Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Zo slecht is het niet”
Intussen komt ploegmaat Jelle Vanendert met een dertiende plaats weer boven water
Beste Belg gisteren: Jelle Vanendert op de dertiende plaats. En dat mocht best een verrassing heten. Net nu de gewezen ritwinnaar in de Tour voor het eerst sinds 2012 nog eens voor de Tour was geselecteerd, leek de Limburger bezig aan een onopvallende julimaand. Vorige week in de Alpen was hij zelfs totaal onzichtbaar. “Ik moest me beperken tot aanklampen”, gaf hij eerlijk toe.
Maar gisteren stak hij dan toch zijn hoofd boven water. Uitgerekend in de Pyreneeën waar hij in 2011 zijn grote gloriedag op Plateau de Beille kende, glipte Vanendert mee in de goede ontsnapping. “Ik was naar de Tour gekomen om minstens een keer mee in de vlucht te zitten”, klonk het. “Dat is tenminste al gelukt.”
Maar vooral positief: na zijn moeilijke dagen in de Alpen mocht Vanendert eindelijk weer een keer tevreden zijn over zijn dag. “Het was nog geen superdag, maar het was wel al veel beter dan de voorbije dagen”, blikte Vanendert terug. “Ik was zeker niet bij de minderen in de kopgroep. In de eerste drie, vier kilometer van de slotklim voelde ik mij zelfs goed. Ik probeerde nog om wat voorsprong te pakken. Maar om echt een dichte ereplaats te boeken, moet je over je limiet kunnen gaan. Dat ging niet.”
Of dit enig perspectief biedt voor de volgende dagen, wil Vanendert niet zeggen. Maar de perceptie dat hij aan een matige Tour bezig is, spreekt hij wel tegen. “De dag voor Mûr de Bretagne werd ik vijftiende. Op weg naar Roubaix had ik ook een goede dag. En nu ben ik dertiende. Zo slecht was het nog niet. Alleen moeten alle stukken eens in mekaar passen. Dat is nog niet het geval geweest voor onze ploeg. Maar dat geldt voor veertien andere ploegen in de Tour evengoed.”