Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Droomstart?
Antwerp hoopt op stunt in competitie-opener bij Charleroi
Net als vorig seizoen lijkt Antwerp niet helemaal klaar voor de start van de competitie, zondag op het veld van Charleroi. Toch leverde dat toen een vliegende start op. Dit jaar zal het stamnummer één min of meer hetzelfde nodig hebben om de steile ambities waar te maken. “De verwachtingen liggen onrealistisch hoog op dit moment”, beseft een realistische Laszlo Bölöni. “Ik wacht op versterking.”
Een nieuw seizoen, maar wie dacht dat er een nieuwe Bölöni zou aanschuiven voor de traditionele persconferentie kwam bedrogen uit. De 65-jarige Roemeen diste ongeveer hetzelfde verhaal op als een jaar geleden in zijn gekende, ietwat geïrriteerde, stijl. “Het seizoen begint alweer veel te vroeg. Typisch België. Dat is erg vervelend, maar je moet het ermee doen.” Na een lang seizoen en een WK-zomer duurde de vakantie voor spelers en coach wel erg kort. “Het weer alleen al. Het lijkt wel of we in Qatar leven. Dat is voor de spelers erg zwaar. Ik zie niet in waarom we niet twee weken later kunnen beginnen, zoals in het buitenland.”
Ook over tegenstander Charleroi vertelde Bölöni niets nieuws. “Het is een sterke ploeg met een goede coach. We hebben het afgelopen seizoen lastig gehad tegen hen en dat zal nu niet anders zijn. Ik verwacht hen opnieuw bovenin.” We schrijven het bij in ons boek der clichés.
De coach van de Great Old leek een jaar geleden wel positiever ingesteld voor de openingsmatch. “Toen had ik vijf weken kunnen werken met mijn spelers. De mentaliteit zat perfect. De groep van dit jaar moet dat nog bewijzen”, aldus Bölöni. Ondanks de reeks overwinningen in de voorbereiding, lijkt hij dus niet helemaal tevreden. “We hebben goeie periodes afgewisseld met minder goeie. Er is zeker meer kwaliteit aanwezig dan toen, maar ik verwacht meer van mijn ploeg.” Nochtans is het geraamte van het elftal– en bijgevolg ook de tactiek – grotendeels dezelfde gebleven. Vorig seizoen moest hij van nul beginnen te bouwen. “Dat is waar, maar… Buta, een zekerheid, is uitgevallen. Batubinsika, een vaste waarde, is niet fit. Ook Arslanagic heeft fysieke problemen gekend”, maakt de coach zich zorgen over de defensieve fundamenten. “Voorin hebben we heel wat kwaliteit verloren en enkel Bolingi is erbij gekomen. Dat is een probleem.”
Bölöni heeft dus nog heel wat werk voor de boeg, maar daar deinst hij niet voor terug. Al wil hij de onrealistische verwachtingen wel wat temperen. “Wat er gevraagd wordt, moet in verhouding staan tot wat men geeft. De sportieve eisen zijn op dit moment onredelijk”, zinspeelt hij op de ambities van voorzitter Paul Gheysens. “Heeft de voorzitter dat gezegd in een interview? Dat wist ik niet. Maar uiteraard hebben we het er onderling over gehad. Als ik spreek over verwachtingen, dan heb ik het over mijn eigen eisen tegenover de ploeg. Ik wil kampioen worden, dat was vorig jaar niet anders, en Europees voetbal halen. Dat wil de voorzitter ook. Dat willen de fans ook. Maar je moet ook intern de vraag durven te stellen of we daar wel klaar voor zijn. Daar gaan we nog heel hard voor moeten werken.”
Versterkingen
Kortom, Bölöni houdt de voeten op de grond. “Ik ben voorzichtig. Mijn groep is nog niet compleet. In elke linie, inclusief in doel, moet er nog versterking komen. Uiteraard zie ik die liever vroeg dan laat aankomen, maar ik weet dat ik geduldig moet zijn.” Over de huidige transfers laat de coach zich alvast positief uit. “Bolingi heeft zijn plaats gevonden. Hij kent de com- petitie ook goed. Jukleröd heeft in de weinige tijd die hij heeft meegetraind interessante kwaliteiten getoond. Nu is het zaak die uit te spelen. De terugkeer van Opare naar België betekent dat hij meer verantwoordelijkheid zal moeten nemen dan toen hij hier voor het eerst aankwam. De (nog niet speelgerechtigde, red.) nieuwe flankaanvaller Lamkel Zé? Volgens mij is dat een verdedigende middenvelder. Dat bewijst nog maar eens: we moeten een aantal spelers nog leren kennen. Daar zijn we volop mee bezig.”
Wanneer verwacht Bölöni dan dat zijn ploeg klaar zal zijn voor het echte werk? November, zoals hij vorig seizoen verkondigde? “Die fout ga ik niet meer maken, anders staan jullie hier weer op 1 november met die vraag. Ik zeg opnieuw: in november, maar ik zeg niet in welk jaar.” (Lacht)