten alleen maar met bloemen. Vertel je vrienden dus de waarheid: Argentinië is een land van liefde.” Waarna Krol afsluit met een opmerkelijk postscriptum: “Ik heb al een naam voor je pop uitgekozen. Ze zal Argentina heten. Laat maar weten als je een betere naam kan bedenken.”
Vandaag maken de woorden Ruud Krol nog altijd misselijk: “Ik viel van mijn stoel toen ik het las”, zegt hij. Dat blijkt ook in 1978, in Argentinië. “Ik weet van niks”, roept hij ter plekke. “Het is mijn handschrift niet. Het is één grote leugen. Ik heb niet eens een pop gekocht.” En: “Ik wens me hier in Argentinië niet met politiek bezig te houden. Ze hebben me voor het karretje gespannen.” Krol kan het veertig jaar later alleen maar herhalen: “Natuurlijk had ik dat ding niet geschreven. Ik was sowieso al geen schrijver. Vandaag niet, toen niet. Bovendien was mijn dochtertje 7 op dat moment. Wie schrijft zoiets aan een kind van 7? Maar vooral: wat zou ik, een Nederlander, in het Engels schrijven? Dit was verzonnen. Ik had zelfs nooit gesproken met iemand van die krant.”
Kritiek verboden
Maar wat een journalistieke uitschuiver van formaat lijkt, is veel meer. Als na 1984 de democratie hersteld is, zal de Argentijnse kwaliteitskrant La Capital de brief van Krol bestempelen als “het meest groteske staaltje politieke manipulatie uit de Argentijnse geschiedenis”. Pure propaganda, maar geen toeval. De generaals hebben de Argentijnse kranten kort na hun machtsgreep een strikte censuur opgelegd, die ook voor de voetbalpers geldt. “Het WK is een prachtige kans om het denken over Argentinië te wijzigen”, stelt de junta in een later opgedoken geheim rapport. Het leidt vlak voor het WK zelfs tot een expliciet decreet: “Het is verboden kritiek te leveren op het nationale elftal.” Daarbij wordt vooral op El Grafico gerekend, een voetbalblad met nauwe banden met het regime. Minstens één journalist voelt zich aangespro- ken. Een voetballer die zich openlijk pro-Argentinië uitspreekt in een brief aan zijn dochtertje, zou dat hem niets kunnen opleveren?
“Waarom ze mij uitkozen?” Krol vraagt het zich vandaag nog af. “Ik was de aanvoerder van de regerende vicewereldkampioen. Dat gaf wellicht extra publiciteit.” Ter plekke eist hij, als we de kranten van toen mogen geloven, onmiddellijk een onderhoud met de baas van El Grafico, een rechtzetting en een schadevergoeding. De kranten spreken intussen schande van de leugenachtige brief. Maar wat voor de buitenlandse media een schabouwelijke propagandastunt is, is dat binnen Argentinië niet. De bevolking is zo goed als afgesneden van elke buitenlandse berichtgeving en ruim een halfjaar later zal de Argentijnse overheid de brief nog steeds als bewijs hanteren dat alle anti-Argentijnse campagnes pure leugens zijn. De auteur van het artikel – ene Enrique Romero, zo ontdekt het Nederlandse voetbalblad Johan – krijgt zelfs uitgebreide felicitaties van de directie van El Grafico, met een fijne promotie erbovenop. Pas jaren later, als de wanpraktijken van het blad publiek worden, zal hij alsnog ontslagen worden.
En Krol? Die krijgt zijn rechtzetting, maar wel pas als de junta zelf al in de gevangenis zit. “Jaren later,” zegt hij, “hebben ze zich inderdaad geëxcuseerd.” Krol zelf heeft intussen al andere zorgen aan zijn hoofd. Tot zijn eigen verrassing bereikt Nederland opnieuw de finale. Tegenstander is gastland Argentinië. En als hij zich bij de brief al ongemakkelijk voelde, dan helemaal op de dag van de finale. “Dat was ronduit beangstigend”, zegt hij vandaag. “Er is later weleens gezegd dat we het stadion nooit levend verlaten hadden als we die wedstrijd zouden hebben gewonnen. Dat is misschien overdreven. Maar de sfeer, de agressie bij die finale: héél intimiderend.” Maar Nederland verliest en voor één keer brengt die nederlaag ook goed nieuws: aanvoerder Krol hoeft de beker niet uit handen van dictator Videla aan te nemen. Iets wat hij na die rotweken in Argentinië sowieso nooit gedaan had, zegt hij vandaag. Zelf zit hij dan al met zijn hoofd weer bij Nederland. En bij zijn dochter. “Nee, zij heeft die brief nooit gezien. Waarom zou ze? Ze had er helemaal niets mee te maken.”
“Natuurlijk had ik dat ding niet geschreven. Wie schrijft zoiets aan een kind van 7? Maar vooral: wat zou ik, een Nederlander, in het Engels schrijven?” Ruud Krol Aanvoerder Oranje op WK ‘78