Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik zen één en al vlieger”
Nodderwaak: zo wordt de Herentalse deelgemeente Noorderwijk in het Kempens dialect genoemd. “Hier een beetje verderop staat nóg zo’n vliegtuigbrievenbus”, lacht Bart Behiels als we onaangekondigd aan zijn huis in de Zandkapelweg stoppen. “Ik heb ze gemaakt toen ik nog thuis bij mijn ouders woonde. Hun oude brievenbus was versleten. Als ik dan toch een nieuwe brievenbus moest maken, kon ik er maar beter ineens mijn passie in leggen. Toen ik trouwde en dit huis kocht, mocht ik die brievenbus niet meenemen van mijn moeder. Geen probleem, ik heb er gewoon een tweede gemaakt. Ik vind deze trouwens mooier. Bij mijn ouders is het een laagdekker, hier een tweedekker. Ze staat er nu van 2009. Alleen het huisnummer 59 klopt niet meer. De straat werd hernummerd. Ik heb het nieuw huisnummer ernaast gehangen. De brievenbus is nog te mooi om te herspuiten.”
Bart laste de brievenbus zelf. “Kijk: de motorkap is gemaakt van een oude aluminiumen kookpot. Die had een mooie diameter om mee te starten. Daarna heb ik de romp gemaakt, en tot slot de propeller. Mijn broer heeft ze gespoten. En mijn andere broer zit in de aluminium. Ook hij heeft geholpen. Ze is gespoten in de kleuren van een vliegtuig dat ik in het luchtvaartmuseum van Old Warden in Engeland had gezien. Binnenin zit een stukje tuinslang om insijpelend regenwater af te voeren. De rubberen wieltjes en schroef staan vast. Het is een heel praktische brievenbus. Postpakketjes kunnen er gemakkelijk in.”
Vliegtuigmechanieker
Naast de propeller in de muur heeft Bart ook nog een vliegtuig in de kasseien van de oprit. Het kan niet anders of hij moet een piloot zijn! “Mis, ik werk als vliegtuigmechanieker bij Brussels Airlines. Vroeger was er een school op Linkeroever waar je vanaf het vijfde middelbaar de richting vliegtuigtechnieken kon volgen. Op het Rooiveld hier in de buurt was een modelvliegtuigclub, om met radiogestuurde vliegtuigen te vliegen. Ik kon daar uren naar kijken. Zo is het bij mij begonnen. Daarna zijn de echte vliegtuigen in mijn leven gekomen. Toen ik begon, werkten we vooral aan de Fokker 28. Daarna kwamen de BAe en de Avro en de Boeing 737. Nu werk ik bij Brussels Airlines aan de Airbusfamilie.”
Of vliegtuigmechanica net als automechanica zo hard veranderd is de jongste jaren? “Het is ingewikkelder geworden, met nog meer elektronica. Maar ik doe het nog steeds graag. Het is ook een job waarbij je in shiften werkt. Afgelopen nacht stond ik met de late. Dan slaap ik meestal tot de middag.”
Als Bart niet in Zaventem aan vliegtuigen sleutelt, doet hij het thuis, want hij is nog steeds lid van de Model Aero Club Herentals. “Je kan daar zo ver in gaan als je zelf wil. Tegenwoordig zijn er al veel modelbouwvliegtuigen in carbon, waarbij je bijna alleen de inbouw nog moet doen.”
Of hij nooit zelf heeft overwogen om piloot te worden? “Ik heb wel eens gedacht aan een opleiding tot ULM (Ultra Light Motorized aircraft)-piloot. Maar die reglementeringen
Fotozoektochten
zijn ook al zo streng geworden. Het modelvliegen is ook tof.”
Zijn vrouw wist meteen welk vlees ze in de kuip had toen ze trouwde. “Onze huwelijksmis vond plaats hier in de Zandkapel in Noorderwijk, een idyllische plaats, waar nog elke zondagmorgen een mis is. Vrienden van de Model Aero Club hebben onze trouwringen met vliegtuigjes binnengevlogen in de kapel. Dat was heel bijzonder. Ge ziet: ik zen één en al vlieger.”
Of zijn brievenbus zou kunnen wegvliegen, gesteld dat hij er een vliegtuigmotor uit de modelbouw in zou installeren? “Nee, onmogelijk, ze weegt veel te zwaar. Ik merk wel dat ze geregeld opduikt in fotozoektochten. Eén persoon heeft eens gevraagd of ik een gelijkaardige brievenbus wou maken, maar dan van zijn favoriet automodel. Daar heb ik voor gepast. Als je al je uren en materiaal moet doorrekenen, wordt het te duur. Dan zijn ze beter af met een brievenbus in blauwe hardsteen.”