Gazet van Antwerpen Stad en Rand
GERAINT THOMAS EN CHRIS FROOME:
Geraint Thomas en Chris Froome gaan nek aan nek slotweek in, maar blijven herhalen: zolang er maar iemand van Sky wint
“Het zijn niet wij die mekaar moeten aanvallen, het zijn de anderen die ons moeten aanvallen.”
“We are good mates.” Goede vrienden. Zo omschreef Geraint Thomas op de rustdag zijn relatie met Chris Froome. Nek aan nek gaan ze vandaag de derde week in. Thomas op één, Froome op twee. Twee ploegmaats met een gezamenlijk verleden dat tien jaar teruggaat in de tijd. Maar kan vriendschap in de koers zo ver gaan dat je de andere, ten koste van jezelf, de eindzege in de Tour gunt?
Greg LeMond zou het jaren later openlijk bekennen. Het was in de Tour van 1986 en net als vandaag stonden er twee ploegmaats op één en twee. Bernard Hinault had al vijf eindzeges op zak, de veel jongere Amerikaan LeMond was bij La Vie Claire zijn grote ‘rivaal’. Nadat hij Hinault een jaar eerder loyaal aan de eindzege had geholpen, moest de Tour van 1986 voor LeMond zijn. Maar Hinault zelf hoopte stiekem op een zesde zege. Het leidde tot een zelden gezien theaterstukje. Voor de schermen pretendeerden ze de beste vrienden te zijn: hand in hand reden ze op Alpe d’Huez over de streep. Maar achter de schermen maakte Hinault LeMond het leven zo zuur dat die elke avond diepongelukkig zijn kamer opzocht. Zijn beste momentje, zou de Amerikaan later grinnikend zeggen, beleefde hij toen hij na een rit met hevige buikkrampen in een camper van de ploeg belandde en hij geen andere keuze had dan zijn achterste af te vegen met een dozijn foto’s van zijn beroemde Franse ploegmaat. Vuiler en heerlijker tegelijk kon wraak niet zijn.
Maskers
Is het theater? Of is het oprecht? Ook gisteren, op rustdag twee, lieten Chris Froome en Geraint Thomas geen kans onbenut om hun uitstekende onderlinge verstandhouding te benadrukken. Onderlinge rivaliteit? Alleen al de wijze waarop de ploeg ze broederlijk aan één tafel had gezet, moest dat tegenspreken. Of de ene de andere zou durven aanvallen voor het geel? Ontwijkend: “Het zijn niet wij die mekaar moeten aanvallen, het zijn de anderen die ons moeten aanvallen.” Waarna ze allebei hetzelfde zinnetje in de mond namen: “Zolang er maar iemand van Team Sky in Parijs op het hoogste trapje van het podium staat, ben ik gelukkig.”
Het is de grote vraag na twee weken Tour: kan de loyaliteit aan je ploeg zo groot zijn dat je er je eigen kans op Tourwinst ondergeschikt aan wil maken? Zelfs al gaat het om een unieke kans? Thomas kan hier zijn eerste Tour winnen, Froome kan met een vijfde zege in een uitgelezen galerij van recordhouders plaatsnemen. En dan toch het teambelang vooropstellen? Afgaande op het verleden lijkt het weinig geloofwaardig. Coppi - Bartali in de jaren ‘50 van de vorige eeuw, LeMond - Hinault in de jaren ‘80, Ullrich - Riis in de jaren ‘90 en Froome - Wiggins amper zes jaar geleden: allemaal ploegmaats die beiden in een en dezelfde Tour aanspraak dachten te maken op de eindzege en allemaal deden ze tijdens de Tour meer dan hun best om de schijn op te houden. Rivalen? Ga weg. Maar snel na de Tour vielen de maskers altijd af: natuurlijk had het intern ‘gewrongen’.
Surreëel
Waarom het hier anders zou zijn? Misschien omdat ene argument: ze hebben wél een gezamenlijk verleden. Coppi en Bartali reden voor verschillende merkenploegen en waren in de Tour – toen nog met landenploegen – tot mekaar veroordeeld: verder hadden ze bitter weinig met mekaar. Hinault had LeMond altijd al een vervelend aanstormend baasje gevonden. Riis en Ullrich kenden mekaar tot zes maanden voor Riis’ Tourzege in 1996 totaal niet. En dat Wiggins en Froome het niet met mekaar konden vinden, bleek al tijdens de Tour van 2012 uit de venijnige tweets van hun beider echtgenotes.
Dàt is anders voor Froome en Thomas. Al sinds ze als prille
“Het voelt surreëel. Als ik terugga naar onze jaren bij Barloworld in 2008 en 2009, denk ik niet dat we ooit gedacht hadden dat dit mogelijk zou zijn: Thomas en ik die als eerste en tweede in het klassement de derde week van de Tour ingaan.” Chris Froome
“Het zijn niet wij die mekaar moeten aanvallen, het zijn de anderen die ons moeten aanvallen.” Geraint Thomas en Chris Froome
twintigers hun intrede in het profpeloton maakten, lopen hun carrières parallel. In 2008 reden ze beiden voor het toen nog onbeduidende Barloworld, in 2010 maakten ze samen de overstap naar Sky. Toen Froome in 2008 zijn eerste Tour reed en anoniem 83ste werd, was Thomas al niet ver uit de buurt.
Froome benadrukte het ook gisteren op de rustdag. “Het voelt surreëel”, zei hij lachend. “Als ik terugga naar onze jaren bij Barloworld in 2008 en 2009, denk ik niet dat we ooit gedacht hadden dat dit mogelijk zou zijn. Thomas en ik die als eerste en tweede in het klassement de derde week van de Tour ingaan. Dit is een droom.”
Is het dat wat hen zo gul maakt tegenover mekaar? Dat gedeelde verleden? Cyril Guimard, de legendarische ploegleider van Hinault en Fignon, lachte het zondag nog weg in L’Équipe. “Ik geloof nooit dat Froome de zege straks zomaar aan Thomas gaat laten”, wees hij op de tomeloze eerzucht die elke Tourwinnaar eigen is.
Maar Thomas lijkt het wel te geloven. “We zijn goede vrienden”, sprak hij gisteren. “We leven in dezelfde streek, we trainen vaak samen en we schieten prima met mekaar op.”
Waarna hij er fijntjes aan toevoegde. “Tot nu toe toch.”
De hele perszaal moest er om lachen, maar het was wél de essentie van deze hele Tour.