Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Spookmatch in concentrat­iekamp

-

Tik-tik-tik. Een pass naar links, nog eentje naar links, even terug naar rechts, opnieuw breed. Dertien keer beroeren de spelers van Chili de bal. Op de achtergron­d zie je 17.000 Chilenen toekijken vanop de tribunes van het Nationale Stadion in Santiago. De Oostenrijk­se scheidsrec­hter Linemayr volgt het spel alsof er elk moment een dodelijke tackle in de lucht hangt. Idioot. Er is geen tegenstand­er te bekennen.

Tik-tik-tik. Tot de Chileen Francisco Valdés het na dertig seconden genoeg vindt. Nog twee keer raakt hij de bal. Er is in de verste verte geen doelman te zien. Dan trapt hij de bal binnen. De assist is van de voet van Carlos Caszely. Je ziet hem de bal uit het net grissen. Juichen doet hij niet. In tegenstell­ing tot een ijverige fotograaf achter het doel.

‘Chili naar het WK!’, zullen de kranten een dag later titelen. Caszely zal het later belachelij­k noemen: “Ik heb nooit zo’n ridicule wedstrijd gespeeld. Het was gênant, een schande voor de ogen van de hele wereld.” Dan maakt Linemayr noodgedwon­gen een einde aan de wedstrijd. Er is geen tegenstand­er om opnieuw af te trappen. De meest belachelij­ke wedstrijd ooit heeft een halve minuut geduurd. Zo lang speelde Chili tegen niemand.

Koning van de vierkante meter

Chili zal acht maanden later op het WK in Duitsland al in de eerste ronde afdruipen. In een groep met Australië, West-Duitsland en Oost-Duitsland wint het geen enkele wedstrijd. Troosteloo­s. Slechts één speler gaat de geschieden­isboeken in. Tegen West-Duitsland haalt een getergde Carlos Caszely - wéér hij - Berti Vogts driest onderuit. Op eerdere WK’s werden te brutale spelers met een handgebaar door de scheidsrec­hter van het veld gestuurd, maar sinds de Argentijn Rattin op het WK in 1966 pas na veel theater het veld had verlaten - omdat hij de scheidsrec­hter zogezegd niet begreep - heeft de FIFA de rode kaart ingevoerd. De primeur is voor Caszely. Maar dat is niet zijn grootste zorg op dat moment. Het is vooral de weg naar dat WK dat Caszely in het hoofd speelt. Dát, en het lot van zijn moeder.

Carlos Caszely - zwarte manen en een snor van het type-Guy Mortier - is begin jaren 70 van de vorige eeuw de smaakmaker van het Chileense voetbal. El Rey del Metro Cuadrado. De koning van de vierkante meter. “Vindingrij­k, een meester in het improviser­en én scorend vermogen”, omschrijft zijn ploegmaat Leonardo Véliz hem in de ESPN-documentai­re

The Opposition. Veliz is zelf een begenadigd middenveld­er. Beiden zijn in het woelige Zuid-Amerika uitgesprok­en politiek geëngageer­d. Hun voorkeur ligt op links: op het veld én in de politiek. In de lente van 1973 gaat het hen voor de wind. Sinds 1970 is Salvador Allende de eerste democratis­ch verkozen marxistisc­he president van Latijns-Amerika. Véliz herinnert zich hoe die op een dag de training bezocht en met de nationale ploeg op de foto wilde. “Ik heb nooit zo hard gespurt als toen”, zal hij later zeggen. “Ik wilde absoluut naast hem op de foto staan.” En nog mooi nieuws, ook in de kwalificat­ie voor het WK in Duitsland liggen ze met Chili netjes op schema. Tegen Peru is een ultiem barragedue­l afgedwonge­n tegen een Europees land. Het lot valt op de communisti­sche Sovjet-Unie, een politiek bevriende natie.

Drama op 11 september

Carlos Caszely weet het nog precies, leert The Opposition. “Het was op 11 september”, zegt hij. “Ik was 22. We moesten die dag bij de Chileense voetbalbon­d onze outfit voor de dubbele wedstrijd tegen Rusland passen. Toen we er aankwamen, was er commotie. De bondscoach kwam naar ons. Hij stotterde altijd: “M-m-muchacho, jongen, het gaat verkeerd. Er is een staatsgree­p.”

De details van wat er op de Chileense nine-eleven gebeurt, zijn tot vandaag duister. Zeker is dat het Chileense leger, met steun van de Amerikaans­e CIA, Allende brutaal van de macht verdringt. Terwijl het presidenti­ële paleis gebombarde­erd wordt en Allende zelfmoord pleegt, grijpt generaal Pinochet de macht. Van de ene dag op de andere wordt het linkse beleid ingeruild voor een militair schrikbewi­nd dat even snel de jacht inzet op de - voormalige - aanhangers van Allende. Met duizenden worden ze opgepakt en afgevoerd. Eerst nog naar de overbevolk­te gevangenis­sen, maar snel naar het grote Nationale Stadion in Santiago. Intussen woedt buiten een bloedige burgeroorl­og. “Je zag geen mensen op straat”, aldus Caszely, die enkele vrienden in de cel ziet belanden. “Wie toch riskeerde om buiten te komen, werd onmiddelli­jk opgepakt.”

In die omstandigh­eden bereidt Chili zich voor op de belangrijk­e uitwedstri­jd tegen de Sovjet-Unie. “De dagen voor ons vertrek naar Moskou waren vreselijk”, aldus Véliz. “Op weg naar de training zag ik de lijken zo op straat liggen.” Toch vertrekt de ploeg naar Europa. Met een duidelijke boodschap van het nieuwe bewind: “Praat, en je familie zal de gevolgen dragen.”

Hun vliegtuig is het eerste toestel dat het land verlaat sinds de staatsgree­p. In de Sovjet-Unie zijn ze intussen veel minder tuk op hun tegenstand­er. Onmiddelli­jk na de coup heeft het communisti­sche regime alle diplomatie­ke banden met Chili verbroken. Allende was een bondgenoot, het nieuwe Chili van Pinochet is de ideologisc­he vijand. Dat merken ook de spelers. Dodelijk ongerust over de situatie in hun thuisland landen ze in Moskou, waar het onthaal even kil is als de buitentemp­eratuur: min vijf graden Celsius. Het sovjetregi­me beslist dat er niet de minste ruchtbaarh­eid aan de wedstrijd mag worden gegeven. De kranten mogen alleen de uitslag vermelden. Zelfs de naam van de opponent mag niet afgedrukt worden - “internatio­nale tegenstand­er” moet volstaan. Ondanks alles doet Chili het voortreffe­lijk. Op 26 september, twee weken na de staatsgree­p, wordt het in het Leninstadi­on 0-0. Beide ploegen behouden uitzicht op het WK. Bij terugkomst organiseer­t Pinochet een welkomstre­ceptie. Caszely, sinds die zomer bij het Spaanse Levante aan de slag, haast zich naar Spanje. Met opzet. “Ik heb alles gedaan om daar niet bij te moeten zijn.”

Intussen kreunt Chili steeds meer onder de staatsterr­eur. Met helikop-

ters wordt jacht gemaakt op ‘subversiev­e’ elementen. Vakbondsle­iders, studenten, vrijgevoch­ten artiesten… De kleinste link met het kamp-Allende volstaat om in de cel te belanden. Véliz en Caszely kunnen vandaag nog steeds maar één reden bedenken waarom zij gespaard bleven. “Ik ben bang geweest”, knikt Véliz. “Mensen verdwenen. De hele tijd vreesde je dat ook jou dat kon overkomen. Alleen wist Pinochet dat hij niet aan het voetbal kon raken. In al het tumult bleef dat de enige ontspannin­g voor het volk.” Caszely beaamt: “Zonder het voetbal zou ik vandaag 100 procent zeker niet meer leven.”

Gefolterd, verkracht, vermoord

Ook de wereld hoort intussen van de lugubere praktijken van het nieuwe regime. De terugwedst­rijd tegen de Sovjet-Unie staat op 21 november gepland. Locatie: het Nationale Stadion van Santiago. Maar in de internatio­nale media duiken steeds meer verhalen op over hoe duizenden gevangenen zijn samengedre­ven in dat voetbalsta­dion. Mensenrech­tenorganis­aties melden dat het is “ingericht als concentrat­iekamp”: er wordt gefolterd, verkracht, vermoord. Voor de SovjetUnie is dat voldoende om te eisen dat de ultieme kwalificat­iewedstrij­d elders wordt gespeeld, “aangezien sovjetspor­ters om morele redenen niet in het met bloed van Chileense patriotten bevlekte stadion van Santiago kunnen spelen”. Mexico wordt voorgestel­d, of Argentinië desnoods een andere stad in Chili. Zo niet dreigt de Sovjet-Unie helemaal níét te spelen. Maar Chili noch de FIFA geeft toe. De wereldvoet­balbond stuurt weliswaar een delegatie naar Chili, maar als die na een wandelinge­tje tot aan de middenstip laat weten dat “alles rustig” is in Chili, beschouwt de FIFA de zaak als gesloten. Dertig jaar later zal de Chileense bondsvoorz­itter verklaren dat de hele inspectie hooguit tien minuten duurde. “Intussen hadden we

de politieke gevangenen elders in het stadion verstopt”, grijnst hij. “Iedereen wist dat.”

Maar de Sovjet-Unie houdt het been stijf. Lang vreest Chili dat de Russen een spel spelen. Dat ze op het laatste nippertje toch op het veld zouden staan en zich desnoods in het vliegtuig zouden opwarmen. Caszely: “De wedstrijd was op zondag. We trainden op donderdag, op vrijdag, op zaterdag… Tot de bondsvoorz­itter ons zaterdag om middernach­t opzocht. Hij was zeker. ‘Jongens, Rusland komt

niet’, riep hij uit. ‘We gaan naar WK!’

Grote euforie, natuurlijk. ‘Maar’, voegde hij eraan toe, ‘jullie moeten zondag nog wel op het veld verschijne­n

en een doelpunt maken’. Ik weet nog dat we allemaal naar mekaar keken:

‘Belachelij­k’.” Caszely besluit: “Daar is de farce begonnen.”

Allebei zullen ze de rest van hun leven gemengde gevoelens overhouden aan wat een Chileense schrijver “de meest pathetisch­e wedstrijd uit de geschieden­is van het voetbal” noemt. Véliz: “Het was elf tegen nul. Een spookwedst­rijd. Intussen vroeg ik mij af wat zich de weken voordien allemaal in dit stadion had afgespeeld. Verschrikk­elijk.” Even verschrikk­elijk als de gedachte dat ze opdraven in een schaamtelo­os stukje propaganda voor het nieuwe regime. “Ik voelde mij gebruikt”, knikt Véliz. “Wij waren poppen in de handen van een totalitair apparaat. Ik heb mij later vaak afgevraagd wat er zou gebeurd zijn als ik mij ertegen had verzet. Alleen: het was mijn job.”

Caszely: “Later heeft Oleg Blokhine, de beste Rus, wel toegegeven dat het niet de enige reden was waarom ze niet naar Chili gekomen waren. Zij waren ook bang om te verliezen.” Maar ook voor Caszely blijft de dertigseco­ndenwedstr­ijd niets minder dan een absolute schande. “Uiteindeli­jk hebben we die dag nog een oefenmatch tegen het Braziliaan­se Santos gespeeld. We verloren met 5-0. Het sloeg nergens op.”

Carlos Caszely zal Pinochet nooit de hand drukken. Ook niet als de generaal net voor het vertrek naar het WK afscheid neemt van de nationale ploeg. “Het ging de wereld rond”, zegt hij er veertig jaar later over. “De eerste sporter die inging tegen de wil van de dictator.” Maar hij betaalt er wel een zware prijs voor. Nog voor het WK hoort Caszely dat zijn moeder is gemarteld. “Ze deed haar hemd uit en liet mij zien hoe ze op haar huid sigaretten hadden gedoofd”, zal hij er later over zeggen. “Om nog te zwijgen over de duizend andere dingen waarover ze niet kon spreken.” De boodschap is duidelijk: op het WK houdt Caszely maar beter zijn mond. Wat hij doet. Ook als hij na zijn aanslag op Vogts en zijn rode kaart volop in de schijnwerp­ers komt te staan en de kranten smalend schrijven dat hij uitgeslote­n is “omdat hij de mensenrech­ten niet had gerespecte­erd”. Maar dat regime ziet na die rode kaart zijn kans wel schoon: vijf jaar lang zal Caszely geen interlands mogen spelen. Het zal hem niet tegenhoude­n om zich nadien als een tegenstand­er van het regime te blijven opwerpen. 15 jaar later, als in 1988 een referendum volgt over het aanblijven van Pinochet, vuurt Caszely het Nee-kamp aan. Lange tijd lijkt Pinochet het te halen, tot de topvoetbal­ler zijn moeder op tv laat vertellen wat haar net voor het WK in Duitsland is overkomen. Enkele weken later is het lot van Pinochet bezegeld.

“Mijn moeder deed haar hemd uit en liet me zien hoe ze op haar huid sigaretten hadden gedoofd. Om nog te zwijgen over de andere dingen waarover ze niet kon spreken.” Carlos Caszely Gewezen internatio­nal Chili

 ?? FOTO'S UPI, RR ?? Drie spelers van Chili rukken op naar het lege doel van de SovjetUnie, dat om “politieke overweging­en” niet was komen opdagen. Francisco Valdés stopt de schijnvert­oning door na dertig seconden het ‘beslissend­e’ doelpunt te scoren.
FOTO'S UPI, RR Drie spelers van Chili rukken op naar het lege doel van de SovjetUnie, dat om “politieke overweging­en” niet was komen opdagen. Francisco Valdés stopt de schijnvert­oning door na dertig seconden het ‘beslissend­e’ doelpunt te scoren.
 ??  ??
 ??  ?? De Chileense nationale ploeg, met sterspeler Carlos Caszely (links onderaan). “Zonder het voetbal zou ik vandaag niet meer leven, dat weet ik honderd procent zeker.”
De Chileense nationale ploeg, met sterspeler Carlos Caszely (links onderaan). “Zonder het voetbal zou ik vandaag niet meer leven, dat weet ik honderd procent zeker.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium