Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Onze analyse
Net als bij het middenveld is de conclusie helaas: het huiswerk is nog niet klaar. Met het vertrek van huurlingen Joaquin Ardaiz en Obbi Oulare boet Antwerp vooraan in aan kwaliteit. Ardaiz had nog veel schaafwerk nodig, maar toonde in het slot van de competitie toch dat hij als 19jarige bijzonder veel in zijn mars had. En met Obbi Oulare had de Great Old weliswaar een blessuregevoelige maar toch stevige spits in huis, die op zijn eentje een defensie kon bezighouden.
Nog een aderlating: het vertrek van Stallone Limbombe. Vaak een ongeleid en wispelturig projectiel, maar een kerel die dankzij het harde regime van Bölöni en het engelengeduld van T2 Wim De Decker uitgroeide tot een prof die met zijn snelheid en acties het verschil kon maken.
Met Bolingi haalde Antwerp een ‘laat ontdekt’ rastalent binnen. Standard plukte hem in 2017 weg bij de Congolese topclub TP Mazembe. Hij werd meteen verhuurd aan Moeskroen, waar hij in 26 competitiewedstrijden goed was voor 7 goals en 2 assists. Bolingi stond ook in de belangstelling van Anderlecht, maar Antwerp dokte sneller de gevraagde transfersom (naar verluidt meer dan 1 miljoen euro). En ook Bolingi toonde al zijn talent in de voorbereiding, maar ook hier moet de toekomst uitwijzen of hij écht de topspits is die Antwerp zocht.
Hetzelfde verhaal met Didier Lamzel Ké, die ook als een rastalent wordt beschouwd én meteen een langdurig contract kreeg voorgeschoteld. Maar hier is het afwachten of hij de stap van de Franse tweede klasse naar de Jupiler Pro League goed verteert. Idem voor Antoine Bernier, niet zomaar een belofte bij Anderlecht, waar hij zijn eerste profcontract tekende, maar kan hij zich bij Antwerp wél doorzetten?
De conclusie mag duidelijk zijn: de aanval kan nog een extra beslissende flankaanvaller én een extra spits gebruiken. Ook al bleven vaste én bepalende waarden als Rodrigues en Owusu.