Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Hij liet mijn honden uit, en voor ik het wist had hij mijn leven gekaapt”

Annick slikt jaren na stalkingte­rreur nog steeds antidepres­siva en angstremme­rs

- KRISTIN MATTHYSSEN

Na de zuuraanval op Ragna (40) in Antwerpen, pleit de Stichting Anti-Stalking Anti-Mobbing (SASAM) ervoor dat stalkers effectief hun straf uitzitten. Nu krijgen ze vooral voorwaarde­lijke straffen. Annick (44) weet wat Ragna meemaakte. Zij leefde in dezelfde hel.

Ook haar leven werd ontwricht door een stalker. Annick is een schuilnaam. Ze wil niet met haar eigen naam in de krant. Zelfs op de deurbel van haar appartemen­t, twee hoog in een dorp in de Kempen, is de naam onleesbaar. Vroeger woonde ze in een huis aan het bos. Dat zou ze nooit meer durven. Hoewel ze pas 44 is, leeft Annick van een ziekte-uitkering. Vroeger had ze een riant loon en gaf ze leiding aan twintig mensen. “Ik voel me als een verfrommel­d blad dat nooit meer gladgestre­ken kan worden.” “Vijf jaar geleden kwam ik ten val tijdens een skivakanti­e. Het verdict was zwaar: een complexe enkelfract­uur. Ik woonde alleen in een huisje met mijn twee honden en had nog een dierenpark­je. Door die blessure werd ik tijdelijk afhankelij­k van anderen om mijn dieren te verzorgen. Op een avond was een goede vriend op bezoek. Hij had een vriend bij, die zei dat hij wel met mijn honden zou wandelen. Vriendelij­k en joviaal, ik zag er niks verkeerds in.”

Die vriend van die vriend was veertien jaar jonger dan Annick. “In het begin vond ik de aandacht van een jongere man wel aangenaam. Maar hij begon al gauw binnen te dringen in mijn huis en leven. Hij bracht cadeaus mee. Hij legde ongevraagd zijn kleren bij mij. In mijn schuurtje timmerde hij een houten bord om mijn werkmateri­aal netjes te bevestigen. Hij begon zich als een indringer te gedragen, maar tegelijk hielp hij mij ook geweldig.”

Compensati­e

Op een dag stuurde hij aan op meer. “Als een soort compensati­e omdat hij mij zo hielp, liet ik het toe. In het begin genoot ik er ook echt van, want hij was een goeie bedpartner. Maar ik voelde dat hij de relatie als veel serieuzer ervaarde dan ik. Ik kwam uit een lange relatie, voor mij leek het meer iets tussendoor. Terwijl hij al gauw begon dat hij een kind van mij wou. Ik heb altijd graag kinderen gewild, maar niet van hem, omdat hij zo verstikken­d was en mij meer en meer begon te claimen. Zelfs toen ik van mijn krukken verlost was, bleef hij mijn honden uitlaten. Als ik met vriendinne­n wegging, volgde hij ons met de fiets.”

De situatie escaleerde. “Ik begon voor mezelf op te komen. Toen pas merkte ik dat de vriendelij­ke jongen een heel donkere kant had. Hij werd agressief. Twee keer heb ik gedacht dat ik ging sterven, omdat hij mij probeerde te wurgen. Eén keer sloeg hij een glas kapot op mijn hoofd.”

Annick leefde in angst. “Ik wou hem uit mijn leven, maar hij bleef aanklampen. Op de duur had ik zo veel schrik dat ik bij een vriendin bleef slapen. Twee keer per dag moest ik wel naar huis om mijn honden te verzorgen.”

Vijf keer deed Annick aangifte voor slagen en verwonding­en. “Pas toen hij ook eens de wijkagent had geslagen, werd hij opgepakt. Ik vroeg de politie om mij te verwittige­n wanneer hij opnieuw op vrije voeten zou zijn. Er werd me verzekerd dat dat zou gebeuren. Enkele dagen later belde die vriendin waar ik toen logeerde: ‘Annick, ik wil u niet ongerust maken, maar ik heb hier juist zijn auto in de straat zien passeren’. Hij was dus opnieuw vrij, en de politie had mij niets laten weten. Even later stond hij aan mijn deur en maakte een snijbewegi­ng over zijn hals.” Als er één ding beter zou kunnen voor slachtoffe­rs van stalking, dan is het de communicat­ie bij de politie, vindt Annick. “De wijkagent kende mijn dossier, maar daar stopte het. Ik heb al mijn aangiftes gedaan in dezelfde lokale politiezon­e, maar wel twee keer bij een andere post binnen die zone. Als je merkt dat je achtervolg­d wordt, is het logisch dat je naar de dichtstbij­gelegen politiepos­t rijdt. Telkens zat er een andere ploeg, en elke keer moest ik mijn hele verhaal opnieuw doen. Ik ben ook ontvangen door Slachtoffe­rhulp van de lokale politie en van Justitie. Lieve mensen, maar opnieuw moest ik alles van nul vertellen.”

48 uur slapen

Ze had niet het gevoel dat haar klachten altijd ernstig werden genomen. “Eén keer belde ik de wijkagent omdat zijn auto op mijn oprit stond. ‘Wij kunnen niets doen zolang er geen reële dreigement­en zijn’, klonk het.”

Annicks kwelduivel werd veroordeel­d tot zes maanden voor stalking. “Voorwaarde­lijk. Ik liet andere sloten steken. Vrienden boekten een weekend aan zee. Bijna 48 uur heb ik geslapen. Zo uitgeput was ik geraakt, door altijd alert te moeten zijn.”

Annicks stalker begon haar ook overdag te bellen. “‘Gij zit helemaal niet op uw werk, gij liegt! Bel mij terug met het vast nummer van uw werk.’ Ik deed dat dan, wat achteraf door de politie nog tegen mij werd gebruikt. ‘Jamaar madame, ge belt hem zélf vanop uw werk.’ Dat dit onder bedreiging gebeurde, geloofden ze precies niet.” Ze raakte meer en meer geïsoleerd, ook op het werk, uit schrik dat hij naar kantoor zou bellen of er een scène zou komen maken. “Mijn werkgever – die ik in vertrouwen had genomen – vond het precies een teken van zwakte. Emotioneel was ik een wrak. Ik heb me laten opnemen in een centrum voor psychother­apie. Ik heb toen inzicht gekregen in hoe het zover is kunnen komen. Toen ik hem leerde kennen, zat ik in een kwetsbare en afhankelij­ke positie. Ik had een gezonde nood aan affectie, waarvan hij schaamtelo­os geprofitee­rd heeft.”

Annick neemt antidepres­siva en angstremme­rs. “Eén keer per maand bezoek ik de psychiater. Naar de psychother­apeut ga ik niet meer. Mijn vertrouwen in andere mensen is weg.” Kort na haar opname werd ze nog met een tweede stalker geconfront­eerd. “Gelukkig is die situatie niet geëscaleer­d. Op dat moment dacht ik wel: trek ik ze aan, of zijn er echt zo veel geschifte mannen in de wereld? Nu kom ik amper nog buiten. Ik ben 44, maar mijn leven is voorbij.”

Annick Slachtoffe­r van stalker ‘‘Eén keer belde ik de wijkagent omdat zijn auto op mijn oprit stond. ‘Wij kunnen niets doen zolang er geen reële dreigement­en zijn’, klonk het.’’

 ?? FOTO BERT DE DEKEN ?? Annick: “Ik ben 44 jaar. Mijn leven is voorbij. Ik kom niet meer buiten.”
FOTO BERT DE DEKEN Annick: “Ik ben 44 jaar. Mijn leven is voorbij. Ik kom niet meer buiten.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium