Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Belg zet steeds meer (gekweekte) vis op het menu
De lekkernij op uw bord komt voor het eerst meer uit aquacultuur dan open vangst
De wereldwijde visvangst brak in 2016 met 171 miljoen ton een nieuw record, maar voor het eerst kwam meer dan de helft van de vis op uw bord uit kweekopstellingen. Overbevissing op zee blijft dan ook een ernstig probleem.
We eten met z’n allen alsmaar meer vis: in de voorbije halve eeuw is de wereldwijde vraag naar vis dubbel zo snel gestegen als de bevolkingsaangroei. Dat vertaalt zich volgens de Food and Agriculture Organization (FAO) van de Verenigde Naties in een nieuw vangstrecord van 171 miljoen ton in 2016. Omgerekend is dat een gemiddelde van 20,2 kilogram vis per inwoner per jaar. Op dat vlak scoort de Belg met zijn
23,7 kilogram een stuk beter. Een halve eeuw geleden was dat amper de helft. Vis wint dus omwille van de aanwezigheid van gezonde elementen als omega 3-vetzuren, vitamines en mineralen aan populariteit.
Is er nog genoeg vis over?
Door de toenemende vraag naar vis heerst al geruime tijd een overbevissing in onze zeeën en oceanen: er wordt meer vis gevangen dan de hoeveelheid die lokale vispopulaties kunnen vervangen. Dat probleem neemt jammer genoeg alleen maar toe: veertig jaar geleden was slechts 10% van de zeewateren overbevist, tegenwoordig is dat al een derde (33%). In 60% van de wateren zit de bevissing aan de maximumcapaciteit zodat slechts in 7% dat maximum nog niet is bereikt. Twee jaar geleden ging het nog om 10%. Het leegvissen van de oceanen gaat dus razendsnel.
De Alaskakoolvis was in 2016 de meest gevangen vis, op de voet gevolgd door ansjovis en de echte bonito (de meest gebruikte vis voor tonijn in blik). China is veruit de grootste visserijnatie, met een volume dat dubbel zo hoog ligt als de nummer twee, Indonesië. De soorten die ernstig overbevist worden, zijn afhankelijk van de regio. Dat gaat van zeebaars over het oorsardientje en de Atlantische horsmakreel tot de lodde.
Valt er wat aan te doen?
De westerse landen zijn jaren geleden al overeengekomen dat ze overbevissing willen bestrijden. Dat is nodig, want de Middellandse Zee en Zwarte Zee zijn de meest overbeviste wateren ter wereld. Toch kennen de maatregelen effect, want in deze regio van onze blauwe planeet is het vangstvolume in dertig jaar met de helft gereduceerd. Dat heeft wel een pervers effect: om aan de groeiende vraag van de westerling naar vis op zijn bord te voldoen, importeert het Westen grote hoeveelheden vis uit landen die misschien niet zo nauw toezien op het gevaar van overbevissing.
Is kweekvis wel zo gezond en milieuvriendelijk?
Om vis te kweken, heb je veel ruimte, energie en grondstoffen nodig. De beelden van hoe de kweekvissen in Zuid-Oost-Azië vol antibiotica en ander chemisch spul worden gepropt, hebben aquacultuur geen goede naam bezorgd. Bovendien heeft de explosief groeiende vraag naar visvoer heel wat kwalijke neveneffecten op het milieu.
Toch doen viskwekerijen inspanningen om hun activiteiten duurzamer te maken. Zo schakelen ze langzaam over van visproducten als meel en olie op plantaardige voederproducten als soja en palmolie. Dat betekent wel dat bepaalde visetende vissen overschakelen naar een vegetarisch dieet. Door de opgebouwde kennis en expertise is de hoeveelheid voer die nodig is om een kilo kweekvis op te leveren, fors gedaald. Op die manier wordt aquacultuur wel een duurzaam alternatief voor wilde vis.
Is kweekvis de oplossing?
Het kweken van vis in grote vijvers, meren of in afgesloten delen op zee was in 2016 goed voor 80 miljoen ton, tegenover 91 miljoen ton traditionele vangst. Als je enkel naar de vis voor menselijke consumptie kijkt, overstijgt deze aquacultuur zelfs voor het eerst de ‘wilde’ visvangst. Volgens het FAO blijft de vangst op zee de laatste jaren rond hetzelfde cijfer (79 miljoen ton) schommelen, terwijl het aandeel viskweek met rasse schreden vooruit schiet. Tegen 2030 zou dat oplopen tot 109 miljoen ton, schat het FAO. Het is daarmee wereldwijd de snelst groeiende voedselproducerende bedrijfstak.
De meest gekweekte vissen zijn verschillende karpersoorten, tilapia en – slechts op de negende plaats – (Atlantische) zalm. Maar ook de kweek van zeewieren neemt omwille van de vele toepassingsmogelijkheden en hoge voedingswaarde wereldwijd toe. China overtreft in aquacultuur ook al de rest: deze oosterse natie kweekt meer vis dan alle andere (vooral Aziatische en Noord-Afrikaanse) landen samen.
En de smaak dan?
Wilde vis wordt over het algemeen als smaakvoller aangezien dan gekweekte vis. Toch lijkt hier stilaan het cliché ‘smaken verschillen’ op te gaan. Verschillende proeftesten hebben uitgewezen dat slechts weinigen nog een smaakverschil onderscheiden.