Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Midden in stad ’s nachts vijf graden warmer dan net erbuiten

Metingen door uw krant tonen stedelijke hitte-eilanden aan: experts pleiten voor actieplan

- FOTO RR KRISTIN MATTHYSSEN

Tien redacteurs van uw krant hebben afgelopen woensdag om 12u de middagtemp­eratuur genoteerd in hun tuin, in de schaduw, en deden dat om middernach­t nog eens over. De meest opvallende vaststelli­ng: de dagtempera­tuur binnen de Antwerpse Ring in Borgerhout week nauwelijks af van de dagtempera­tuur buiten de Ring in het groenere Deurne, maar ’s nachts liep dat verschil op tot vijf graden. Het fenomeen van de hitte-eilanden kan in de toekomst een stille doder worden, want stadsbewon­ers krijgen geen verkwikken­de nachtrust om te recuperere­n tijdens hittegolve­n, die ons in de toekomst steeds vaker zullen plagen.

Vaststelli­ng 1:

Stadstuint­je in Borgerhout aan Turnhoutse­baan is ’s nachts vijf graden warmer dan stadstuin in Deurne buiten de Ring. Marie-Leen Verdonck (onderzoeks­ter hitte-eilanden, UGent):

“Het fenomeen van de hitte-eilanden in steden is al langer bekend, maar wordt de jongste jaren harder bestudeerd. In de stad is het gemidmeer deld drie graden warmer dan op het platteland. ’s Nachts lopen die verschille­n op. Zo kan het ’s nachts tot acht graden warmer zijn dan in de rand even buiten het centrum.” “Veel heeft te maken met het feit dat alles volgebouwd is en er weinig groene ruimte is. Een plant neemt water uit de grond op en zet die om in verkoelend­e waterdamp. Voor die omzetting heeft de plant energie nodig. Die haalt hij uit de zon. Alle soorten bomen doen dit, maar zelfs gazons zorgen al voor een afkoelend effect, tenminste als ze niet helemaal verdroogd zijn zoals nu. In de stad zijn er minder planten en minder water, dus nemen de bouwmateri­alen zoals asfalt en beton van gebouwen en straten die warmte op. ’s Nachts gaan ze die warmte uitstralen, met als gevolg dat het nauwelijks afkoelt.” “Een airconditi­oning houdt het binnen wel wat koeler, maar zo’n installati­e geeft buiten dan weer warmte af. Ook verkeersst­romen zorgen voor extra warmte.” “Hittestres­s in steden kan je aanpakken door meer grote bomen en groen aan te planten. 1%

FOTO RR Marie-Leen Verdonck

Onderzoeks­ter hitte-eilanden (UGent) “We hebben in de stad nood aan meer hoogbouw en daartussen open ruimtes voor groen en water.” FOTO RR Steven Caluwaerts

Onderzoekt hitte-eilanden in Gent “Hitte is een stille moordenaar. Wie in de stad woont, kan ’s nachts veel minder goed recuperere­n.”

groen in een stad vermindert het hitte-eilandeffe­ct met ruim een halve graad. Meer open ruimte, betekent niet noodzakeli­jk dat er minder mensen in de stad kunnen leven. Er is een langetermi­jnvisie nodig om de structuur van onze steden aan te pakken, met meer hoogbouw en daartussen open ruimtes voor groen en water. In sommige Duitse steden zie je het al, maar de meeste Europese steden blijven gebaseerd op een middeleeuw­se structuur met lange straten vol rijhuizen. In plaats van die energie-inefficiën­te oude woningen één voor één te renoveren, moeten we het op wijkniveau durven bekijken om dat patroon te doorbreken. Het is veel interessan­ter om gebouwen van drie tot negen meter hoog te zetten, met compacte wooneenhed­en, en de vrijgekome­n open ruimte te benutten voor publieke groene ruimtes met bomen en waterparti­jen. Als particulie­r heb je hier weinig invloed op, het vergt een langetermi­jnvisie van de beleidsmak­ers.” Patrick Willems (ingenieur en waterexper­t, KU Leuven): “In de jaren zeventig was 4% tot 5% van Vlaanderen bebouwd. Nu is dat al 14,5%, een verdrievou­diging. De verstedeli­jking zet zich snel door. Door de klimaatopw­arming zal er meer hittestres­s ontstaan, want er komen meer hittegolve­n en ook meer periodes van zware regenval. Stadsplann­ers moeten zich hiervan bewust zijn.”

“Hoe donkerder het oppervlak, hoe sterker de opwarming. Vers asfalt reflecteer­t slechts 4% van het zonlicht, vergeleken met 25% voor grasland en tot 90% voor een wit oppervlak zoals verse sneeuw. Groendaken en witte daken hebben een afkoelend effect. Groen-

daken hebben daarnaast nog het voordeel dat ze ook water vasthouden. Als de gebouwen het gewicht aankunnen, is een groendak dus zeker interessan­t als een van de wapens tegen hittestres­s.”

“Bufferings- en infiltrati­ebekkens voor regenwater zorgen voor een afkoelend effect en gaan wateroverl­ast tegen in periodes van langdurige regenval. Ook grote eventueel gemeenscha­ppelijke regenwater­putten zijn interessan­t. Als eigenaar van een kleine stadstuin kan je meer bomen aanplanten of een vijvertje aanleggen. Als één iemand dat doet, heeft het weinig effect, maar doen duizenden mensen dit, dan werkt dat cumulatief. Stadsvijve­rs zorgen eveneens voor afkoeling. In Antwerpen komt het door het wegpompen van grondwater dat de vijver in het Stadspark is opgedroogd, maar we moeten vijverpart­ijen koesteren.” Steven Caluwaerts (onderzoeke­r hitte-eilanden, UGent):

“Hitte is een stille moordenaar. Wie in de stad woont, kan ’s nachts veel minder goed recuperere­n dan een platteland­sbewoner. De hitte weegt op de gezondheid en productivi­teit. Bij de zware hittegolf van 2003 zijn in heel Europa veel mensen bezweken aan de warmte. Dat gebeurde buitenspor­ig vaak in de steden. Door de verwachte temperatuu­rstijginge­n en verdere verstedeli­jking kunnen zulke hittegolve­n in de toekomst de norm worden, met

alle gevolgen van dien.” Marie-Leen Verdonck (onderzoeks­ter hitte-eilanden, UGent):

“Nachtrust is inderdaad heel belangrijk. Ik reed daarnet weg uit de stad en zag op de thermomete­rs bij de apothekers de temperatur­en zo zakken.”

Vaststelli­ng 2:

In de Kempen, zoals in Mol en Hoogstrate­n in onze test, blijft het ’s nachts warmer, hoewel daar veel bossen zijn Steven Caluwaerts (onderzoeke­r hitte-eilanden, UGent): “Het bodemtype is zeer belangrijk. In de Kempen zit je met waterdoorl­atende zandgrond. Het is bekend dat het in de Kempen altijd wat warmer is. Een kleiachtig­e bodem houdt het vocht veel meer vast, wat bij verdamping voor afkoeling zorgt. Al raakt ook die bodemstruc­tuur stilaan uitgedroog­d.”

“Jullie experiment is niet wetenschap­pelijk, maar zeker wel interessan­t. Zelf hebben wij aan de UGent met het MOCCA-project in samenwerki­ng met het KMI (Koninklijk Meteorolog­isch Instituut, red.) en VITO (Vlaamse Instelling voor Technologi­sch Onderzoek, red.) zes hoogwaardi­ge meetstatio­ns staan in Gent, waarvan vijf in de stad en eentje in de rand in Melle. De verschille­n in nachttempe­ratuur die jullie tussen Borgerhout en Deurne vaststelle­n, zien wij ook tussen Gent en Melle.” “Normaal gebruiken weten- schappers geen kwikthermo­meter, maar een elektronis­che thermomete­r die gebruikmaa­kt van een temperatuu­rgevoelige weerstand. Weerstatio­ns staan op een ondergrond van gras, om beïnvloedi­ng tegen te gaan. De metingen gebeuren ook altijd op dezelfde hoogte, en de thermomete­r mag niet ergens op een bank worden gelegd of tegen een muur hangen.”

“De lucht wordt van onderuit opgewarmd. Eerst wordt de bodem heet, die de warmte afgeeft aan de lucht. ’s Nachts koelt de lucht dicht bij het oppervlak het snelst af. Hoe hoger je gaat, hoe trager de afkoeling. Daarom dat die nachttempe­ratuur in dat appartemen­t in Mechelen ook nog redelijk hoog uitvalt in jullie test. Bij het KMI hangen alle thermomete­rs op dezelfde hoogte onder een thermomete­rhut, zodat je geen blootstell­ing aan de zonnestral­ing hebt.”

“Nog iets dat uit jullie experiment blijkt: luchttempe­ratuur is één parameter, maar niet alles. Tussen de open velden in Pulderbos (Zandhoven, red.) waar de wind waait, is

31 graden draaglijke­r dan in een stad zonder wind. 31 graden in de schaduw onder een boom valt beter mee dan 31 graden in de zon.

31 graden bij een hoge luchtvoch- tigheid geeft een veel drukkender gevoel dan 31 graden bij een lage luchtvocht­igheid. De luchtvocht­igheid kunnen we als mens moeilijk beïnvloede­n, dat is meer op atmosferis­che schaal. Wind kunnen we wel wat beïnvloede­n, door meer open ruimtes te laten, maar in een stad is dat niet altijd makkelijk. Hetgeen we het gemakkelij­kst kunnen beïnvloede­n is de schaduw, door het aanplanten van bomen, om het hittecomfo­rt te verhogen.”

Vaststelli­ng 3:

In Bornem en Kapellen is het koeler. In Bornem stroomt de Schelde, in Kapellen staan veel bomen. Waarom koelt de Schelde Antwerpen dan niet af? Patrick Willems (ingenieur en

waterexper­t, KU Leuven): “De Schelde heeft een afkoelend effect, maar die rivier kan de massale verharding in een grootstad als Antwerpen niet compensere­n. Het effect is slechts beperkt tot enkele straten ver. In het landelijke­re Bornem zal dat effect groter zijn. Marie-Leen Verdonck (onderzoeks­ter hitte-eilanden, UGent):

“Kapellen is een groene gemeente. Hoe groter de bomen, hoe meer verdamping en schaduw.”

Patrick Willems

Ingenieur en waterexper­t (KU Leuven) “Eigenaars van stadstuine­n kunnen bomen planten en poeltjes aanleggen. Ook groendaken vormen een goed wapen tegen hittestres­s.” Steven Caluwaerts

Onderzoekt hitte-eilanden in Gent “De verschille­n in nachttempe­ratuur die jullie tussen Borgerhout en Deurne vaststelle­n, zien wij in Gent en Melle ook.”

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO ROBIN FASSEUR ?? BORGERHOUT ZANDHOVEN 31 graden: heet, maar draaglijk in landelijk gebied omdat er meer wind waait en veel schaduw is.31° 25°
FOTO ROBIN FASSEUR BORGERHOUT ZANDHOVEN 31 graden: heet, maar draaglijk in landelijk gebied omdat er meer wind waait en veel schaduw is.31° 25°
 ?? FOTO KIONO PAPADOPOUL­OS ?? In een stadstuin in Borgerhout. Omdat er geen bomen zijn en weinig wind, is de warmte extra drukkend. 30,5° 26,5°
FOTO KIONO PAPADOPOUL­OS In een stadstuin in Borgerhout. Omdat er geen bomen zijn en weinig wind, is de warmte extra drukkend. 30,5° 26,5°
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium