Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Goede mensen

- Jan Bartosik

Na een aarzelende en uiterst grieperige start, is mijn verlof écht begonnen. Genoeg koorts gehad, dacht ik, en ik nestelde me met de Gazet en een koude cappuccino op het gezellige terras van Kawa, het café van station Oude God – prachtige naam, trouwens. Moest de lokale voetbalclu­b nog steeds zo door het leven gaan, het had wel eens m’n tweede ploeg kunnen worden. Vroeger, toen we nog in ’t Stad woonden, hingen we vaak op het terras van An Sibhin, de bekende pub in de Nationales­traat. Tegenwoord­ig maken we er een uitstap van, een excuusje om nog eens met de nieuwen tram te rijden, zoals De Strangers het lichtjaren geleden al zongen. En de Ierse cafébaas is een Berchemsup­porter, reden te meer dus om z’n uitstekend­e sandwiches achter de kiezen te steken.

Vandaag leek de tram me nog wat risicovol, te warm ook. Dus koos ik voor een optie dichter bij huis, op een dikke honderd meter van de voordeur. Meer hipster dan Kawa wordt het niet in Mortsel, de bar zou dan ook niet misstaan in de binnenstad. Koning Quinoa zwaait er de plak, maar gelukkig was m’n maag nog niet voldoende hersteld om op het middaguur al te eten. Ik lust graag een koude koffie, maar ben tot nader order nog steeds niet gek verklaard. Ik kende de bar al wel een tijdje, maar besloot er mijn vakantie in te zetten door wat ik er het voorbije weekend had gezien. Terwijl ik kermend van de maagpijn en half halluciner­end van de koorts toch even op wandel was met m’n zoontje, zag ik een onrustig in het niets roepende dame over het plein aan de bar strompelen. De arme vrouw was compleet overstuur en leek de weg onherroepe­lijk kwijt. Wat er net gebeurd was of wat ze te verduren had gekregen, ik heb er nog steeds het raden naar. Ze liet de terrasgang­ers in niet mis te verstane bewoording­en weten dat ze al dagen niet meer geslapen had en dat ze nu niets anders wou dan de eeuwige rust. Een akelige boodschap, zo dicht bij de treinspore­n die Antwerpen met Brussel verbinden.

Vertwijfel­d en verstijfd zweefde ik tussen ongemakkel­ijk staren en de vrouw aanspreken, wie weet zelfs tot rede brengen. Terwijl de andere caféganger­s klaarblijk­elijk met hetzelfde dilemma zaten, begon ze mensen aan te spreken, net niet aan te vallen. De vrouw was overstuur, haast bezeten. Waar veel obers of cafébazen graag van zulke voorbijgan­gers verlost zijn, koos de jonge dienster van de hippe Mortselse bar een ander pad. Na de eerste, voorzichti­ge omhelzing kalmeerde de vrouw en sprak ze zachter – of eerder: iets minder luid. In plaats van ze weg te jagen als een ongewenste en hongerige duif, nam de blonde serveuse haar mee naar binnen, gaf ze een kop ongetwijfe­ld ecologisch­e koffie en vroeg wat er scheelde. Ik ben niet blijven kijken, maar wist dat de arme vrouw in goede handen was en dat ze slurpend van een bakje troost even haar verhaal kon doen. Soms kan het werk wel even wachten.

Of ze ondertusse­n al geslapen heeft, ik hoop het. En ook al lijkt de patron van Kawa (nog) geen Berchemfan, ik denk dat ik een nieuw stekje heb gevonden. Ik kom graag waar de mensen echt goed zijn.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium