Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Kandidaat-huurders sociale woning moeten vier tot acht jaar wachten
Schepen Duchateau blijft bij 10% sociale woningen, maar sector ziet nood aan meer woningen
Wie een sociale woning wil huren, moet geduld aan de dag leggen in Antwerpen. De wachttijd schommelt bij de huisvestingsmaatschappij Woonhaven gemiddeld tussen vier en acht jaar, naargelang het type woning en district. Ook de wachtlijst groeit.
Vlaams Belang-gemeenteraadslid Wim Van Osselaer vroeg de cijfers op bij Antwerps schepen van Wonen en Woonhaven-voorzitter Fons Duchateau (N-VA). Bij Woonhaven stonden vorig jaar 19.935 mensen op de wachtlijst, of een stijging van 2,6%. Deze huisvestingsmaatschappij telt zo’n 16.208 beschikbare woningen. Bij De Ideale Woning gaat het om 39.378 personen op de wachtlijst. Deze huisvestingsmaatschappij wijst erop dat kandidaat-huurders die in de stad wonen en zich inschreven voor een woning in meerdere districten dubbel worden geteld.
Dit is een gevolg van de lange wachttijden voor een sociale woning. Voor een studio van Woonhaven in het district Antwerpen moet een kandidaat gemiddeld vier jaar wachten. Voor een woning met één of meerdere slaapkamers is het soms tot acht jaar wachten. In sommige districten is het aanbod zo beperkt dat het onmogelijk is voor Woonhaven om een realistische wachttijd te kunnen opgeven. Ook bij de twee andere sociale woningmaatschappijen, De Ideale Woning en ABC, is de situatie niet veel beter en loopt de wachttijd soms op tot gemiddeld tien jaar, vooral voor woningen met drie en meer slaapkamers.
“Het woonbeleid in de stad Antwerpen faalt duidelijk”, zegt Van Osselaer. “De wachttijden voor sociale woningen zijn onaanvaardbaar lang geworden. Sociale huisvesting is duidelijk geen instrument meer voor sociale bescherming.”
Een belangrijke oorzaak is volgens hem de toewijzingen van een sociale woning aan mensen die niet de Belgische nationaliteit hebben. In Antwerpen zou dat om 51% van de toewijzingen gaan. Hij pleit ervoor om deze mensen slechts toegang te geven tot een sociale woning als ze eerst een aantal jaren in België hebben gewoond en gewerkt.
Van Osselaer is geen voorstander van het bijbouwen van sociale woningen en deelt daarbij het standpunt van schepen Duchateau.
“We hebben in het bestuursakkoord duidelijk vastgelegd dat het aandeel van sociale woningen op 10% blijft”, zegt Duchateau. “Dat is meer dan wat Vlaanderen oplegt. Ik besef dat er veel mensen op de wachtlijst staan, maar we nemen al onze verantwoordelijkheid. Meer sociale woningen bouwen, zou de deur openzetten naar het aantrekken van meer armoede en dat zou het maatschappelijk draagvlak van Antwerpen ondergraven. Ons woonbeleid richt zich vooral op het aantrekken van jonge tweeverdieners. Het is nu aan de randgemeenten om zelf voldoende aanbod te creëren aan sociale woningen. Bovendien is er nog nooit zoveel geïnvesteerd in sociale huisvesting. We zorgen ervoor dat de huidige sociale woningen voldoen aan het hedendaagse wooncomfort en voldoende geïsoleerd zijn.”
Björn Mallants, directeur van de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen (VVH), deelt de visie van schepen Duchateau niet. Hij spreekt tegen dat extra sociale woningen een aanzuigeffect zouden hebben. Dat komt vooral omdat eigen inwoners voorrang krijgen op een sociale woning. In Antwerpen waren er in 2016 1.658 toewijzingen van een sociale woning.
“1.646 daarvan gebeurden aan kandidaat-huurders die in Antwerpen woonden”, zegt Mallants. “Dat is 99,5%. Sociale woningen zuigen geen armoede aan, ze lossen die op. Het is bovendien een dam tegen armoede. Antwerpen ligt boven de 9% sociale woningen die Vlaanderen oplegt, maar je moet rekening houden met de specifieke sociaal-economische toestand van de bewoners in je stad. In Antwerpen moet het aandeel aan sociale woningen verdubbelen tot zelfs verdrievoudigen. Als alle sociale huurders in de stad spontaan zouden vertrekken, dan kun je de woningen direct vullen met kandidaten uit Antwerpen die op de wachtlijst staan. Dat wil zeggen dat dit geen aanzuigeffect genereert, maar armoede in eigen stad oplost.”
Björn Mallants Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen
‘‘Het aandeel sociale woningen moet minstens verdubbelen.’’