Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zomerpuzzels
Bart
’t Is niet dat ik Karl Vannieuwkerke écht gemist heb, want de voorbije weken was hij uiteraard niet van het scherm weg te slaan als het onvermoeibare gezicht van
Villa Sporza, maar dinsdag maakte ik toch een vreugdesprongetje toen de generiek van Vive Le Vélo weer op de beeldbuis verscheen. Alleen al het feestelijke muziekje dat erbij hoort – Paris Sera Toujours Paris gezongen door de heerlijk hese Zaz – gaf aan dat er veelbelovende televisie in het verschiet lag.
Ik zou liegen mocht ik mezelf een groot wielerliefhebber noemen. Vorig jaar heb ik me na een week met vrienden in de buurt van de Mont Ventoux weliswaar een koersfiets laten aanpraten – tweedehands! koopje! – maar die staat nog steeds onaangeroerd in de berging. Dat heeft, geef ik toe, met ijdelheid te maken. Jarenlang heb ik wat lacherig gedaan over mannen van middelbare leeftijd die in strak spannende koersbroek over het jaagpad puften. Het vooruitzicht dat ik – eveneens van middelbare leeftijd – straks in zo’n belachelijk ding zal rondrennen stemt me niet vrolijk. Ik ben dus nu al volop discrete fietswegen aan het uitstippelen waar je – de occasionele eekhoorn niet te na gesproken – nooit iemand tegenkomt. Dat soort renner ben ik dus: iemand die zich betrapt voelt telkens ik in koersbroek iemand kruis die deel uitmaakt van mijn brede vriendenkring. De gedachte alleen al dat iemand daar ooit een foto van maakt en die op een brede waaier sociale media post houdt me nu al wakker. Enfin: dit alles om even te kaderen dat ik ongeveer evenveel met wielrennen heb dan met kleiduifschieten, kantklossen of quantumfysica. En toch zijn er weinig televisieprogramma’s die ik met méér plezier bekijk dan Vive Le Vélo. Dat heeft voor een deel met traditie te maken, want het is intussen al twaalf jaar een vaste zomerse afspraak. Maar los daarvan geniet ik van de informele presentatiestijl die Karl erop nahoudt. ’t Zit ergens tussen informeren en bewonderen in, aangelengd met een mespuntje empathie. Er komt bovendien al eens een glas wijn op tafel, waardoor je het gevoel hebt dat je in de tuin van een rustieke gîte een gesprek onder vrienden volgt.
Het format is door de zomers heen tot in de puntjes geperfectioneerd. Beetje sport, beetje interview, af en toe wat filosoferen over het leven en tussendoor nog een paar minuutjes human interest. Allemaal fraai in beeld gebracht op locaties om bij weg te dromen. Want doordat Karl zijn tent elke dag ergens anders opslaat is dit tegelijk een reisprogramma. Nu Les Bleus wereldkampioen geworden zijn met een treurig staaltje anti-voetbal zat mijn sympathie voor onze zuiderburen op een dieptepunt, maar na amper twee afleveringen weet ik zeker dat Karl me de volgende weken weer op andere gedachten zal brengen. Al blijft Frankrijk de hel op aarde voor vegetariërs, is het merendeel van de wijn er te duur voor wat er in de fles zit en zijn er weinig landen waar je slechter kan eten.
Of Karl me dus snel weer een keer op vakantie zal krijgen naar l’Hexagone, lijkt me twijfelachtig. Maar morgen ga ik dus wél eindelijk die koersbroek kopen. Mochten we elkaar een van de volgende weken kruisen terwijl ik op de racefiets zit, kijk dan even de andere kant op. Of lach ermee, zoals ik dat vroeger ook deed. Maar als het even kan: graag binnensmonds.