Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Nachtmerrie voor elke glazenwasser: het MAS
Glazen wassen op 65 meter hoogte: geen werk voor doetjes
“Oei, de ramen hier beneden staan weer vol vuile handjes”, merken de glazenwassers bij wijze van beroepsmisvorming meteen op als ze het museum binnenstappen voor een fotosessie.
Arben (35) en zijn zoon Lubisa (18) vormen samen een team dat ramen poetst op grote hoogte voor Ariel nv uit Massenhoven. Ze zijn actief op hoogtes waar u en ik al klamme handjes van krijgen als we ze ons nog maar proberen voor te stellen. “Wat we doen is speciaal, dat klopt. Maar iemand moet het doen. En wij vinden het prima”, lachen de twee.
We hebben afgesproken aan het MAS, het meest iconische gebouw waar de twee al gewerkt hebben. “Zo’n twee maanden geleden waren we hier voor het laatst. Het MAS wordt twee keer per jaar helemaal onder handen genomen. Het is een werk dat zo’n twee weken duurt”, leggen ze uit.
Het museum is 65 meter hoog. “Hoe het voelt om zo hoog de ramen te wassen? Best bijzonder”, lachen de twee. “Je kan best geen last van hoogtevrees hebben. En dan nog. Niet iedereen durft de bovenste verdiepingen aan te pakken. Zelfs collega’s die al jaren ervaring hebben op grote hoogte, verstijven plots als ze met de hoogtewerker vijftig of zestig meter omhoog moeten gaan. Het voelt gewoon raar aan. Wij hebben er niet zo heel veel last van, al moeten we soms ook wel even slikken.”
Wervelwinden
De firma waar Lubisa en Arben voor werken, heeft hoogtewerkers tot twintig meter, maar voor klussen als deze wordt een nog groter exemplaar voor enkele dagen gehuurd. Op meer dan zestig meter hoogte is het best moeilijk om de kraan in bedwang te houden. “De grootste kraan die we gebruiken, is zeventig meter lang, maar ze wordt diagonaal opgesteld, zodat we dus maar net aan de bovenste ramen kunnen met onze lange stok. Een paar centimeter trilling beneden zorgt voor een halve meter verschil boven”, vat Arben samen. “Omdat het zo hoog is, staat er ook altijd wind. En dat golvend glas zorgt er dan nog voor dat er onregelmatige wervelwinden ontstaan die ons bakje van links naar rechts doen slingeren. We gaan soms echt een paar meter heen en weer. Dan proberen we gewoon kalm te blijven.”
“We moeten ook héél goed opletten dat we met de hoogtewerker niet tegen het glas botsen. De beglazing is peperduur en het is niet de bedoeling dat we hier met
Lubisa
‘‘Ik vertrouw er honderd procent op dat mijn vader de hoogtewerker goed en veilig bestuurt.’’
Arben
‘‘De mensen wuiven hier geregeld door de beglazing naar ons als we aan het werk zijn. Als we een hand vrij hebben, wuiven we terug.’’
ons bakje aan de verkeerde kant van het glas eindigen”, benadrukt Arben.
Het zijn trouwens niet alleen de hoogte en de wind die het duo parten spelen. “Het MAS heeft van dat golvend glas. Dat is heel mooi, maar voor een glazenwasser is dat echt niet ideaal. Normaal maken wij een draaiende, ononderbroken beweging. Maar door dat gebogen glas is dat onmogelijk en moeten we altijd van links naar rechts werken. Dan is het moeilijk om aanzetten te vermijden. Eigenlijk is het MAS de ultieme nachtmerrie voor iedereen met ons beroep”, lachen de twee.
Halve minuut genieten
Geen wonder dus dat niet iedere collega zich geroepen voelt om het MAS te doen blinken. “Het lijkt soms alsof je zeeziek wordt. Het gevaar van zo hoog te werken is ook dat je ergens achter blijft haken en dat je door de beweging van de kraan wordt weggeslingerd. We hangen gelukkig wel altijd vast aan valbeveiliging. Veiligheid is in dit beroep heel belangrijk. Ik wil het toch liever niet meemaken dat ik de valbeveiliging echt nodig heb en op vijftig meter hang te bengelen in afwachting van het reddingsteam. Dat ga ik toch proberen te vermij- den”, lacht Arben. “Je moet je echt focussen om aan dit gebouw te werken. Maar als je dan ziet dat het werk opschiet en dat alles goed verloopt, dan beseffen we wel wat een unieke job dit is. Dan maken we een halve minuut tijd om even te genieten. We doen het alleszins met heel ons hart.”
“Of het soms eenzaam is om zo hoog boven de grond te werken? Ach, we zijn altijd met twee, dus dat valt wel mee. We moeten ons ook goed concentreren. Er is weinig tijd voor verveling of eenzaamheid. En de mensen wuiven hier geregeld door de beglazing naar ons als we aan het werk zijn. Je merkt dat ze wat we doen, best spectaculair vinden. Als we een hand vrij hebben, wuiven we terug”, lachen ze.
Speelgoed op de grond
Zoon Lubisa is nu een jaartje in het spoor van zijn vader aan de slag. “En hij doet nu zonder twijfelen projecten als dit mee. Dat vind ik heel knap van hem”, glundert zijn fiere papa.
“Ik heb eerst van mijn vader zijn gerief gekregen om thuis de ruiten te wassen en wat te oefenen. Toen ik bij de firma kon beginnen, heb ik nooit echt schrik gehad om in de hoogte te werken. Ik denk er niet zo bij na”, vertelt hij zelf.
“Toen ik tegen mijn vrienden vertelde dat ik aan het MAS moest werken, vonden ze dat heel cool. Al zeiden ze er ook meteen bij dat ze het nooit zouden durven. Ik vertrouw er honderd procent op dat mijn vader de hoogtewerker goed en veilig bestuurt. Een betere leermeester kan ik niet hebben.”
“Ik heb nu echt het gevoel dat ik heb gevonden wat ik nog heel lang wil doen. Ik heb de microbe van de glazenwasserij te pakken. Het heeft wel iets om hard te werken zo hoog boven de grond. Alles beneden op de grond lijkt speelgoed. Alleen is het geen spel, je moet goed opletten wat je doet.”
Ze hebben het MAS daarnet dan wel een nachtmerrie genoemd, toch zijn de twee in de eerste plaats fier dat ze een van de bekendste Antwerpse kroonjuwelen mogen laten schitteren. “Het MAS betekent heel veel voor Antwerpen. We hebben ook al het nieuwe justitiepaleis en de Bell-toren mogen poetsen, maar dit is echt een héél knap gebouw.”
Eén ander iconisch gebouw staat nog hoog op hun verlanglijstje. “Het nieuwe Havenhuis. Dat blinkt zo mooi… Als onze firma dat contract zou binnenhalen, dan zouden we er alles aan doen om het nog harder te laten blinken.”