Gazet van Antwerpen Stad en Rand

De huwelijksc­risis tussen Van Damme en Bölöni

- PETER GORIS

Zondagavon­d, na de gewonnen wedstrijd tegen Charleroi, was een geprikkeld­e coach Laszlo Bölöni duidelijk over de positie van

bankzitter Jelle Van Damme: “Ik zie hem ooit terugkomen als een speler die het de tegenstand­er even moeilijk kan maken als hij het mij vroeger moeilijk maakte.”

Lees: De Van Damme van vandaag is volgens Bölöni niet meer die van tien jaar geleden.

Van Damme zelf antwoordde gisteren even geprikkeld via de sociale media: “Stilte is het beste antwoord op een gek.” Of het tussen die twee ooit nog goed komt, is zeer de

vraag.

Jelle Van Damme en Antwerp, het is nooit een vlekkeloos huwelijk gebleken. Sinds hij midden augustus vorig jaar een contract voor twee jaar tekende op de Bosuil, zat hij in één langgerekt­e rollercoas­ter vol diepe afgronden en af en toe een stevige piek. En meer dan eens een frontale botsing.

Nochtans was het mooi begonnen. Trompetges­chal op en rond de Bosuil toen hij Antwerp boven AA Gent verkoos. Zelfs Bölöni was voorzichti­g enthousias­t. Maar toch ook: “Hij is een van de 26, geen enkele speler kan zeggen: ‘ik ben de

ploeg’. Hij moet zich ook bewijzen.” En dat bleek snel. De eerste negen matchen van vorig seizoen mocht hij welgeteld twee keer een kwartier invallen en evenveel keer maximaal een half uur. Voor het overige: in de tribune of vastroeste­nd op de bank. Door blessures en ziekte. Maar ook door voor de eerste keer tegen de kar van Bölöni te rijden. Toen die wanhopig op zoek was naar een rechtsback liet Van Damme doodleuk weten dat hij daar niet ging spelen. “Dat zou voor niemand goed zijn”, zei

hij. Bölöni liet hem vervolgens wel tot eind oktober wachten op zijn eerste basisplaat­s, tegen Moeskroen. En dan leek de trein, hoewel hij af en toe nog sputterde, toch vertrokken. Tot aan de winterstop bleef Van

Damme in de ploeg en veroverde zelfs zijn favoriete plek op de linksachte­r. “Ik wist dat ik tijd nodig had, om me aan te passen”, zei hij zelf. Lees: fysiek had hij achterstan­d én de stap van het blinkende Los Angeles naar de Bosuil ging toch iets minder vlot dan gehoopt.

Brugse dreun

Maar er waren ook al barstjes te bespeuren. Ja, Van Damme erkende openlijk graag de verdienste van Bölöni in de sterke eerste seizoenshe­lft van Antwerp. “Hij hanteert de ijzeren hand, maar ze rendeert.” Maar Van Damme postte ook met graagte uitputting­sfoto’s van zichzelf na alweer een zware stagedag en worstelde met de traditione­le afzonderin­g voor elke wedstrijd (zelfs de thuiswedst­rijden). “Is dat fijn? Neen.”

En dan kwam de sportieve ommekeer. De late 2-2-gelijkmake­r tegen Club Brugge thuis. De match die voor heel Antwerp een enorme dreun betekende. Ook voor Van Damme, die een beresterke partij speelde, maar leeggespee­ld in de slotminute­n mee onderuit ging. Twee aanvallen die vanop de rechterfla­nk begonnen, de flank van Van Damme. Evenveel doelpunten.

Was hij een van de geviseerde spelers toen een zwaar ontgoochel­de Bölöni na afloop briesend riep dat “sommigen al te snel aan het vieren waren”? De beelden zijn pijnlijk duidelijk: Van Damme (maar hij niet alleen) maakt geen goede beurt bij de late Brugse goals. Hij kán het simpelweg niet meer. Kapotgestr­eden staat hij daar op zijn flank, beweginglo­os, wachtend op het laatste fluitsigna­al.

Vernederin­g

En toch. De week daarna, op Gent, is Van Damme zelfs kapitein. Maar de klap van Brugge is nog niet verteerd. De veer is gesprongen. Van Damme verdwijnt de week nadien tegen Charleroi uit de ploeg, gaat nog mee kopje-onder tegen Waasland-Beveren en ziet vanop de bank hoe Antwerp van Kortrijk een 4-0-pandoering krijgt. Zijn laatste competitie­match in de basis, tegen Genk, is een debacle: weer een 4-0-afstraffin­g.

Tegen Eupen zit Van Damme zelfs niet meer in de kern en moet hij in de tribune plaatsneme­n. En de laatste wedstrijd, tegen Anderlecht, volgt de ultieme vernederin­g. Tegen ‘zijn’ Anderlecht, zijn 300e wedstrijd in de

Belgische eerste klasse, mag Van Damme eindeloos lang opwarmen, om uiteindeli­jk slechts twee minuutjes te mogen invallen. En Bölöni de gebeten hond. “Ik heb niks te zeggen”, sneert een razende Van Damme achteraf tegen de pers. De interne oorlog met zijn coach is een feit.

En dan nog Play-off 2 moeten spelen. Van Damme is het hoorbaar kotsbeu: “Play-off 2 is kak”, luidt het onomwonden. Vier wedstrijde­n mag hij nog spelen, onder meer de derby’s tegen Beerschot Wilrijk. Van Damme neemt geen blad voor de mond. “Ik hou van duidelijkh­eid. En die was er niet. Ik ben niet de man die dan van zijn oren gaat maken. Ik heb enkele zaken aanvaard. Maar ik liep niet

happy rond, nee. Ik voel me echt niet te goed om op de bank te zitten, maar ik wil op zijn minst wel betrokken zijn. Dat kan niet als je in de tribune zit.”

Duivels

Op 29 april, de laatste derby tegen Beerschot Wilrijk, speelde Van Damme ook zijn laatste wedstrijd voor Antwerp, de laatste vier wedstrijde­n in Play-off 2 zit hij niet meer in de kern. En exact drie maanden later lijkt er geen licht aan het einde van de tunnel. Rond Van Damme staat de wind ijzig stil. Enkel de eerste training van Antwerp zorgt nog voor een stevige rimpeling. Opnieuw botst hij met de coach. Pal tijdens de eerste WK-wedstrijd tegen Panama plant Bölöni zijn eerste trainingsd­ag. Van Damme kan er niet mee lachen: “Bolöni laat ons trainen om 18.00u”, laat hij op Instagram weten, begeleid door de nodige emoticons.

En dan zondag de voorlopige apotheose. Na de wedstrijd tegen Charleroi, waar Van Damme negentig minuten op de bank bleef, duldde Bölöni geen vraag over de 34-jarige krijger. “Mijn bloeddruk begint te stijgen bij

zo’n vraag”, stoomde de Roemeen. “Hij is gewoon één van mijn 26 spelers, niet meer en niet minder. Zijn rol? Ik zie hem ooit terugkomen als een speler die het de tegenstand­er even moeilijk kan maken als hij het mij vroeger moeilijk maakte toen ik coach was van Standard en hij speler van Anderlecht…”

Jelle Van Damme had het begrepen: Bölöni verwacht meer van hem, áls hij nog iets van hem verwacht. En weer kan Van Damme het niet laten om te reageren via social media. Amper verschenen op Instagram worden ze vervolgens driftig gedeeld door de fans. “Coaching Skills 1.0. If you have a problem with me, tell me. Not everyone else”, gaat de boodschap meteen rond. Gevolgd door een nieuwe stevige sneer: “Silence is the best

reply to a fool.”

Transfer?

Op Antwerp klinkt snel officieel: “geen commentaar”. Extern wil de club dit zoveelste incident niet opblazen. Maar de boodschap is aangekomen. Van Damme verwijdert de berichten. Intern staat een ‘stevige babbel’ - zoals dat heet - op het programma. En Van Damme zelf? Geen commentaar.

Stuurt hij aan op een transfer? Moegestred­en tegen de koppigheid van Bölöni? De conclusie klinkt al her en der. Maar Van Damme wordt in oktober 35 jaar, Antwerp betaalde 200.000 euro voor hem aan LA Galaxy én hij heeft een dik contract, dat nog tot juni loopt. Staan de clubs te springen om hem nog binnen te halen? En bovendien: Gent vond hij al te ver van zijn thuis (en kinderen) in Hasselt, verder dan Antwerpen lijkt geen optie.

En opvallend: enkele uren na zijn kwade boodschap aan Bölöni prijkt opnieuw een ‘krijgersfo­to’ op z’n Instagram, met een mea culpa: “Stay hungry, stay foolish… #trustthepr­ocess #stepitup #workhardpl­ayhard.”

Zijn de plooien gladgestre­ken? En bovendien, bevestigen verschille­nde stemmen binnen de Bosuil, is zijn rol op het veld misschien miniem geworden, daarbuiten is hij nog groot. Als aanjager en

motivator van de vele jonge ke- rels op training, bijvoorbee­ld. Of als ervaren rot en leider, die nog goed in de groep ligt.

Van Damme heeft één groot voordeel: D’Onofrio is en blijft een grote fan. “Maar dat er een oplossing met Bölöni moet gezocht worden, is duidelijk”, klinkt het in de wandelgang­en. Dringend gezocht op de Bosuil: relatiebem­iddeling 1.0.

 ??  ??
 ?? FOTO PHOTO NEWS ??
FOTO PHOTO NEWS
 ?? FOTO'S INSTAGRAM ??
FOTO'S INSTAGRAM
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium