Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ons paradijs is de hel geworden”
26 mensen stierven in tuin van Jason Fragos
Dertig mensen konden ze redden door de poort open te zetten van hun privédomein op de kliffen van Mati. Maar in de tuin van de familie Fragos werden ook 26 mensen levend verbrand. “Hadden we maar meer kunnen doen.”
Razendsnel zagen lokale bewoners en toeristen maandagavond de vlammenzee naderen in het kustplaatsje Mati. In een poging te vluchten, stapten velen in de auto, maar op de hoofdweg richting zee stropte alle verkeer. Terwijl achter hen het vuur oprukte, sloegen bestuurders in paniek het hobbelige bospad Irinis in. Op dat bospad, waar de familie Fragos in haar statige huis vlak bij het strand woont, kwamen ze vast te zitten. Tussen twee brandhaarden.
“Mijn ouders hoorden roepen en schreeuwen”, zegt zoon Jason (20). “We waagden ons door de dichte rook en richting de vlammen die tegen een razend tempo op ons afkwamen om onze poort te openen. Zo konden we een dertigtal mensen via onze trappen naar het veilige strand begeleiden. Wisten we veel dat even later een tweede groep dezelfde vluchtroute zou nemen.”
Alles geprobeerd
Die groep haalde het strand niet. De familie Fragos besefte pas dinsdag dat tussen de bomen die hun overgrootvader ooit plantte 26 mensen verkoold werden teruggevonden. Onder hen ook kleine kinderen.
“We zouden alles hebben geprobeerd om ook hen te redden, maar we hebben hen niet gezien of gehoord. We dachten eerst dat we goed hadden gedaan... Nu zitten we met een schuldgevoel.”
Het gezin weet niet of ze op deze plek nog een toekomst hebben. “Dit was ons paradijs. Nu is het veranderd in de hel. Alle bomen en huizen zijn zwartgeblakerd of afgebrand. Hier leeft niks meer.”