Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Greg Van Avermaet in het geel over kasseien naar Roubaix
Het wijsvingertje voor de lippen. Zo bolde Dylan Groenewegen gisteren uit na zijn eerste sprintzege in deze Tour. Het gebaar was veelbetekenend. Na het openingsweekend had de kritiek uit eigen land het Amsterdamse Jerommeke in zijn ziel geraakt. “Als sprinter antwoord je maar beter met de pedalen”, zei hij met een brede glimlach.
De manier waarop de rookie van vorig jaar op de stevig hellende Avenue Jean Mermoz in Chartres de sprint naar zijn hand zette, deed terugdenken aan Kuurne - Brussel Kuurne van begin dit jaar, maar ook aan de Champs-Elysées van vorige zomer toen hij als een komeet aan het firmament verscheen. Groenewegen en Gaviria hadden we vorige week getipt als de nieuwe generatie topsprinters die de gevestigde waarden met succes naar de kroon zou steken. Gaviria scoorde twee keer en ook Sagan schreef vlotjes twee etappes bij op zijn palmares. En de sprinter van LottoNL-Jumbo? Die liet het
afweten, tot gisteren, vrijdag de dertiende. Gaviria heeft het gisteren geweten dat Groenwegen herboren is, want er was meer dan één fietslengte verschil tussen de twee jonge bolides.
“Over het openingsweekend kan ik heel kort zijn. Het liep gewoon voor geen meter”, was de Nederlander heel open. “Mijn benen voelden rotslecht aan. Natuurlijk zat ik er wat mee. Ik had geen power en dan houdt het snel op. Al viel het niet mee. De mensen begonnen te praten: dat het ondanks mijn negen eerdere zeges toch nog net wat anders
was in de Tour. Zo zie je maar dat je in zo’n grote ronde maar beter niet te snel conclusies trekt. In rit vier, met aankomst in Sarzeau, voelde ik al wat beterschap. De power was opnieuw in de benen, ook al kwam ik niet verder dan een vierde plaats. Mijn ploeg bleef wel vol achter mij staan, ook al omdat ze weet hoe hard ik toegeleefd heb naar dit evenement.”
Robbie McEwen, zelf winnaar van een dozijn Tourspurten, zei vorige week donder-
“Mijn ploeg bleef wel vol achter mij staan, ook al omdat ze weet hoe hard ik toegeleefd heb naar dit evenement.” Dylan Groenewegen
dag dat hij niet twijfelde aan de intrinsieke snelheid van Groenewegen, maar wel aan de Tourbestendigheid van zijn lead-outkoppel Amund Grondahl Jansen en Timo Roosen. “De Tour is nog wat anders dan ritten in de Dubai Tour of Parijs-Nice”, zei McEwen, die in de Tour als wieleradviseur voor de Australische tv-zender SBS werkt. “Hij heeft het juist gezien”, stelde ploegleider Jan Boven. “Maar het is aan ons om te bewijzen dat het wél zo is.”
“Good job”
Gisteren viel alles dus in de juiste plooi. “Met dank aan mijn team, dat me in een chaotische finale perfect afzette”, aldus Groenewegen. “In de lange laatste rechte kilometers met rommelige bewegingen in het peloton speelden we elkaar kwijt. Ik riep Timo dat ze op rechts moesten komen. We vonden elkaar terug op twee kilometer van de finish. Dat is ook een van de verschillen met vroeger. Toen regisseerde de Duitser Robert Wagner de sprinttrein, nu ben ik diegene die de leiding heeft. Dat is natuurlijk wat wennen, maar zag je hoe lekker het liep. Roosen zette me perfect in het wiel van Alexander Kristoff, die al op 300 meter van de streep versnelde. Op dat moment zag ik door de helling zelfs niet eens waar de streep was. Honderd meter verder zag ik een gat en dook erin. Het was fijn om backstage een schouderklopje te krijgen van Peter Sagan, die welgemeend zei: Good job, man. Als je wint, heb je nu eenmaal altijd goed je job gedaan. Ik had de perfecte uitgangspositie, de perfecte benen en reed de perfecte sprint.” Als het uitsluitend aan de ontketende Groenewegen ligt, gaat de 25-jarige Nederlander vandaag in Amiens verder op zijn elan. “Eerst probeer ik met een glaasje champagne te genieten van het succes van vandaag. De druk is nu wel van de ketel. Het groen? Dat interesseert me voorlopig niet. Eerst ritoverwinningen boeken en pas dan kom je eventueel in het groene verhaal terecht.”