Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Roglic houdt het spannend voor plaatsen 2 en 3
Tweede op 2’05’’
Als het met de prestatie van Tom Dumoulin vandaag in de tijdrit even goed gesteld is als met zijn humeur gisteren na de rit in Laruns, moet hij vrezen dat hij zelfs nog naast de top tien valt. De Nederlander behield dan wel zijn tweede plaats in het algemeen klassement, door de ritzege van Primoz Roglic zag hij de Sloveen liefst 29 seconden dichterbij sluipen. En dat zinde Dumoulin duidelijk niet. Een verzorger die hem met de beste bedoelingen een petje wilde opzetten, kreeg een luide “Flikker toch op, man!” te horen. Reden van die woede: de manier waarop Roglic van hem was weggereden in de afdaling. “Hij zit gewoon vol achter een motor”, foeterde Dumoulin minutenlang. “Het slaat nergens op. Alle respect voor Primoz. Hij kan er niets aan doen, maar door die motor word ik gewoon strak uit het wiel gereden op het enige vlakke stuk in de afdaling. Hier ben ik echt ziek van.”
Op de limiet
Vraag is of het de enige reden was waarom Dumoulin er zo geïrriteerd bij zat. Of had het evenzeer te maken met de frisheid die de Sloveen al enkele dagen etaleert? Ook gisteren liet hij een veel betere indruk na dan de zichtbaar vermoeid ogende Dumoulin. Die sprak het niet tegen.
“Ik kon op de beklimmingen niet overnemen van Primoz”, klonk het eerlijk. “Ik zat op de limiet. Ik kon net in zijn wiel blijven. Meer niet.” Best zorgwekkend met het oog op de spannende strijd om de tweede plaats vanmiddag. Door het tijdverlies staat Roglic nu op amper 19 seconden van Dumoulin. Wat bitter weinig is over een afstand van 31 kilometer. Zelfs voor een wereldkampioen tijdrijden die de jongste twee jaar niet één keer geklopt werd door zijn Sloveense concurrent in een gelijkaardige chronorit. Dat leek ook Dumoulin te beseffen. Veel zin om nog vragen te beantwoorden had hij allang niet meer toen iemand hem gisteren nog snel voor de voeten gooide of hij tenminste die tweede plaats nog zou kunnen veiligstellen in de tijdrit. “Dat zullen we wel zien”, klonk het kortaf. “Maar ik denk dat Roglic mij gaat verslaan.”
Als dat zo is, wordt het bang rekenen. Negentien tellen en Dumoulin is zijn tweede plaats kwijt.