Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Leven gered, maar wel hogere kans op kanker
Meer gevallen van agressieve lymfeklierkanker na orgaantransplantatie
De kans op een tweede leven. Dat betekent een orgaantransplantatie voor jaarlijks meer dan duizend Belgen. Alleen wordt die hoop voor tientallen patiënten aan diggelen geslagen wanneer ze horen dat ze net daardoor een agressieve kanker kregen. “Ik durf niet anders dan leven van dag tot dag”, zegt Noa Muysoms (21) uit Willebroek, die het verdict kreeg.
Ondanks alles is Noa blij dat ze de keuze heeft gemaakt om een dubbele longtransplantatie te ondergaan. De jonge vrouw uit Willebroek is geboren met mucoviscidose, een levensbedreigende taaislijmziekte. De weg die ze sinds haar puberteit heeft afgelegd, is bezaaid met tegenslag en ziekenhuisbezoeken. “Vanaf dan zijn mijn longen er alleen maar op achteruitgegaan”, zegt ze. “Ze zaten helemaal dicht, ik kon nog amper ademen. Er was geen andere optie dan een transplantatie. Zeven maanden stond ik op de wachtlijst, tot ik het bericht kreeg dat er een donor was. Ik moest meteen naar het UZ in Leuven.”
Hevige buikpijn
De operatie is een succes. Niet dat Noa van de ene dag op de andere kan ademen als jij en ik: daar heeft ze hard voor moeten werken. “Omdat ik mijn ademhalingsspieren door de muco niet goed gebruikte, moest ik dat allemaal leren”, zegt ze. “Maar na twee of drie maanden kon ik kleine dingen waar ik voorheen alle moeite mee had: de trap opgaan, mezelf wassen, eten. Plots ging dat allemaal vanzelf. Een fantastisch gevoel.”
De euforie is van korte duur. Niet veel later krijgt ze hevige buikpijn. Een röntgenfoto geeft het harde nieuws: kanker. PTLD zeggen de dokters, wat neerkomt op een agressieve lymfeklierkanker die het gevolg is van de transplantatie. “Je denkt dat je tweede leven begint en dan stort je wereld weer in”, zegt Noa. “Ik kreeg het nieuws vorig jaar in april en had mijn zomer al volgepland. Maar ik heb een halfjaar niets anders gezien dan de vier muren van mijn ziekenhuiskamer.”
Onnoemelijk veel pech heet dat dan, want de kans op zo’n kanker na een transplantatie is relatief klein: gemiddeld zo’n 2 tot 3%. Maar voor sommige organen en afhankelijk van andere factoren, zoals de leeftijd van de patiënt, loopt die kans op tot 20%. Aan het UZ Leuven tellen ze jaarlijks tien tot vijftien gevallen, maar geëxtrapoleerd naar heel België gaat het naar schatting om twintig tot dertig gevallen.
De wrede gril in ons lichaam heeft alles te maken met de medicatie die we krijgen na een transplantatie. Die onderdrukt ons immuunsysteem zodat het nieuwe orgaan niet wordt aangevallen en afgestoten, maar tegelijkertijd krijgen woekerende kankercellen kans om te groeien.
“PTLD is vrij zeldzaam, maar het aantal gevallen neemt wel toe”, zegt biomedica Nena Testelmans (KU Leuven). “In de eerste plaats omdat de complicaties afnemen en mensen simpelweg langer leven met een donororgaan. Na tien of twintig jaar kan je de kanker nog altijd krijgen. Er gebeuren trouwens gewoon meer transplantaties.” Ook is de medicatie tegen de afstoting van het orgaan volgens dokters in het UZ Leuven krachtiger geworden. “We moeten nu niet in paniek schieten, want transplantaties redden nog steeds levens”, zegt Testelmans. “Wel zijn die niet feilloos, en weinig mensen weten dat.”
Mutaties
Testelmans onderzoekt nu welke mutaties in ons DNA verantwoordelijk zijn voor de kanker, in de hoop nieuwe behandelingen te kunnen ontwikkelen. Niet dat er geen therapieën bestaan, maar die zijn niet altijd even efficiënt. “We gebruiken onder meer immunotherapie en chemo”, zegt professor Daan Dierickx, hematoloog aan het UZ Leuven en promotor van het onderzoek. “De overlevingskans na twee jaar is 50 tot 70%, afhankelijk van het type.”
Noa probeert zich niet te veel aan te trekken van die cijfers, ook al is ze nu een halfjaar kankervrij. “Ik durf niet te veel vooruit te kijken”, zegt ze. “Als ik iets op voorhand plan, bestaat de kans dat het misloopt. Ik heb wel een bucketlist gemaakt. Tomorrowland staat erop, net als een concert van Coldplay. Beetje bij beetje kan ik groter dromen.”