Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Een remedie tegen de waan van de dag”
De volle 23 jaar lang was Paul Bistiaux bij Royal Antwerp FC de bekendste en kleurrijkste clubsecretaris van het land. “Brandweerman”, noemde hij het zelf. Voortdurend in de weer om overal kleine en grote branden te blussen op de ontvlambare Bosuil. Maar niet alleen op Antwerp liet hij zich graag gelden, in zijn typische Antwerpse stijl, even fijnzinnig als humoristisch. Van advocaat over plaatsvervangend vrederechter tot voorzitter van de Muziekkapel van de SintPauluskerk: Bistiaux was en is het allemaal. En vanaf dit seizoen, elke zaterdag, ook columnist voor Gazet van Antwerpen. De Gazet heeft mij gevraagd om elke week een stukje te schrijven over sport ‘in de brede zin van het woord’. Ik voel me best wel vereerd door dit verzoek, maar tegelijk ook een beetje onder de indruk.
Om te beginnen heb ik in een vorig leven regelmatig aanvaringen gehad met deze en andere kranten. Mijn goede verhouding met de meeste journalisten en redacteurs kon niet voorkomen dat er toch meer dan eens heroïsche discussies ontstonden. De aanleiding van de discussie was dan ofwel wat er geschreven was ofwel wat er niet geschreven was. En in een aantal gevallen zelfs datgene wat er geschreven had moeten worden, volgens mij althans. Zoals zovele anderen die aan de weg timmeren, had ik de slechte gewoonte om elke letter die er over mijn club verscheen onder een vergrootglas te wikken en te wegen. Het heeft een tijd geduurd voor ik de rol en de betekenis van de pers een juiste plaats kon geven. Vervolgens wordt er van mij verwacht dat ik hier en daar mijn opinie geef. Dat schrikt mij af omdat we in een tijd leven waarin we ongevraagd al bedolven worden onder de opinies van Jan en alleman. In dit verband kan ik niet voorbijgaan aan de beroemde quote: opinions are like assholes, everybody has one (het is mij niet duidelijk wie de oorspronkelijke auteur van deze woorden is, maar in gesproken vorm komt de eer uiteraard toe aan Clint Eastwood als Dirty Harry in de gelijknamige film).
Het is eigen aan de mens dat hij over alles een opinie heeft. Maar waar die mening vroeger hoogstens verspreiding kende aan de tapkast van de lokale kroeg, wordt zij thans via de sociale media ongevraagd de wereld rondgestuurd. Het internet als elektronische cafétoog. Het is een prachtig medium, maar tegelijkertijd een open riool waarin elke zwakzinnige ongestoord en anoniem zijn gevoeg mag doen.
De ziekte van Twitter is nog erger. Het is hét excuus voor de globalisering van cafépraat. Drie lijntjes gewauwel en klaar. De president van Amerika bestuurt de wereld door middel van korte slogans die hij om de zoveel uur afscheidt, de ene al dwazer dan de andere. De waan van de dag regeert, meer dan ooit. De enige remedie daartegen is om alles wat gebeurt in een historisch perspectief te plaatsen. Het resultaat is meestal geruststellend. Daar kan een column als deze misschien toe bijdragen. Al gauw ziet men immers in dat er niet zoveel nieuws onder de zon is. De technologie verbetert razendsnel, maar de menselijke ziel met haar vele duistere spelonken blijft onveranderd. Het collectief geheugen blijkt extreem kort. Wat vandaag de geesten beroert, zelfs verhit, gebeurde vroeger ook al, zij het in een primitievere vorm.
Antwerpen en sport liggen mij na aan het hart. In tegenstelling tot wat mijn familienaam doet vermoeden, ben ik een geboren en getogen sinjoor en mijn ouders waren dat ook. Er zijn al veel beschouwingen gewijd aan de relatie van de Antwerpenaar tot zijn stad. En meestal zijn die juist. Een neiging tot zelfoverschatting, tot spot, tot zeuren ook. Maar toch: als ik komende van Nederland vanop het verguisde viaduct de vele torens van de stad zie – religieuze én profane – krijg ik steeds dat warme, herkenbare gevoel.
En zoals Engeland de bakermat is van de meeste en zeker van de populairste sporten in de wereld, zo geldt in ons land Antwerpen als de wieg van de sportbeoefening. Het heeft mij altijd gefascineerd hoe bijna elke sport in onze stad haar eerste georganiseerde verschijning heeft gedaan: voetbal, wielrennen, zwemmen, basketbal, boksen, korfbal… En dit is geen chauvinistische oprisping, integendeel, deze uitspraak is stevig gedocumenteerd. Vele beroemde clubs, waarvan het bestaan drie eeuwen overspant, hebben hun wortels in onze stad. En er zijn maar 22 steden in heel de wereld die de Olympische Zomerspelen hebben georganiseerd en jawel, Antwerpen is er daar één van. En om af te sluiten: de eerste Gouden Schoen werd uitgereikt aan een Antwerpenaar, een echte, van de Seefhoek. Ik kan mij geen krachtiger statement indenken.
‘‘Ik kan niet voorbijgaan aan de beroemde quote van Dirty Harry: Opinions are like assholes, everybody has one.’’