Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Nu of wellicht nooit meer

André Greipel, Mark Cavendish, Marcel Kittel en Arnaud Démare krijgen vandaag laatste kans om te scoren voor hooggeberg­te

- WIM VOS, BRAM VANDECAPEL­LE

Zij kwamen met grote verwachtin­gen naar de Tour. Op zoek naar minstens één ritzege. En als het even kon zelfs meer dan één. Maar na precies zeven Tourdagen en vier massasprin­ts staat de teller nog altijd op nul. Vandaag krijgen ze een laatste kans om die nul nog voor het hooggeberg­te uit te wissen. Cavendish, Greipel, Kittel en Démare: de alarmbelle­n klinken oorverdove­nd luid.

André Greipel Hoe groot is de malaise?

Aan de aftocht van de Duitser te merken behoorlijk groot. De afgelopen dagen was Greipel nog zo welwillend zijn nederlaag uit te leggen, maar gisteren maakte hij gretig gebruik van het feit dat het hotel van Lotto Soudal enkele kilometers voorbij de finish lag. Zonder een woord van uitleg reed Greipel door. Er viel nochtans wat uit te leggen. Na een bemoedigen­de derde plaats dinsdag lijkt Greipel terug bij af. In Chartres zat hij van meet af aan te ver en deed hij nooit mee voor de zege. Een achtste plaats was het maximale dat er uit te halen viel. Conclusie: na vier massasprin­ts heeft de tienvoudig­e ritwinnaar in de Tour welgeteld één keer – even – mogen dromen van de zege. Schraal.

Lukt het vandaag wel?

De optimisten zullen vast menen van wel. Net door die rit dinsdag in Sarzeau – ook wij dachten toen even dat de Duitser op weg was naar winst. Maar het is een dun houvast, er mangelt iets bij Greipel. Hetzelfde wat vorig jaar ook al mangelde. De Duitser mag dan wel beweren dat zijn waarden nog altijd dezelfde zijn als in zijn topjaren, zijn positioner­ing en timing zijn dat duidelijk niet meer. De Greipel van zijn topjaren zou na vier massaspurt­s nooit vrede hebben moeten nemen met een eervol bijrolletj­e.

Mark Cavendish

Hoe groot is de malaise?

Heel groot. Na vier massasprin­ts behaalde hij pas gisteren zijn eerste top tien. In de andere sprints verscheen zijn naam zelfs niet in de top twintig. Zelfs Timothy Dupont doet twee keer beter. Volgens Cavendish ligt de oorzaak vooral bij de treintjes. “Quick.Step en Bora zijn van een ander niveau. Hun snelheid ligt veel te hoog. Dan is het voor mij bijna onmogelijk om daarmee te concurrere­n. In de sprint van gisteren werd ik ook nog eens gehinderd door Kristoff.”

Lukt het vandaag wel?

Volgens the feeling van Cavendish wel. “In de laatste 200 meter had ik eindelijk opnieuw dat gevoel dat ik vloog. Ook de cijfers op mijn wattagemet­er zijn prima. Ik blijf het proberen. Ik besef ik dat ik met mijn rug tegen de muur sta. Het is geen gemakkelij­ke situatie, maar ze zijn nog niet van mij verlost.”

Ook zijn ploegmaats blijven in hun kopman geloven. “Wij gaan morgen zeker en vast opnieuw alles geven voor Cav. Zonder de minste twijfel”, zegt Julien Vermote. “Zo’n sprinter verdient dat, en ook respect. We hebben allen nog steeds het gevoel dat wanneer alles eens meezit in de slotkilome­ter, het wel bingo zal zijn.”

Arnaud Démare Hoe groot is de malaise?

Die mindert sprint na sprint. In de openingsri­t was er na een val op 15 kilometer van de streep van een sprint geen sprake. Op dag twee zette hij te vroeg aan en kwamen Sagan en Gaviria er nog over. In Sarzeau was zijn sprinttrei­n in geen velden of wegen te bekennen. Gisteren liep het dan al veel beter. “Dit keer deed de ploeg het wel goed. Sinkeldam en Guarnieri zetten mij goed af. Toen er vanaf links een golfbewegi­ng kwam, koos ik voor het wiel van Sagan, maar raakte ik een beetje ingesloten.”

De kopman van Groupama-FDJ (vierde) reed een snellere sprint dan Sagan. “Zowel van de ploeg als van mij was dit de beste sprint uit deze Tour.”

Lukt het vandaag wel?

Parcourske­nnis heeft Démare alvast genoeg. De Fransman is vandaag de régional de l’étape. Hij woont al heel zijn leven in Beauvais, 50 kilometer ten zuiden van Amiens en studeerde enkele jaren in de aankomstpl­aats. “Ik heb deze etappe al maanden in mijn hoofd zitten.”

Wat niet in zijn voordeel speelt, is dat het vandaag de Franse nationale feestdag is. De voorbije twintig jaar konden maar vier Fransen juichen in de Tourrit op Quatorze Juillet: Laurent Jalabert (2001), Richard Virenque (2004), David Moncoutié (2005) en vorig jaar Warren Barguil.

Marcel Kittel Hoe groot is de malaise?

Eigenlijk trekt de Duitser de droeve lijn van de voorbije maanden door. Al sinds maart wacht Kittel op een nieuwe overwinnin­g. Toen hij op dag één van deze Tour derde werd achter Gaviria en Sagan, dachten we even dat er beterschap was. En ook zijn vijfde plaats in Sarzeau kon je nog deftig noemen. Maar in de andere twee massasprin­ts deed Kittel letterlijk niet mee. Gisteren bolde hij als 114de, en op één na laatste in het peloton, over de streep. Hij vluchtte onmiddelli­jk de rennersbus in om er niet meer uit te komen. Kittel heeft eerder al lange periodes gehad waarin hij kwetsbaar was en het winnen verleerd leek. Dit doet er sterk aan denken.

Lukt het vandaag wel?

Hoogst twijfelach­tig. Vooral de communicat­ie binnen Katusha lijkt een heikel punt. Rick Zabel, bij afwezighei­d van de geblesseer­de Haller de finale lead-out van Kittel in de Tour, eindigde in Chartres elfde. Zabel snapte er zelf niks van. “Plots zat Kittel niet meer in mijn wiel. Op anderhalve kilometer riepen ze in mijn oortje dat ik dan maar zelf mijn kans moest gaan.” Eigenaardi­g. In vorige sprints zagen we dan weer dat Kittel op één kilometer van de streep voor Zabel reed. Nog eigenaardi­ger. Met Sabatini had Kittel vorig jaar bij Quick.Step Floors een gouden gids in de spurt. Bij Katusha heeft hij die duidelijk niet.

 ?? FOTO AFP ??
FOTO AFP
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium