Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Niet iedereen beseft het, maar we leven in een vriendelijk universum”
Vrijwilligers uit de hele wereld helpen nomade Marieke Van Coppenolle haar droom te realiseren in Lille
Op een stukje bos van haar grootvader is Marieke Van Coppenolle sinds drie jaar een bijzonder huisje aan het bouwen. Niet voor zichzelf, maar voor mensen met een burn-out die nood hebben aan een plek in de natuur om even uit de ratrace te stappen.
Een slak, een spiraal, een ei, een uil, het zijn maar een paar associaties die Marieke Van Coppenolle al gehoord heeft als mensen haar wonderlijke boshuisje in Lille voor het eerst zagen. Honderden keren heb ik de afrit Beerse genomen, om familie te bezoeken, maar
nooit ben ik het onverharde Lijsterpad ingedraaid waar Marieke drie jaar geleden haar rijdende huis – een kampeerbusje – heeft neergezet om de werf nauwlettend op te volgen.
De Beerseheide, vlak bij De Lilse Bergen, is een stuk bos waar op grote percelen kleine chalets staan. Sommige mensen wonen er permanent, anderen komen er alleen in het weekend. “Dit stuk bos was van mijn grootvader”, vertelt Marieke als we buiten op een bankje zijn gaan zitten. De vogels kwetteren en de stad is hier ver weg. “Ik hecht niet aan bezittingen, ik leef al bijna vijftien jaar als nomade. Maar een stukje bos leek me wel wat, om af en toe mijn kampeerbusje op te kunnen zetten.”
Het stuk bos werd op haar naam gezet, maar na een paar nachten kwam de wijkagent langs om te vragen wat ze daar deed. “Ik liet hem trots de akte zien. Ik mocht daar niet verblijven in mijn bus. Er moest een chalet staan op die grond. Ik had die chalet niet nodig, maar om mij heen zie ik zoveel mensen die de druk van hun job en het tempo in onze maatschappij niet aankunnen. Zo kwam ik op het idee om hier iets moois neer te zetten waarmee ik andere mensen kan helpen. Voor mij is dit een helende plek.”
Krachtige zomereik
Sinds 2015 wordt er intensief gewerkt aan het boshuisje ‘Robur op Den Eik’, zoals Marieke haar project heeft genoemd. Het woord Robur komt van de Latijnse naam voor zomereik: Quercus robur. Vertaal je robur letterlijk uit het Latijn, dan betekent dat ‘kracht’, ‘sterkte’ of ‘ondersteuning’. Toepasselijker kan niet voor een project dat andere mensen wil ondersteunen, maar zelf ook niet zonder ondersteuning kan.
Vrijwilliger Federico Padilla uit Brazilië staat op een ladder vlekken kalkhennep weg te poetsen aan de dakrand. Binnen is Bianca Cassali, ook uit Brazilië, glazen flessen aan het inwerken in de muur. De bodems van de gekleurde flessen zorgen voor een mooi effect. “Ik ben gestopt met werken om te kunnen rondreizen”, vertelt Bianca. “Door vrijwilligerswerk te doen, met gratis kost en inwoon, is dat betaalbaar. Na twee weken meewerken op een boerderij in Zwitserland en drie weken op een Duitse wijngaard, ben ik nu hier. Dit is een prachtige plek en ik heb bewondering voor wat Marieke doet.”
Op dit moment zijn er drie Latijns-Amerikaanse vrijwilligers te gast die meewerken in de bouw. Robur op Den Eik staat onder andere op het vrijwilligersplatform
Worldpackers, dat vooral populair is in Zuid-Amerika, vandaar dat veel vrijwilligers van die kant komen. Kampgevoel
Het houtskelet van Robur is ondertussen klaar, de shingels (een soort houten dakpannen) sieren de gevel als een dik verendek en binnen krijgen de ruimtes ook al vorm, maar er is nog veel werk.
Buurman Willy Van der Eycken komt op zijn mountainbike eens kijken naar de vorderingen. Wat
hij ervan vindt? “Da is hier zo eens
iet heel anders hé jom”, klinkt het in sappig Kempisch. “Ik rijd elke twee dagen eens langs. Ze werken hier met veel liefde aan. Het gaat heel traag, maar dat hoort erbij.”
Het terrein heeft een hoog scoutskampgehalte. Er is een lazy
lounge, een paar zetels met een blauw plastic zeil erboven en een afgebakende rookruimte. Verder is er een gezellige keuken en een buitenliving met een kring van houten bankjes.
Vrijwilligster Yvonne Fabian uit Mexico is water aan het opwarmen voor een primitieve douche met een emmer. “Ik had mijn twijfels voor ik hier kwam, ik was een beetje bang om back to basic te gaan leven. Maar het is enorm meegevallen. Hier besef je pas hoe weinig je nodig hebt.”
Boodschappen doen
Iedere week kan Marieke met een buurtbewoner meerijden naar de Colruyt in Vosselaar. Alleen deze week is dat niet gelukt omdat die enorme lekkage had van een kapotte afvoerleiding in de badkamer. Als we voorstellen om met onze auto even met haar
Marieke Van Coppenolle Robur op Den Eik “Ik heb al mijn spaargeld in dit project gestoken. Ik heb geen inkomen, dus ik ben nu compleet afhankelijk van giften.”
“Als er een probleem is, dient zich altijd een oplossing aan. Zo lang dat gebeurt, klopt het verhaal voor mij en ga ik ermee door.”
“In dit huis zal ik nooit wonen, maar ik hoop er anderen mee te helpen. Geef mij mijn bus en mijn vrijheid en ik ben gelukkig. Al de rest is ballast.”
naar de winkel te rijden, verschijnt er een brede lach op Mariekes gezicht. “Echt waar? Dat zou geweldig zijn. Dit is dus een voorbeeld van wat hier constant gebeurt: als er een probleem is, dient zich altijd een oplossing aan. Zo lang dat gebeurt, klopt het verhaal voor mij en ga ik ermee door. Niet iedereen beseft het, maar we leven in een vriendelijk universum.”
In de auto vertelt Marieke meer over haar verleden. Ze is geboren in Turnhout, opgegroeid in Brasschaat en woonde erna in Kontich-Kazerne. “Ik heb Germaanse filologie gestudeerd, maar de opleiding niet afgemaakt, deels door faalangst. Veel later pas heb ik ontdekt dat ik hoogsensitief ben. Op mijn 23ste ben ik getrouwd en we hebben drie kinderen gekregen. Toen de kinderen rond de vijftien, zestien jaar waren, werd mijn zwerfdrang zo groot dat ik niet langer altijd thuis kon zijn. Ik had al eens een voettocht naar Assisi gemaakt toen de kinderen nog kleuters waren, ben vrijwilligerswerk gaan doen bij de indianen in Oregon en nog later zijn mijn man en ik als vrienden uit elkaar gegaan en ben ik in een busje gaan wonen. Niet dat ik altijd in het buitenland zat, maar ik verplaats me graag. Als dit project klaar is, hoop ik weer als nomade rond te trekken.”
Giften
In de supermarkt laadt Marieke vooral goedkope basisproducten in haar kar. Een grote zak rijst, een grote zak pasta, wortelen, Chinese kool, uien, appels, bananen, havermout, werkhandschoenen, aanstekers. Van elk product wordt zorgvuldig de prijs bestudeerd om zeker het goedkoopste te nemen. “Ik heb al mijn spaargeld al in dit project gestoken. Ik heb geen inkomen, dus ik ben nu compleet afhankelijk van giften. Dat is heel spannend. Ik weet helemaal niet hoe mijn toekomst eruit zal zien, maar ik heb nooit iets tekort en daar ben ik dankbaar voor. De eerste twee jaar nadat we besloten hadden om te scheiden, had ik heel veel stress over die financiële kant van het verhaal. Als mijn busje kapotgaat, ben ik dakloos. Daar mag ik niet aan denken. Maar na die twee jaar was ik grotendeels over die angst heen. Ik heb al heel mijn leven het gevoel dat er voor mij wordt gezorgd.”
Sinds februari is Robur officieel erkend als goed doel en sinds kort is er bij de Koning Boudewijnstichting een projectrekening geopend om de bouw te steunen. “Ik schat dat ik nog 30.000 euro nodig heb om het af te werken”, zegt Marieke Van Coppenolle. “Hopelijk kunnen we dat bij elkaar krijgen.”
Haar drie kinderen staan achter het project en proberen hun moeder te helpen waar ze kunnen. “Onder andere bij het tekenen van het ontwerp en bij het oprichten van de vzw. Dat is geweldig.”
Als we terugkomen, laadt Marieke alle boodschappen in de kruiwagen om alles naar de keuken te brengen. Candela is ondertussen pastasaus aan het maken van blikken tomaten, look en kruiden. Het is haar laatste avond. Ze vertrekt straks naar Antwerpen, om morgen door te reizen naar Brugge, vervolgens Amsterdam en hopelijk Londen. “Het was heel bijzonder om samen aan dit huis te bouwen. Iedereen stopt er positieve energie in. Het kan niet anders of de mensen die hier later zullen verblijven, gaan dat voelen.”
Afscheidslied
Marieke gaat nog snel wat dringende mails beantwoorden. Ze wil alle vrijwilligers zo snel mogelijk antwoorden, zodat ze niet op zoek gaan naar een ander project. De rest begint vast te eten. Allemaal zijn ze laaiend enthousiast over Marieke en over de sfeer van het project. “Toen ik hier aankwam, had ik heel veel heimwee”, vertelt Cande. “Marieke verwelkomde me zo warm dat ik me meteen een stuk beter voelde. Het buitenleven geeft ook een enorm gevoel van vrijheid.”
Ze haalt haar ukelele om nog een laatste nummer te zingen. Federico, Yvonne en Bianca zingen zachtjes mee. Terwijl Marieke haar pasta eet, en erna chocomousse uitdeelt – een cadeautje van een vriendin van haar – schrijft Cande nog snel in het gastenboek.
Ook voor Yvonne is het tijd om te vertrekken. Alleen Federico en Bianca blijven achter, al zullen er snel weer nieuwe vrijwilligers aankomen, vertrekken en weer aankomen.
Het blijft bizar om te bedenken dat in Antwerpen bijna niemand Robur op Den Eik kent, terwijl de vrijwilligers van over heel de wereld blijven toestromen. Nog een jaar of twee en het zal hopelijk klaar zijn. Dan wil Marieke weer rondtrekken in haar busje, voor ze zelf een burn-out krijgt van alle administratie, de begeleiding van de vrijwilligers en de praktische beslommeringen. “Ik doe dit omdat ik het gevoel heb dat ik dit moet doen. In dit huis zal ik nooit wonen, maar ik hoop er anderen mee te helpen. Geef mij mijn bus en mijn vrijheid en ik ben gelukkig. Al de rest is ballast.”