Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Vanthilt-Peerens: het allereerste dubbelinterview
Met Clement Peerens en Marcel Vanthilt ontvangt Linkerwoofer twee iconische buitenbeentjes uit de Belgische muziek. Het Antwerps rockicoon en het ongeleid Arbeid Adelt!-projectiel verschillen tijdens hun allereerste dubbelinterview al eens van mening, maar werpen elkaar ook gul complimentjes toe. Na afloop nodigt Clement zelfs uit: “Straks mosselen eten op Sint-Anneke, Marcel?” Olraait!
De ene heeft de wereld met The Clement Peerens Explosition luchtgitaarklassiekers als Dikke Lu en Vindegij mijn gat (Ni te dik in deze rok) geschonken, de andere een brok Belpop-geschiedenis in de vorm van de Arbeid Adelt!-culthits Lekker westers en De dag dat het zonlicht niet meer scheen. In welke mate ze elkaars werk kennen? Dat we die vraag zelfs maar durven te stellen! Clement Peerens en Marcel Vanthilt blijken wederzijdse fans.
“Gezien de onmiskenbare historische draagwijdte van Clements werk ben ik er zeer bekend mee en ook fanatiek aanhanger. De asbak van Sid Vicious is mijn favoriete klassieker”, zegt Vanthilt.
Peerens kaatst het compliment terug: “Marcel heeft belangrijk beschavingswerk verricht, met name in de regio Limburg. Bovendien was hij de frontman van The Yéh-Yéh’s, de op één na beste Belgische groep ooit (met ook Bart Peeters en Hugo Matthysen, van de hit ‘The 7 Kings of Rock & Roll’ uit 1986, red.). Wat Marcel bovenal siert, is dat hij er nooit op is betrapt dat hij het publiek liet meezingen of handjes in de lucht liet steken. Geef die man een standbeeld!”
Marcel, jij dolt graag met elektronica, Clement zweert bij gitaren. Herken je in elkaars aanpak vooral verschillen of ook overeenkomsten?
Marcel Vanthilt: Of het nu gitaren of synthesizers zijn, wat ons bindt is dat de versterkende apparatuur qua volume veelal niet op tien maar op elf staat.
Clement Peerens: (ernstig) Er zijn grote overeenkomsten in de toonsoorten. Marcel kiest graag voor grote tertsen én microtonale intervallen. Daar kan ik hem in volgen.
Clement, jij speelde in 2016 twee opeenvolgende avonden op Linkerwoofer. Marcel is er voor het eerst te gast. Wat moet hij over dit festival weten?
Peerens: Dat ge vanop het podium een grandioos uitzicht op de Antwerpse kathedraal hebt, maar ook op een nest marginalen die aan de toog aan elkaars vrouwen zitten te prutsen. De blik een beetje opwaarts richten, is dus de boodschap. En vermijden om schuin links te kijken, want dan komt het MAS in uw blikveld en dat kan vervelende oprispingen veroorzaken.
Vanthilt: Wat ik vooral graag wil weten, is het adres van de backstage. En ook; hoeveel vriendinnen mag ik daar meenemen? Kwestie van indruk te maken op de dames zelf, en op de omstaanders.
Op een festival komt het publiek niet uitsluitend voor jou. Wat is jullie geheime wapen om zieltjes te winnen?
Vanthilt: De totale overgave in performance, attitude en showmanschap. Er is tegenwoordig te veel afgeborsteldheid. Dat kan en doe ik anders.
Peerens: Ik doe niks. Het publiek moet zwijgen, zeker niet meezingen en niks naar het podium smijten. Bleiten tijdens gevoelige passages mag, maar dat is zeker geen verplichting.
Hoe pak je een Antwerps publiek aan?
Vanthilt: Met veel branie, breedsprakerigheid en wind; dat is de taal die Antwerpen begrijpt.
Peerens: Er zitten er altijd een hoop tussen die uit de Kempen of van over ’t water komen. Ge moet de mededelingen tussenin dus simpel houden, maar daar ook niet in overdrijven. Het mag geen papschool worden.
Als veteranen delen jullie het programma met jongere artiesten als Warhaus, The Van Jets, Faces On TV, Millionaire en Jasper Erkens. Mogen we die huidige Vlaamse muziekscene, net zoals onze nationale voetbalhelden, ook als een gouden generatie bestempelen?
Vanthilt: Absoluut. Er zouden alleen, zoals bij het voetbal, wat meer jongens en meisjes met Afrikaanse roots in mogen zitten. Meer Coely! En ook meer zwartjes in de politiek! Ik zou zelfs zeggen: spoedig een zwarte burgemeester in deze stad!
Peerens: (bedenkelijk) Onze voetbalhelden een gouden generatie? Niet zwanzen hé, de Fransen hebben het WK gewonnen. En ten tweede: als de Rode Duivels een match zouden spelen tegen den Antwerp, dan zouden ze wel anders piepen. Op negatieve wijze. Zeggen de kenners mij. Een festival kan tegenwoordig niet zonder hiphop en dance-acts, zoals Kraantje Pappie, Discobaar A Moeder en Magnus op Linkerwoofer. Wat is er nodig om jullie aan het dansen te krijgen?
Vanthilt: Ik dans alleen op mijn eigen muziek. Als Magnus of A Moeder een nummer van mijn nieuw album CA$HCA$H draaien, zal ik met gaarnte dansen.
Peerens: Straf dat Marcel dat zegt, want ik dans ook vooral op zijn muziek.
Een recent onderzoek leert dat Sfinks Mixed het grootst aantal vrouwelijke artiesten van alle Belgische festivals programmeert. Linkerwoofer heeft de minst vrouwelijke affiche. Wat vinden jullie daarvan?
Peerens: Niks van aantrekken, Linkerwoofers. Of hebt ge liever dat ze Patti Smith of Beyoncé de sfeer laten verpesten?
Vanthilt: Ik vind het ook perfect zo. Als je maar opvalt. Alle reclame is goeie reclame.
Maar toch: een van Clements klassiekers heet Foorwijf, terwijl Marcel in Oklahoma sneert naar ‘een discodel / een gratenkut / een twitterslet / een steenwegtrut’. Wat voor publiek verwacht je straks op de voorste rijen?
Vanthilt: Daar staan meestal de slechtzienden en hardhorigen; mijn uitgelezen publiek, waarvoor alvast dank! (grijnst) Peerens: Bij ons staan daar doorgaans hoger opgeleide vrouwen, vaak ook vrouwelijke docenten die tussendoor notities nemen omdat ze de teksten gebruiken in hun lessen.
Tot slot: de Boeienweide is volgens de Linkerwoofer-organisatoren de mooiste plek om Antwerpen te zien. Akkoord?
Vanthilt: Dat is zeker zo. Vooral nu geheel Antwerpen een bouwwerf is en je op rechteroever, door het stof en alle wegversperringen, geen hand meer voor de ogen ziet. Linkeroever is top, ik wil er gaan wonen! Peerens: Totaal niet mee eens. Ge hebt daar ocharme anderhalf café in de geburen.
‘‘Hoe je een Antwerps publiek aanpakt? Met veel branie, breedsprakerigheid en wind. Dat is de taal die Antwerpen begrijpt.’’ Marcel Vanthilt ‘‘Er zitten er altijd een hoop tussen die uit de Kempen of van over ’t water komen. Ge moet de mededelingen tussenin dus simpel houden.’’ Clement Peerens