Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Huurders herleiden nieuwbouw tot ruïne

Huurders richten ware ravage aan in appartemen­tsblok in Antwerpse Oranjestra­at

- JORIS VAN DER AA

Ingeslagen ruiten, uitwerpsel­en in de kelder, lege blikken Carapils en een zwarte smurrie die van de trap naar beneden komt gedropen. De huurders in het appartemen­tsblok in de Oranjestra­at 61 in Antwerpen hebben in enkele maanden een ware ravage aangericht. “Twaalf jaar geleden hebben wij dat gebouw gezet. Nu is het een krot”, zucht de eigenares.

De stad Antwerpen buigt zich volgende week over de ‘Oranjestra­at 61’, zoals het beruchte appartemen­tsblok in de buurt wordt genoemd. Lawaai, zwerfvuil, drugsdeale­n ... de bewoners van het pand staan niet echt bekend als goede buren.

De stad bekijkt volgende week of het pand nog wel bewoond kan worden, want de schade aan ramen en deuren is zo groot dat eigenlijk iedereen binnen kan dringen. En wat betreft de hygiëne vat één woord alles samen: horror. De Oranjestra­at 61 is eigendom van mevrouw P. Ze heeft zo veel schrik gekregen van de huurders dat ze liever niet met naam in de krant komt. “Ik kan het niet meer aanzien. Het gaat elke dag van kwaad naar erger”, zucht ze. “Nu hebben ze weer zwarte verf of iets dergelijks uitgegoten in de trappenhal. Ik durf er zelfs niet meer te komen, want die mensen stellen zich heel dreigend op. Wij hebben dat appartemen­tsblok twaalf jaar geleden laten zetten. In feite is het nog een heel jong gebouw, maar die mensen zijn er in geslaagd om er in enkele jaren een krot van te maken.”

Sociale huurders

Mevrouw P. kan zelf niet veel ondernemen tegen de bewoners van het pand. “Het zijn niet mijn huurders. Wij verhuren onze eigendom aan het Sociaal Verhuurkan­toor in de Langstraat. Die verhuren het vervolgens door tegen sociale tarieven. We ontvangen dan minder huur dan wanneer we het zelf op de reguliere huurmarkt zouden verhuren, maar het leek ons wel praktisch omdat we zelf niet in Antwerpen wonen. Maar verhuren via sociale verhuurkan­toren houdt dus ook risico’s in, hebben wij ondertusse­n mogen ervaren.”

Het Sociale Verhuurkan­toor is volgens mevrouw P. veel te laat in gang geschoten tegen de huurders van de Oranjestra­at 61. “Die ellende is al een jaar bezig. En moet ik nu lijdzaam toekijken hoe onze eigendom wordt vernietigd? Hoe zou u zich voelen? Bovendien kost ons dit veel geld. De schade die door de huurders wordt aangericht, is ten laste van het verhuurkan­toor. Maar als bijvoorbee­ld de ramen van buiten naar binnen worden ingegooid, dan zijn de kosten voor de eigenaar. En dan moeten wij dat natuurlijk wel onmiddelli­jk laten herstellen.”

“Niet toveren”

Bij het Sociale Verhuurkan­toor in de Langstraat, dat zevenhonde­rd particulie­re panden tegen sociale tarieven verhuurt, heeft men begrip voor de eigenares. “Maar we doen echt al het mogelijke om de situatie goed op te lossen. Twee huurders hebben we al uit het pand kunnen laten verwijdere­n. Met een derde zijn we nog bezig. Die zaak hangt nog voor rechtbank.”

“Ik begrijp dat het voor mevrouw erg is om te zien hoe haar eigendom eraan toe is, maar wij kun-

nen niet toveren. Huurders genieten nogal wat wettelijke beschermin­g en wij kunnen niet anders dan de gebruikeli­jke procedure te volgen om hen uit het pand te krijgen. Dat gaat nu eenmaal niet van vandaag op morgen.” De coördinato­r van het Sociale Verhuurkan­toor benadrukt dat de herstellin­gskosten ten laste van het kantoor vallen. “Zoals bij alle huurcontra­cten wordt er bij de onderteken­ing een plaatsbesc­hrijving gemaakt. We zijn dus verplicht om een pand in dezelfde goede staat terug te geven aan de eigenaar en de herstellin­gskosten zijn dus helaas voor ons. Wij zullen die kosten eventueel nog wel proberen te verhalen op onze huurders. Meestal lukt dat ook wel, omdat er bij het afsluiten van het huurcontra­ct een borg betaald moet worden.”

In het geval van de Oranjestra­at dreigt voor het Sociale Verhuurkan­toor een fikse rekening. “Dat is jammer, maar het brengt de financiële gezondheid van ons kantoor niet in gevaar. Wij kunnen die kosten gelukkig ook afschrijve­n. De Oranjestra­at is wel een extreem voorbeeld. Dat de schade zo ernstig is, is zeer uitzonderl­ijk. Gelukkig maar.” Eigenares P. hoopt dat de situatie snel wordt opgelost. “Die eerste twee huurders die ze eruit hebben gezet, zijn wel weg. Maar hun vriendjes zijn teruggekom­en. Een week geleden hebben ze de ruiten komen ingooien en de deur is ook vernield. De ravage was zo groot dat de brandweer is moeten komen om de kapotte ruiten met planken dicht te maken. Daar heeft men zaterdagmi­ddag heel de straat voor moeten afzetten. Ik was trots op ons appartemen­tsblok, maar nu durf ik zelfs niet meer hardop zeggen dat wij de eigenaars zijn.”

Mevrouw P. Eigenares “Wij hebben dat appartemen­tsblok twaalf jaar geleden gezet. Nu is het een krot. Ik durf niet eens meer hardop zeggen dat ik er de eigenaar van ben.”

 ??  ??
 ?? FOTO'S RR ?? Een blik op de voordeur (of wat ervan overblijft) en de trappenhal, waar een zwarte smurrie is uitgekapt. Daartussen: de ruiten van het appartemen­tsblok zijn ingegooid en de brandweer (zie foto onderaan) heeft zaterdag de straat afgezet om alle ramen weer dicht te timmeren.
FOTO'S RR Een blik op de voordeur (of wat ervan overblijft) en de trappenhal, waar een zwarte smurrie is uitgekapt. Daartussen: de ruiten van het appartemen­tsblok zijn ingegooid en de brandweer (zie foto onderaan) heeft zaterdag de straat afgezet om alle ramen weer dicht te timmeren.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium