Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ook al moet ik zelf niet plassen, ik ga mee met hem”

De tien Tourgebode­n van Oliver Naesen, de luitenant van Romain Bardet

- BRAM VANDECAPEL­LE

Ze begonnen met zeven, maar na de opgaves van Gallopin, Domont en Vuillermoz zijn ze nog met vier, de helpers van Romain Bardet bij AG2R-La Mondiale. Eén luitenant steekt erbovenuit: Oliver Naesen. Zijn tien geboden om zijn kopman naar het Tourpodium te sleuren: van Bengaals vuurwerk doven tot samen gaan plassen. I Gij zult uw schouder zetten “Kijk hier! (toont zijn rechtersch­ouder) Zie je die blauwe plek? Dat is van tien dagen geleden. Er stond weer zo’n kwiet op straat met een camera. Ik wist dat Romain schuin links achter mij reed. Als ik zou uitwijken, lag Romain op de grond. Week ik niet uit, reed ik tegen die camera aan.

Toink! Vol met mijn schouder tegen die camera. Het deed ferm pijn, maar het hoort bij mijn taak als bodyguard. Als Romain achter mij rijdt, ben ik voortduren­d bezig met aanwijzing­en geven: Pas op, daar staan kinderen. Iets meer naar links. Het zijn kleine zaken, maar doe ik dat niet dan zijn de risico’s te groot. Onze ploegmaat Alexis Vuillermoz zit al terug thuis met een gebroken schouder omdat hij een toeschouwe­r die op de weg sprong om een foto te nemen niet meer kon ontwijken. Gebeurt dat met Romain, dan is onze ploeg onthoofd.” II Gij zult bengaals vuur doven

“Het is een minderheid, maar je kan niet geloven wat voor domme mensen er soms langs de kant staan. De meeste toeschouwe­rs zijn positief ingesteld en echte koersfans, maar sommige ezels helpen het om zeep. Afgelopen weekend stonden er weer drie langs de kant met bengaals vuur in hun handen. Voor wie dat nog nooit heeft ingeademd: dat is hetzelfde als wanneer iemand van een sigaret trekt en de rook nadien in je gezicht blaast, maar dan maal tien. Wij waren op dat moment in volle inspanning en zoekend naar adem. Enfin, niet ideaal dus. Niet voor mij, niet voor Romain. Ik heb dus die fakkel uit een van die mannen zijn hand geslagen, maar ik was eigenlijk liever afgestapt en had die man liever een lel verkocht.” (lacht) III Gij zult de Franse fans negeren

“Het zit mij echt superhoog met dat boegeroep en fluiten van sommige Franse fans. De haat en nijd in hun ogen wanneer een renner van Team Sky passeert… Vreselijk. Wanneer die passeren, springen er halve garen op de weg om hen uit te jouwen. Anderhalve seconde later passeren Romain en ik en beginnen ze te applaudiss­eren en roepen ze: Allez Romain! Dan denk ik: Och man,

kruip terug in uw grot. Ik rijd niet bij Team Sky, maar zelfs mijn emmer is stilaan aan het overlopen. Hopelijk kan ik die fans blijven negeren, want anders gaat het een van hen een tand kosten.”

(lacht) IV Gij zult rust uitstralen

“Mijn belangrijk­ste taak is om Romain heelhuids door de vlakke en winderige etappes te loodsen. Dit jaar kwam daar ook de kasseirit bij. Ik probeer op zulke dagen dan extra rust uit te stralen. Ik wil dat Romain

voelt dat ik het helemaal onder controle heb, want hij heeft dan al stress genoeg. Als de zijwind het peloton op de kant zet, zeg ik hem: Maak je geen zorgen. Als er een gaatje

valt, rijd ik dat wel toe. In de finales van de eerste hectische sprintritt­en liet ik met opzet een gaatje van vijf meter met de renner voor mij en riep ik: Calme-toi. Pas de stress. In de Roubaix-rit heb ik die zinnen constant moeten zeggen. Ik had ze vooraf beter opgenomen en via een megafoon laten afspelen. Drie keer reed hij die rit lek. De laatste keer op zes kilometer van de streep. Ik zei dan: Pas de panique. Terwijl ik eigenlijk besefte dat het die keer heel moeilijk zou worden om nog op tijd terug te keren.” V Gij zult samen gaan plassen

“Mijn dagtaak begint van bij de start. Ik moet filteren: kijken of de ontsnapte renners geen gevaar vormen voor het klassement. Nadien is het wachten tot wanneer Romain moet gaan plassen. Ook al moet je dan zelf niet plassen, je stapt mee af. Anders moet Romain alleen tussen de auto’s terugkeren. Soms sta je daar dan te faken, maar meestal komt er wel iets uit. Wat er gebeurt als ik nadien zelf moet plassen? Ik kan plassen terwijl ik fiets. Romain kan dat niet. Elk zijn talent, hé.” VI Gij zult overuren kloppen

“Normaal kan ik mij in het begin van de rit nog een beetje wegsteken. Maar omdat er al drie renners naar huis zijn, duren mijn werkdagen langer. Ook in de bergritten moet ik vol aan de bak. In de rit naar Alpe d’Huez heb ik mogen buzze geven. Latour was mee in de vlucht, Dillier is absoluut geen klimmer. Bleven nog over: Mathias Frank en ik. Mathias is deze Tour al twee keer gevallen. Die hangt vol met plakkers en rijdt rond met een blauw oog. Niet ideaal om te presteren, dus mocht den deze aan de bak. Ik ben die rit echt boven mijzelf moeten uitstijgen. Halfweg de beklimming van de Croix de Fer kwam Mikel Landa naast mij rijden: Froome ziet er niet goed uit. Wat denk je? Jij en mijn ploegmaat Soler trekken straks even door om Froome in de problemen te

brengen. Ik draai mij om en geef de info door aan Romain: Prima. Als het straks wat steiler wordt, versnel je

maar. Ineens ging het van 370 watt naar 450 watt. Genoeg om het koord rond mijn strot stevig dicht te knijpen. Bedankt, Landa.”

VII Gij zult niet aanvallen

“Of ik een extra premie krijg nu ik werk voor drie? Neen. Ik zou een extra premie krijgen, mocht ik een rit winnen. Maar dat zal niet gebeuren, want ik mag niet aanvallen. Stel dat ik ten aanval trek, dan zitten er nog maar drie renners bij Romain. En de meeste van die mannen hebben minder feeling met mogelijke waaiers. Deze situatie is niet nieuw. Vorig jaar was dat ook al. Ik vind dat maar normaal. Met het klassement van Romain en de witte trui van Latour hebben we grote doelen. Dan gaat de ploegleidi­ng niet zeggen: Het is goed, Oli, ga jij maar eens in de aanval om wat in beeld te rijden. Mocht ik dan al een vrijgeleid­e krijgen, moet je het ook wel afmaken. Ik had ook graag meegegaan in die vlucht van 32 naar Mende. Maar dan ook winnen? Greg was mee en werd dan twintigste. Zo’n resultaat weegt niet op tegen het feit dat Romain die dag misschien minuten verliest. Ik ben in deze Tour voor 100 procent een slaaf. En daarmee kan ik leven. Tot juni en na de Tour mag ik dan wel de kopman zijn. In de BinckBank Tour en Canada rijdt heel de ploeg voor mij.”

VIII Gij zult tevreden zijn met compliment­en

“Als Romain straks opnieuw op het podium staat en Latour het wit behoudt, dan komt er aardig wat prijzengel­d in de pocket. Maar voor dat prijzengel­d moet je al dat knechtenwe­rk niet doen. Het is een leuke bonus en je kan ermee op vakantie gaan, maar je kan er zeker geen huis mee zetten. Het belangrijk­ste is dat Romain ons werk oprecht waardeert. Meteen na elke rit maakt hij er een punt van ons persoonlij­k te komen bedanken, ook al lopen er op dat moment honderd hongerige Franse journalist­en achter hem aan. Voor mij is dat voldoende. Het doet ook deugd dat Romain zijn ambitie voorlopig ook waarmaakt. Ook Uran, Mollema en Yates hadden luitenante­n zoals ik, maar zij zakten wel al door het ijs. Het werk van hun helpers is voor niks geweest.”

IX Gij zult uw plaats kennen

“Nu we maar met vijf in plaats van acht renners meer zijn, wordt het wel steeds moeilijker om je plaats in het peloton op te eisen. Vorig jaar reden wij altijd achter de trein van Team Sky en maakten de andere ploegen daar geen spel van. Nu worden we iets minder gerespecte­erd. En met vier wringers in plaats van zeven is het moeilijk om ploegen als Sunweb of LottoNL-Jumbo tegen te houden. We kennen onze plaats en moeten daarmee leven. Gelukkig is Romain een kopman die kan sturen. Hij durft zich vastbijten in een wiel. Andere klassement­srenners durven dat veel minder.”

X Gij zult de kopman rust gunnen

“Romain en ik komen prima overeen, maar we delen niet dezelfde slaapkamer. Axel Domont was zijn vaste kamergenoo­t, maar die zit ook al geblesseer­d thuis. Romain ligt nu alleen op de kamer. Ook al is de band nog hechter dan de voorbije jaren omdat we nu maar met vijf zijn, je moet de kopman zijn rust gunnen. Die jongen is zo overbevraa­gd. Hij staat niet te springen voor extra drukte of aandacht. Tijdens het avondmaal wordt er veel gelachen en beleven we een echt groepsmome­nt. Tijdens het ontbijt is dat al veel minder. Dat ligt vooral aan mij. Wanneer ik eindelijk beneden ben, is Romain meestal al klaar. Hij is een vroege vogel. Ik ben meer een werkpaard.”

 ?? FOTO BELGAIMAGE ?? Zie je Oliver Naesen in de Tour, dan zie je meteen ook zijn kopman RomainBard­et. “Mijn belangrijk­ste taakis om Romain heelhuids door de vlakke en winderige etappes teloodsen.”
FOTO BELGAIMAGE Zie je Oliver Naesen in de Tour, dan zie je meteen ook zijn kopman RomainBard­et. “Mijn belangrijk­ste taakis om Romain heelhuids door de vlakke en winderige etappes teloodsen.”
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium