Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik hou van de geur van de Maas”
Koen Broucke verhuist naar oude villa die opnieuw de oorspronkelijke naam ‘Villa des Roses’ krijgt
Heel wat bekende figuren passeerden de afgelopen 150 jaar in het Waalse Waulsort, de plek waar kunstenaar Koen Broucke sinds kort is komen wonen. “Waulsort is niet alleen prachtig, het ademt ook geschiedenis.”
Veel verser kun je een pas verhuisde mens niet treffen. Koen Broucke zit nog tussen de verhuisdozen als we bij hem langsgaan. Eén nacht heeft hij nog maar geslapen in zijn nieuwe woonst, op de zetel dan nog, omdat de bedden 72 uur lang vanuit hun vacuümverpakte rollen op adem moeten komen voordat er een mens op kan liggen, maar dat kan hem niet deren. “Dat wordt hier stil ’s nachts, onvoorstelbaar. Ik ben zo blij dat het nog bestaat”, zegt hij. Koen Broucke heeft vooral uren zitten kijken naar de lichtinval, niet onbelangrijk voor een schilder, en vanochtend heeft hij na een ochtendwandeling de druivelaar aan de gevel al gesnoeid.
Villa des Roses was de oorspronkelijke naam van de villa die Koen Broucke vorig jaar heeft gekocht. “De naam is van het huis verdwenen, maar ik wil die in ere herstellen.” Zo is er met dank aan Willem Elsschot alvast een belangrijke link met Antwerpen.
Het is niet toevallig dat Koen Broucke naar Waulsort is getrokken. Vier jaar geleden maakte hij met ex-stadsdichter Peter Holvoet Hanssen, journalist Pascal Verbeken en schrijver Koen Peeters voor een boek een expeditie naar Miavoye, een dorpje in Wallonië waar Paul Van Ostaijen zijn laatste maanden (eind 1927, begin 1928) doorbracht in een sanatorium waar hij behandeld werd voor tbc. Op die tocht passeerden ze ook Waulsort, dat met zijn charmante straatjes en prachtige villa’s indruk maakte op het gezelschap.
“In 1876 en 1880 kwam Hendrik Conscience hier op vakantie met zijn kleinzoon”, vertelt Koen Broucke. “Schrijver August Snieders, ooit even beroemd als Conscience, bracht er graag zijn zomers door. Karel Van het Reves
Nacht op een kale berg speelt zich hier af. En Karl Van den Broeck noemde Waulsort ooit de Ardeense Rivièra. Als je oude postkaartjes bekijkt, voel je meteen wat hij bedoelt.”
Zelf heeft Koen Broucke ook een oude postkaart van Waulsort, eentje waarop ook zijn nieuwe huis staat. Het raam van zijn nog onbeslapen slaapkamer staat open. “Deze villa’s zijn gebouwd voor de allerrijksten. Ik vind het ongelofelijk dat ik als gewone kunstenaar hier kan wonen”, vertelt hij. Al wil hij daar wel een paar kanttekeningen bij maken. Zijn huis in Boechout staat nog te koop, het perceel van zijn nieuwe huis is door de vorige eigenaar verkaveld, wat de prijs behoorlijk drukte en Koen Broucke is van
Koen Broucke
Kunstenaar
plan om een paar kamers te verhuren als kunstenaarsresidentie.
“De vorige eigenaar heeft de belangrijkste verbouwingen al gedaan. Ik moet nog veel zaken afwerken en er wordt binnenkort nog een oude parket gelegd.”
Vandaar ook dat Koen Broucke deze zomer in een kaal en bijna leeg huis zal wonen. Pas als de vloer er is, verhuist hij de rest van zijn spullen. Nu zijn alleen de hoogstnodige zaken meegekomen: verf, penselen, wat boeken en keukengerei.
Ook de koelkast is nog leeg. Er staan alleen een pak rijstmelk en een fles rosé in. Rosé dan maar, om te klinken op een nieuwe start in een nieuw huis. Daarna volgt de rondleiding. In de keuken toont Koen Broucke op gevaar van eigen leven de diepe waterput die tevoorschijn komt onder een loodzwaar stenen putdeksel. Boven laat hij de lichte slaapkamers zien, zijn noordatelier om te schilderen, zijn bureau waar heel de dag de zon binnenvalt, en een zolder waar hij zich kan terugtrekken en waar nog een kast komt om zijn schilderijen in op te bergen.
“Er zijn veel schilders die op een bepaald moment dicht bij de natuur gaan wonen”, vertelt Koen Broucke. “Monet en Picasso bijvoorbeeld. Niet dat ik me met hen vergelijk, maar ik voel me wel met hen verwant. Als jonge kunstenaar heb je de stad nodig. Je moet netwerken en mensen leren kennen. Als je ouder bent, maakt het niet uit waar je werkt. Ik zie het nu als een voordeel dat curatoren en verzamelaars mijn atelier kunnen bezoeken en kunnen blijven logeren.”
“Als jonge kunstenaar heb je de stad nodig. Je moet netwerken en mensen leren kennen. Als je ouder bent, maakt het niet uit waar je werkt.”
“Deze villa’s zijn gebouwd voor de allerrijksten. Ik vind het ongelofelijk dat ik als gewone kunstenaar hier kan wonen.”
Wandelend inspiratie opdoen Zelf studeerde Koen Broucke af
als historicus voor hij zich op het schilderen toelegde. Al is hij de twee zaken altijd blijven combineren. Vier jaar geleden begon hij aan een doctoraat in de kunsten aan de KULeuven, in samenwerking met Luca Gent en Brussel. “Mijn doctoraat gaat over slagvelden. Ik verzamel informatie en ga ter plaatse wandelen om al tekenend inspiratie op te doen.” In Turnhout was er vorig jaar al een tentoonstelling in het Taxandriamuseum over de slag van Turnhout in 1789 en het slagveld op de Tielenheide een paar eeuwen eerder. In Mechelen exposeerde Koen Broucke in De Garage met impressies van de bloemen en kruiden die kort na een hevige strijd alweer opschieten op een slagveld.
“Samen met Koen Peeters werk ik nog aan een project in Oostende, waarvoor we twee jaar maandelijks naar Oostende zijn gegaan om de grote en kleine geschiedenis van de stad terug op te roepen. We wandelen met andere mensen in de voetsporen van bekende figuren als Hugo Claus, James Ensor of Léon Spilliaert.”
Perspectivisme, noemt hij het zelf. “Gepikt van Nietzsche. Ik houd ervan om in de voetsporen van anderen te lopen, of om met iemand samen een ander perspectief te zoeken.” Hij zal het in Waulsort ongetwijfeld ook nog doen.
Van de vorige eigenaar kreeg Koen Broucke een bestofte plastic zak met documenten, die hij gevonden had in een van de valse plafonds. “Ik heb er al eens in gekeken. Er zitten documenten in van drukkerijen en ook van confiserie Galliaert in de Lammekensstraat in Borgerhout. Ik ga het nog eens rustig bestuderen.”
Oase van rust in de Villa 1900
Omdat de middag nadert, wandelen we in de brandende zon naar de Villa 1900, verderop in het dorp. Die ligt wat verstopt, maar aan wegwijzers geen gebrek en Koen Broucke kent de weg. Hij is al vaker komen eten bij de sympathieke Diane Olivier en Adelin Deltenze, die drie jaar geleden Villa 1900 hebben geopend. “We hebben er een coöperatieve voor opgericht, van mensen uit het dorp, vrienden en sympathisanten. Beneden is een winkeltje met lokale producten, boven serveren we eten. Fietsen huren kan hier ook”, legt Adelin uit, terwijl zijn vrouw in de keuken voorbereidingen treft voor het middageten.
Adelin en Diane zijn mensen met een missie. 80% van wat er op de borden komt, hebben ze in een straal van dertig kilometer gekocht van lokale boeren of kleine bedrijfjes. Verrassend genoeg zit daar zelfs struisvogelbiefstuk bij, want bij Dinant is een struisvogelboerderij.
Diane komt een koud roomsoepje van tuinbonen en kruiden brengen. “Ah, jullie hebben het over de struisvogels. Dat is heerlijk vlees en heel belangrijk voor ons: de dieren worden daar ook geslacht. Ze komen recht van het veld het slachthuis binnen. Tsjak, gedaan. Ze moeten dus geen stress hebben voor een transport.”
Twee keer per jaar organiseren Diane en Adelin samen met hun medewerker Olivier Gebka ook een tentoonstelling in de Villa. Dit jaar gaat die over de Eerste Wereldoorlog in Waulsort en hoe het dagelijks leven doorging ondanks de strijd. Koen Broucke: “Blijkbaar was hier ook een groot slagveld. Terwijl ik juist dacht even aan de slagvelden te ontsnappen, heeft het onderzoek me weer eens ingehaald.”
Zijn doctoraat mondt later dit jaar uit in een reeks tentoonstellingen en een bundeling van de gebruikte methoden. Maar in november staat er ook al een expositie gepland met de titel Zomer in
Waulsort. Koen Broucke: “Ik weet dus wat me te doen staat. William Turner en Félicien Rops legden de unieke bocht in de Maasvallei al vast in tekeningen en schilderijen. Ik kijk er naar uit om eropuit te trekken met wandelschoenen en een rugzak om de omgeving te verkennen en de Maas te schilderen. Wist je trouwens dat de Maas een heel specifieke geur heeft? Ik houd van die geur. Kom, laten we de rivier oversteken.”
Vervallen buitenverblijf
Koen Broucke vraagt nog snel naar de beste zwemplekjes in de Maas en dan wandelen we naar de rivier. Een gespierde man, de laatste veerman op de Maas, zet voetgangers over op een klein bootje dat hij vooruit trekt met een stalen kabel. Met je ogen dichtgeknepen zie je het vervallen hotel Regnier uit 1904 weer tot leven komen, met de rijke toeristen die er destijds de zomer kwamen doorbrengen. Ooit was er zelfs een glijbaan die uitmondde in de Maas.
Op de andere oever is ook nog een relikwie uit die periode: middenin het bos staat l’Ermitage de Cascatelles, ook wel huis Bernard genoemd, naar de misantroop die er woonde. Wat ooit een chic buitenverblijf geweest moet zijn, is nu een vervallen ruïne. Koen Broucke neemt plaats achter de oude piano die binnen staat. Overal liggen papieren en kapotte meubels. Naar boven gaan is te gevaarlijk, want het huis staat echt op instorten.
Via de brug aan de stuwdam wandelen we terug naar het dorp van 650 inwoners. In de zomer worden dat er, met de toeristen erbij, bijna twee keer zoveel. Koen Broucke hoort sinds kort bij de vaste inwoners, al moet hij zijn inschrijving bij de gemeente nog in orde brengen.
Drie dagen na ons bezoek verschijnen er op het Facebookprofiel van de kunstenaar foto’s van badende mensen in de Maas. Zwemplek gevonden. Bij deze is Koen Broucke gedoopt als nieuwe inwoner van Waulsort.