Gazet van Antwerpen Stad en Rand
En nu de Bosuil heroveren?
Antwerp ging in Charleroi door op het elan van vorig jaar: op verplaatsing moeilijk te kloppen. Op de Bosuil lukte het vorig jaar iets minder vlot. En dat weet Laszlo Bölöni ook. “Nu bevestigen in eigen huis”, bleef de Roemeen nuchter na de eerste overwinning. Waarom heeft de Great Old het thuis zo moeilijk? En hoe kan dat dit seizoen anders?
Op het veld van Charleroi deed Antwerp precies hetzelfde wat vorig jaar zo vaak lukte: een stevig blok neerzetten en snel omschakelen. “Als je geen doelpunt slikt, heb je al één punt. Als je nog één keer scoort, heb je er drie”, redeneerde kapitein Haroun steevast. Dat leverde toen vooral op verplaatsing - heel wat punten op. Enkel kampioen Club Brugge, Genk, Anderlecht en Charleroi verzamelden in de reguliere competitie nog meer punten op verplaatsing dan de Great Old. Thuis had Antwerp het vaak heel wat moeilijker. Slechts vier keer slaagden Bölöni en zijn jongens erin de drie punten op de Bosuil te houden: tegen Kortrijk (3-0), Zulte Waregem (3-0), Moeskroen (1-0) en Eupen (2-0). Om dit seizoen opnieuw mee te doen voor een plek in de top zes moet Antwerp dus vooral in eigen huis meer punten pakken, dat beseft Bölöni beter dan wie ook. Deze problemen moet hij aanpakken:
ZELF HET SPEL MAKEN
Uit de reactie spelen is één ding, maar zelf kansen creëren is nog iets anders. En juist dat zal Antwerp op eigen veld meer dan ooit moeten doen. Vorig seizoen kon het stamnummer één als promovendus nog profiteren van wat onwetendheid bij de tegenstander, maar sinds de winterstop weet iedereen dat je op de Bosuil maar beter niet te aanvallend voor de dag komt. Sindsdien won Antwerp thuis enkel nog van
Eupen (één keer in de competitie en één keer in
Play-off 2) en Beerschot Wilrijk. Vooral als de Great
Old niet eerst zelf scoort, krijgen ze het moeilijk. Want dan kan de tegenstander nog meer achteruit leunen. Gevolg: Antwerp scoorde vorig jaar precies even veel in eigen huis als op verplaatsing. En laat het nu net het aanvallende compartiment zijn waar Antwerp misschien wel het meest verzwakt lijkt. Creatievelingen als Hairemans en Rodrigues zullen dus een tandje moeten bijsteken. Benieuwd of Bölöni in zijn tweede seizoen na defensieve ook meer offensieve automatismen ingeslepen krijgt bij dit Antwerp.
Ook AANVALLEND VOETBAL IS MOEILIJKER VOOR DE VERDEDIGERS
al kiest Antwerp thuis meer voor de aanval, dat betekent nog niet dat het vaker zal winnen.
Vorig seizoen bleek het juist cruciaal om niet op achterstand te komen op eigen veld. Slechts twee keer slaagde de Great Old erin om een achterstand op te halen en nog punt(en) te pakken: tegen STVV en AA Gent. Aanvallend spelen betekent dat de verdediging meer ruimte moet laten in de rug. En dat blijkt het zwakke punt bij de boomlange Borges en Arslanagic. Toeval of niet, vorig seizoen behaalde Bölöni drie van de vier thuisoverwinningen met een driemansverdediging. De Roemeen moet dus op zoek naar het juiste evenwicht in thuiswedstrijden.
HET ENTHOUSIASME TEMPEREN
Zowel op verplaatsing als op de Bosuil staat de Antwerpaanhang als één man achter de ploeg. Die vocale steun helpt in uitmatchen vaak om tot het uiterste te gaan, zo getuigden de spelers meermaals. In eigen huis kan die geweldige steun evenwel een averechts effect hebben. Bölöni gaf al een aantal keer aan dat zijn ploeg uit enthousiasme de tactische taken wel eens durfde te vergeten, waardoor de tegenstander gevaarlijk kon counteren. Die steun zal dit seizoen - in een steeds uitverkochte Bosuil - niet minder zijn.
WAAROM HET DIT SEIZOEN THUIS WÉL KAN LUKKEN...
“We zijn een jaartje rijper. Behalve een goed blok zetten, kunnen we nu ook de tegenstander pijn doen”, vertelde kapitein Haroun na de overwinning in Charleroi. Zijn trainer was het daar niet mee eens. Voor Bölöni moet er nog kwaliteit bijkomen om - vooral thuis - het verschil te kunnen maken. Maar één ding kan hij niet ontkennen: dit Antwerp staat verder dan een jaar geleden. Mits nog enkele gerichte versterkingen kan de Bosuil snel weer een onneembare vesting worden.