Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Volgens mij gaat het de goede kant uit”
Op bezoek in de appartementen rond het Stadspark, het ‘Central Park’ van Antwerpen
Niemand heeft een beter zicht op het Stadspark dan de bewoners van de hoge flatgebouwen in de Rubenslei, de Van Eycklei en de Quinten Matsijslei. En ze hebben niet enkel het zicht, uiteraard speelt hun leven zich ook in en rond het park af. Wat vinden ze van een vijver zonder water? De heropening van Café Capital? De reputatie van het park?
In een appartementsgebouw op de Rubenslei heb je vanaf de bovenste verdieping een prachtig zicht op het Stadspark. Van hieruit gezien een driehoekige zee van groen gebladerte dat ruist op het tempo van de wind. “Uiteraard is het een meerwaarde om zoiets in de buurt te hebben”, vertelt de gelukkige bewoner Wim Pichal (79). Hij keerde elf jaar geleden van Spanje terug naar Antwerpen met zijn vrouw Sorina (47) en hond Fellow (12). “Het lijkt wat op het Central Park in New York, waar ik vaak geweest ben. Maar dan natuurlijk pakken kleiner.”
Hij kan er gaan wandelen met zijn hond, maar dat is het dan wel zowat voor hem. “Maar dat doe ik ‘s ochtends niet meer door het park, ik blijf er zo ver mogelijk van weg. Ik wandel om 4 of 5u in de ochtend en dan kom je geregeld zatlappen of gedrogeerden tegen.” Nachtclub Café Capital lokte van 2002 feestneuzen het park in. “Dat zorgde wel voor overlast”, vindt Wim. “De jongeren gaan tegenwoordig pas uit wanneer wij gaan slapen en stoppen pas als wij wakker worden. Ik heb in de tijd dat ik hier woon persoonlijk vijf overvallen of inbraken door gedrogeerde jongeren meegemaakt.”
Cafetaria
Café Capital brandde in 2010 af. Maar deze maand nog zou een nieuw gebouwd concept met feestzaal in de kelder opengaan. “Dat zien we met lede ogen aan.” Wim Pichal gelooft dat de buurt in een neerwaartse spiraal zit.
Wat verder in de Rubenslei woont lerares Goedele Peeters (58), die kleinkindje Adam (5 maand) op bezoek heeft. Zij ziet de terugkeer van
Krutarth Patel Van Eycklei
“Je hoorde vroeger meer verhalen over overvallen en steekpartijen.”
Veronique Vermeir Rubenslei
‘‘Ik was naar Edegem verhuisd, maar na twee jaar besliste ik om terug te keren.”
Café Capital minder somber in. “Het is een gelegenheid tot feest, maar ook een cafetaria en een ontmoetingsplaats. Dat was het vroeger veel minder.”
Het voorbije weekend vond het evenement ‘Feest in het Stadspark’ plaats. Dat vindt Goedele positief. “En er is eindelijk een buurtwerking opgericht om de mensen rond het park te verenigen en samen de problemen aan te pakken.”
Dat is nodig, vindt ze. In de rijzige appartementsblokken is sociaal concact onder directe buren niet vanzelfsprekend. Dat ondervindt Goedele Peeters aan den lijve. “Ik heb lang in Borgerhout gewoond, maar wilde naar een appartement in plaats van een huis. Ik heb gemerkt dat het onderlinge contact hier veel moeizamer verloopt.” Wat verderop woont een vriendin van Goedele, psychologe op rust Veronique Vermeir (63). Het centrum van de stad heeft zo zijn voordelen, zegt ze. “Ik ben een paar jaar geleden uit de Rubenslei verhuisd naar Edegem, maar na twee jaar besliste ik om terug te keren. Hier kan ik alles te voet of met de fiets doen. Het stoorde mij dat ik in Edegem meteen de auto moest nemen. En er gebeurde simpelweg niets dat mij interesseert. In de stad ben ik in een vingerknip in de bioscoop, de bibliotheek, enkele musea en de Italiaanse les die ik volg. En het unieke zicht op groen is erg rustgevend.”
Veronique haalt nog een pijnpunt aan over het park. “Sinds 2008 is het groen er erg op achteruitgegaan. Het gazon van het park gaat kapot en de vijver staat leeg.” Door de werken in de buurt is het grondwaterpeil gezakt en is het water verdwenen. In de plaats ligt een gortdroge bedding. De vissen en vogels zijn uiteraard nergens meer te bespeuren.
Daarin wordt ze bijgetreden door de joodse familie Schwarz uit de Van Eycklei. “Het was vroeger prachtig met het water en de eendjes”, vertelt Rose, mama van acht. “Maar de laatste jaren is het meer een strand geworden. Bezoekers komen er zowaar zonnen in hun bikini. Ik vind het erg jammer dat het er nu zo bij ligt.”
Schaatsen
Haar man Juda valt haar bij: “Het water is niet alleen weg, het park wordt ook minder onderhouden.” De joodse zeventiger E.W., die liever zijn naam niet voluit geeft, woont in de Quinten Matsijslei en herinnert zich nog wat een levendige omgeving het was toen hij opgroeide. “In mijn jeugdjaren konden we sommige jaren schaatsen op de vijver. En ik heb hier ooit een koers gezien met mijn vrienden waarin Eddy Merckx meereed. Hij wachtte tot de laatste rondes om dan iedereen in te halen en uiteraard te winnen. Nu is het iets minder.” Maar toch ziet hij positieve dingen aan het park. “Ik hou van de bedrijvigheid in het skatepark. Ik skate zelf niet”, grapt de man. “Maar ik vind het leuk om te zien. En wandelingen in het park, vooral over de brug, zijn erg aangenaam.”
Diamant
Er zijn ook Indiërs bij de vleet rond het Central Park van de Scheldestad. “Mijn vader zit in de diamantbusiness”, vertelt Krutarth Patel (18) in zijn appartement in de Van Eycklei. “Dat is vlakbij, daarom wonen hier zoveel Indiase mensen. Die joggen en wandelen graag in het groen. Veel families ontmoeten elkaar in het park. De kinderen kunnen er spelen in het zand of rondfietsen.”
Zijn zus Thairya (16) voelt zich ’s nachts niet veilig in het park. “Ik zou er in mijn eentje niet doorwandelen”, zegt ze. “Het zou er minder gevaarlijk zijn met meer verlichting.” Maar Krutarth ziet verbetering. “De politie komt vaker en dat heeft een positief effect. Je hoorde vroeger meer verhalen over overvallen en steekpartijen. Volgens mij gaat het de goede kant uit.”
Goedele Peeters Rubenslei “Er is eindelijk een buurtwerking opgericht om de mensen rond het park te verenigen.” E.W.
Quinten Matsijslei ‘‘Ik hou van het skatepark. Ik skate zelf niet. Maar ik vind het leuk om te zien.” Wim Pichal
Rubenslei “Ik heb al vijf overvallen of inbraken door gedrogeerde jongeren meegemaakt.”