Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Van pedicure tot zomerkleedje: ik soigneer mijn schapen”
Lam uit de schaapskooi van boer Benny De Busser uit Kasterlee
Wie niet kan slapen van de warmte, mag altijd schaapjes komen tellen in Kasterlee. “Het begon met drie schapen om het gras onder moeders wasdraad kort te houden”, zegt schapenboer Benny De Busser, die nu 300 blatende meisjes onder zijn hoede heeft. “Er is steeds meer vraag naar lam, ook als Pasen allang voorbij is. Lamsvlees heeft een heel puur imago.”
Er was een tijd dat in de Kempen talloze herders met hun kuddes over de schrale heides rondzwierven. “Nu zijn er nog maar weinig schapenboeren en herders over”, zegt Benny De Busscher, terwijl hij zijn schapenkudde met de hulp van border collie Jill richting schaapskooi drijft.
“Al hoor je de laatste jaren weer meer geblaat: begrazen met schapen is in opkomst in veel natuurgebieden. Zo heb ik een kudde van 150 Kempense heideschapen die het natuurgebied van het militair domein van Tiel begraast. De lammetjes daarvan zijn qua vlees het lekkerst als ze zes weken zijn. Ideaal voor een mooi melklammetje op tafel bij Pasen of op communiefeesten.”
Niet alleen in natuurreservaten, maar ook aan de toog van de slager is er meer vraag naar de witte blaters. “In die mate dat ik met alleen de lammetjes van de heideschapen nooit aan de vraag zou kunnen voldoen. Een heideschaap is ook niet het beste vleesschaap: het gedijt op schrale kost. De dieren zijn ideaal voor kale heidegronden omdat ze zowel distels als berkenscheuten eten. Door hun kostje bij elkaar te zoeken op de heide ontwikkelen ze geen ferme bouten of mooie schouders. Daarom heb ik ook een eigen kruising van Texelaars en Swifters op de grasvelden achter onze boerderij rondlopen”, zegt Benny.
“Pure Texelaar geeft soms een beetje droger vlees, bij Swifters is dat mooier dooraderd. En het zijn zeer goede moederdieren: ze lammeren makkelijk en veel. Een Texelse ram met Swifterse ooien, dat geeft het mooiste lamsvlees, niet alleen als melklam van zes weken, maar ook als lam van drie tot zes maanden oud.”
Geen schandalen met schapen
Veel lamsvlees in de supermarkt komt van de Nieuw-Zeelandse velden. “Daar hebben ze ruimte en land te over om grote schaapskuddes te houden, dat is niet meer denkbaar in dichtbebouwd Vlaanderen. De schapenboeren in België zijn ook niet talrijk genoeg om aan de stijgende vraag naar lamsvlees te voldoen, dus vind je veel invoer van over de oceaan. Of dat zo sappig smaakt als onze lammeren hier in Kasterlee, daar heb ik wel mijn vragen bij, als je weet dat daar dieren tot 1 jaar oud als ‘lam’ geslacht worden. Dat verklaart ook de lagere prijs ervan.”
Lamsvlees is aan een opmars bezig, het paaslam voorbij. “De vraag blijft groeien. Ook al eten mensen wat minder vlees, ze vragen vaker naar lam. Dat er geen sprake is van vleesschandalen met schapen speelt daarbij ongetwijfeld ook een rol. En lam leent zich perfect tot zomerse barbecues, denk maar aan een mooi gegrild koteletje met rosévlees of een sappig merguezworstje.” Al heeft Benny altijd een lamsschoudertje klaarliggen voor op zijn eigen barbecue, wie begint te watertanden kan bij verschillende slagers terecht. En zelfs bij sterrenchefs. “Bij de Pastorale in Retie kopen ze vaak een heel lammetje, dat ze verwerken om er prachtige gerechten van te maken. Ook bij Potiron in Kasterlee staat mijn lam geregeld op het menu. En je kan lam voor je barbecue vinden bij slagers met een hart voor hun ambacht en liefde voor lokaal vlees, zoals Geert Hermans in Retie en Filip Ceurs- ters in Oosthoven.”
De laatste koe
Als kleine jongen droomde Benny al van het boerenleven. “Ik bracht mijn zomers door op de boerderij van mijn grootouders, die melkkoeien hielden. Op mijn 15de zat ik op landbouwschool. Het was altijd mijn droom om boer te worden, zoals mijn grootvader. Toen die door hartproblemen met de boerderij moest stoppen, en de laatste koe op de camion geladen werd, sprongen de tranen bijna in mijn ogen. Ik heb eerst jaren in de sociale sector gewerkt voor de roep van het boerenleven te sterk werd.”
Als zorgboer combineert hij het beste van de twee werelden: “Ik weet hoe ik met dieren moet omgaan, ik weet hoe ik mensen die het moeilijk hebben in het leven kan ondersteunen. Daarom stel ik de boerderij ook open voor jongeren en ouderen die moeite hebben om mee te draaien in de maatschappij of wat werkervaring willen opdoen.” Schapen zijn heel benaderbare, aaibare dieren. “Dat maakt de
Benny De Busser
Schapenboer ‘‘Ook al eten mensen wat minder vlees, ze vragen vaker naar lam. Dat er geen vleesschandalen met schapen zijn, speelt daarbij ongetwijfeld een rol.’’
drempel laag om ermee te werken. Vaak zijn ze zo enthousiast dat ik ook hulp krijg bij andere klusjes op de boerderij: van de wol in zakken doen tot de gazon in de voortuin afrijden. De gazon, dat is niet mijn favoriete klusje, dus dat zou vaak blijven liggen mocht ik geen hulp krijgen van de schapen. Mijn vader had hetzelfde probleem: het gras onder de wasdraad van mijn moeder stond vaak te hoog. En omdat hij liever ging crossen op zijn fiets dan achter de grasmaaier te lopen, kocht hij drie schapen. Zo is het eigenlijk allemaal begonnen.”
Pedicure
Benny’s interesse in schapen groeide met de jaren. “Ik was als kind meer met koeien bezig. Maar op de landbouwschool leerden we ook voor schapen zorgen. Boer Franske toonde mij daar als jonge gast hoe we hun hoefnagels moesten bijknippen, bijvoorbeeld. Een kunst die ik tot de dag van vandaag nog niet verleerd ben.” Benny soigneert zijn blatende meisjes comme il faut. Van pedicure tot zomerkleedje, hij zorgt ervoor dat ze er als witte wolkjes bijlopen. “Ze lopen er nu frisjes bij in hun zomervacht. De scheerwol die hier in zakken staat, gaat op de boot naar China om daar verwerkt te worden tot wol. Daar zet niemand in de Kempen zich nog aan, die tijden zijn voorbij.” Waar de Kempenaars wél pap van lusten, is schapenijs. “Samen met enkele andere schapenboeren heb ik me verenigd in De Kempische Schapenzuivel. Bij Het Vaneleke in Merksplas kan je schapenmelk, -yoghurt, -kaas en -ijs proeven. Het is een zeer gezond product en zacht van smaak, iets zoeter ook. Het vormt een alternatief voor mensen met een allergie voor koemelk omdat het lactose-arm is. De melk bevat bovendien veel vitamine A en D en heeft een hoger eiwitgehalte dan koemelk.”
En er zit geen uitgesproken smaakje aan, zoals bij geitenmelk. “Mijn dochters zijn er ook zot van, van ons schapenijs. De boerderij overnemen, dat zien ze niet zitten later: te veel werk, papa, zeggen ze dan. Met de melkschapen die erbij zijn gekomen, is het ’s morgens ook altijd om zes uur opstaan om de dieren te melken.”
Janneke en Mieke
Met schaap Janneke een wandelingetje maken, dat ziet dochter Kaat (10) dan weer wel zitten. “Met Janneke en Mieke gaan we vaak wandelen, ook op vraag van de gasten in ons vakantieverblijf, met uitzicht op de schaapsweiden”, zegt Benny. “En ik ben ook graag op weg als herder, met Jill de border collie naast mij. Mensen vragen daar geregeld om: of ze niet met mij en de kudde mogen meewandelen, en dat kan. Onderweg krijg ik dan vaak veel vragen van mensen die stoppen en foto’s nemen. Alleen wielertoeristen in lycrapakjes hebben het niet zo op schaapjes op de weg begrepen. Die beginnen makkelijk te vloeken als we op hun fietspad lopen.”
Tot slot: is ‘dom schaap’ een belediging met een grond van waarheid in? “Dom zou ik ze niet noemen. Zet ze in een weide waar ze drie jaar geleden nog gegraasd hebben, en ze herinneren zich perfect in welk hoekje het lekkerste groen groeide. Hun sterke kudde-instinct maakt schapen wel kwetsbaar: ze volgen domweg elkaar, ook het water in, waar ze verdrinken. En dat er altijd een zwart schaap is, dat cliché klopt wel. Ik heb er zelfs twee!”