Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zo beleefden de Belgen Alpe d’Huez
Alpe d’Huez mag dan wel de Nederlandse berg worden genoemd, ook zeventien Belgen reden de lastige slotcol van de koninginnenrit naar boven. Het relaas van de eerste (Oliver Naesen), de laatste (Timothy Dupont) en de grootste Belg (Tim Declercq, 1m92) na hun eerste kennismaking met Alpe d’Huez. BRAM VANDECAPELLE
Oliver Naesen, 29ste “Ik heb niks herkend door mijn bezwete zonnebril”
“Ikke den eerste Belg? Krijg ik daar een prijs voor? Een stukje in de krant? Allez, vooruit. Ik had al eens de Col de Sarenne opgereden aan de andere kant van de berg en toen ben ik Alpe d’Huez afgedaald. Ik moet zeggen... Berg- op is hij veel plezanter. Het is echt iets ongelofelijk. Na zo’n twee moordcols doet elke inspanning pijn, maar dankzij die ambiance rijd je voortdurend met kiekenvel op je armen. Dan lukt alles beter. Of ik genoten heb van de besneeuwde bergtoppen of van de enthousiaste toe- schouwers? Wacht. Ik zal u eens mijnen zonnebril aan- doen (zet zijn zonnebril om mijn neus). Voila. Herken jij er nog iets mee door al dat zweet dat daar vanbinnen is op aangekoekt? Neen he. Op de psychologe van de ploeg na heb ik langs de kant niemand herkend. Gelukkig kon ik wel nog horen. Ik had het geluk om net achter Bauke Mollema en Wout Poels langs bocht zeven te passeren. Het was net Aalst carnaval, fantastisch.”
Tim Declercq, 121ste “Alleen de laatste twee kilometer heb ik genoten”
“Tussen de massage en het avondmaal heb ik nog even geslapen, zo kapot was ik. In principe verteer ik zo’n berg- rit wel goed. Ondanks mijn 1m92 weeg ik ‘maar” 79 kilo- gram. Toch raakte ik boven op de tweede col even in paniek dat ik niet voor het verstrijken van de tijdslimiet zou binnenkomen. In het begin van de rit kreeg ik op- dracht om bij onze geloste sprinter Gaviria te blijven. Toen die opgaf, moest ik beginnen aan een zotte inhaalrace. Bo- ven op de Col de la Croix de Fer had ik een achterstand van zeventien minuten. Tijdens de slotklim heb ik elke kilome- ter afgeteld. Ik was zo hard gefocust dat ik onderweg ook slechts één Belgische vlag heb ik herkend. Pas toen ik in de laatste twee kilometer kwam en wist dat ik uit de probleemzone was, heb ik een beetje kunnen genieten van mijn eerste Alpe d’Huez. Eigenlijk valt die qua lastigheid wel goed mee. In de bochten is het langs de buitenkant bijna vlak, ideaal om je even te herlanceren.”
Timothy Dupont, 144ste “Ik heb me volgepropt met gellekes”
“Van alle sprinters ben ik normaal een van de beteren bergop, maar na drie dagen was het ook voor mij zwaar afzien geblazen. Vlak voor de voet van Alpe d’Huez kreeg ik opeens een gigantische hongerklop. Ik heb het dan even rustig aangedaan en mij volgepropt met alle energiebars en gellekes die ik maar kon vinden. Door dat plotse overtal aan eten deed mijn maag een beetje lastig, maar ik heb geprobeerd zo kalm mogelijk te blijven en heb met de jongens rond mij zo goed als mogelijk proberen rond te rijden. Ik had de klim nog nooit gereden, maar wist dat het zwaarste deel in het begin van de col lag. Eenmaal ik binnen de laatste drie kilometer kwam en wist dat ik nog vijftien minuten had om binnen de tijdslimiet van 41’26” te geraken, heb ik het een beetje kalmer aan kunnen doen en zelfs kunnen genieten. Al zal ik van deze inspanning toch even moeten recupereren.”