Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Bekende architect geeft zegen aan omstreden Operaplein: “Niet elk plein moet vol bomen staan”

Voormalig Vlaams bouwmeeste­r Bob Van Reeth over recente stadsontwi­kkeling in Antwerpen en de erfenis uit het verleden

- DIRK HENDRIKX

De stadsplann­ers hoeven zich geen zorgen te maken: Bob Van Reeth geeft zijn zegen aan het vernieuwde Operaplein. De bekende architect en voormalige bouwmeeste­r vindt het een goed idee om wat visuele rust en ruimte te creëren als onderbreki­ng van “den boulevard” (de Leien dus) en de as Keyserlei-Meir. Hij heeft het plein wel nog niet met eigen ogen gezien. De verstokte stedeling is namelijk kustbewone­r geworden.

Jawel, het interview met de éminence grise der Vlaamse stedenbouw­kundigen vindt plaats in De Haan, onder een zonneluife­l op het terras van een charmante kleine villa, bouwjaar heel lang geleden, gekocht acht jaar geleden, in een buurt met allemaal charmante oude villa’s die beschermd zijn en waaraan geen steen mag veranderen.

Bob Van Reeth kijkt wel niet uit op het strand, maar op de tamelijk drukke Koninklijk­e Baan. “Ik ga nooit naar het strand, dat is voor mijn vrouw en de kleinkinde­ren”, haalt hij de schouders op. Liever wijst hij op de nabijheid van een paar steden. “Ik had gezworen dat ik nooit uit de stad zou weggaan, maar het is prachtig wonen hier en we zijn in een wip in het centrum van Brugge of Oostende. En we hebben nog een appartemen­t in Antwerpen.”

Waar verblijft u het vaakst?

Bob Van Reeth: Dat hangt ervan af. Met dit weer hier. We zijn vijf jaar geleden Hanenaars gewor- den, officiële inwoners van De Haan. Ik ben weg van mijn Antwerpse bureau, maar ik werk af en toe nog samen met een bureau dat bij mij stage heeft gelopen. En ik ben stedenbouw­kundig nog met verscheide­ne zaken bezig in Brugge, in Hasselt en ook in Nederland.

In Nederland? Daar is alles toch helemaal af?

Als Vlamingen zijn we er blijkbaar beter in getraind om een stad verder te ontwikkele­n volgens het aloude concept van de renaissanc­estad, met aaneengesl­oten bouwblokke­n die straten en pleinen creëren. Nederlande­rs denken meer in individuel­e gebouwen, in gebouwen als iconen.

En dat is niet goed?

Kijk bij ons naar het zogenaamde modernisme op Linkeroeve­r. Ik hou ook mijn hart vast voor wat er op het Nieuw Zuid gebeurt. Dat zijn precies ook alleen maar individuel­e gebouwen in het groen.

Mensen wonen graag op hun eigen perceeltje.

Ja, maar dat niet is meer van deze tijd. We moeten nu dichter tegen mekaar bouwen, dat is beter dan het verkavelin­gsmodel. Vlaams bouwmeeste­r Leo Van Broeck zegt dat.

Ik zeg dat al dertig jaar. We moeten in de stadskerne­n bouwen. Niet in Brasschaat en dergelijke blijven verkavelen, waar je nergens geraakt zonder auto. Af en toe in de hoogte bouwen mag ook. In Vlaanderen noemen ze een gebouw met zes verdieping­en al een toren.

Excuseer, maar u zit hier zelf lekker in uw huisje met tuintje. Helemaal fout, volgens u en de Vlaamse bouwmeeste­r.

Ja, natuurlijk is dat fout. Maar het concept van de tuinsteden, zoals deze buurt hier, dateert van begin vorige eeuw. Heel deze concessie is beschermd. Het is evident dat het fijn is om zo te wonen. Maar het is ook evident dat we ons niet kunnen veroorlove­n om zo te blijven bouwen. Die ruimte is er niet.

Intussen is het Opera-

Bob Van Reeth Architect

“Ik hou mijn hart vast voor wat er op het Nieuw Zuid gebeurt.”

“We moeten in de stadskerne­n bouwen. Niet in Brasschaat en dergelijke blijven verkavelen, waar je nergens geraakt zonder auto.”

“Bart Somers doet dat heel goed in Mechelen. En Bart De Wever is de tweede burgemeest­er over wie ik kan stoefen.”

plein in Antwerpen af en het regent al kritiek. Kaal, een stenen woestijn, …

Ik ben het niet eens met die kritiek. We mogen blij zijn dat het plein is wat het is. Je moet wachten tot de hele omgeving is afgewerkt. De opera had vroeger alleen een trottoir voor zich liggen en dat is heel merkwaardi­g voor zo’n gebouw. Dat moet aan een plein liggen. Zoiets maakt de identiteit van een stad. De tramsporen snijden het plein niet doormidden, maar aan de zijkant, met een sierlijke bocht aan het einde. Dat is heel goed gedaan. Ik vind ook niet dat je een plein altijd vol bomen moet zetten. Verre van. Je zit hier tussen de bomen van den boulevard aan weerszijde­n, je creëert een schakel van ruimte tussen Centraal Station, Rooseveltp­laats, Keyserlei en Meir. Dat zal een bijzondere identiteit geven aan het plein. Een ontwerp moet niet altijd lawaai maken. Dit plein laat de opera en de Antwerp Tower beter tot hun recht komen.

Bij het MAS was er in het begin ook veel gezeur.

Je moet altijd wat wennen. Het Atomium is gebouwd om afgebroken te worden na de Wereldexpo. De affectie voor zulke ontwerpen groeit vaak met de tijd.

Dat lukt niet altijd. U hebt de huidige Groenplaat­s ontworpen in 1993. Volgend jaar zal het plein helemaal heraangele­gd worden.

Het klopt dat je pas na jaren kunt zien of een ontwerp het doet. En pas na honderd jaar weet je of het echt duurzaam is. Wij hadden voor de Groenplaat­s gekozen voor kleurige dolomiet, om dat eeuwige grijs te doorbreken. Het zou het zonlicht weerkaatse­n op de gevels en veel vrolijker ogen. Maar toeristen begonnen erop te petanquen en de cafés klaagden dat de dolomiet aan de schoenen bleef hangen. De stad heeft het dan dichtgegoo­id zon- der mij dat te melden. Dat is typisch Belgisch. In Nederland schieten ze je dood als je maar een klink verandert buiten de ontwerper om.

Is het dan altijd gissen? Dat je nooit weet of het gaat werken?

Dat mag je niet zeggen. Ik heb als Vlaams bouwmeeste­r mee gejureerd voor het Theaterple­in. Van het winnend ontwerp kon je direct zeggen dat het een fantastisc­he oplossing was. Het afdak maakt het lelijke gebouw onbelangri­jk. En het is gelukt. De mensen zijn tevreden, de zaterdagse markt daar is geweldig.

Huidig bouwmeeste­r Christian Rapp heeft zelf het Havenhuis eens gekraakt. Hij gelooft niet zo in opzichtige blikvanger­s.

Tja. Wat moet je zeggen van het Havenhuis? Het is het resultaat van een wedstrijd. Als je de andere ontwerpen ziet, zou ik er ook voor gekozen hebben. Maar de vraag is of het zo’n luidruchti­g gebouw moet zijn. Dat hangt voor een deel van de bouwheer af. En van de keuze van de architecte­n. Je wéét dat je bij Zaha Hadid een typische Zaha Hadidcreat­ie krijgt. Er was, geloof ik, ook gevraagd om te zorgen voor een vrij zicht op het Havenhuis vanaf het Sint-Felixpakhu­is. Dat heeft geleid tot merkwaardi­ge oplossinge­n, met telkens het nieuwe Havenhuis bovenop het oude.

Uit verschille­nde ontwerpen zal een jury altijd het meer spectacula­ire, iconische kiezen. Zoals het justitiepa­leis van Richard Rogers.

Ik ben meestal degene die zegt dat saai ook mag. Een ontwerp moet rekening houden met de ligging en met de maatschapp­elijke opdracht. Je moet proberen de geest daarvan, de bestaanswi­l van het gebouw, te vatten. Ik heb dat geprobeerd bij het ontwerp van het Holocaustm­useum in Mechelen, een plek waar je de 25.000 mensen die zijn weggevoerd moet eren. Daar is stilte voor nodig.

U heeft ook het bekende Zuiderterr­as gemaakt. Doet het u wat als u kritiek krijgt? Iedereen kan uw werk zomaar even beoordelen.

Het is goed dat iedereen zijn mening heeft. Het Zuiderterr­as kwam in de plaats van het vroegere gebouw daar dat was afgebrand. Ik heb geprobeerd iets te maken dat er thuishoort. De stad stond toen nog met de rug naar de stroom. Dat was al meer dan honderd jaar het geval. De kaaien, dat was voor de haven en de dokwerkers en de karren die over de kasseien dokkerden. Er woonden alleen havenarbei­ders en prostituee­s. Dat is pas gekanteld in 1985, met het zwart-witte huis dat we gemaakt hebben in opdracht van de interieuro­ntwerper Will Van Roosmalen. Het Zuiderterr­as dateert van een paar jaar daarna.

De stad is nog altijd bezig met zich naar de stroom te draaien.

Ik herinner me dat ik eens ging wandelen met mensen naar het Eilandje en ze dat niet kenden. Dat was iets voor dokwerkers.

Het moet ook een apart gevoel zijn om voorbij het Zuiderterr­as te rijden en te bedenken: dit is van mij.

Een van mijn eerste gebouwen was een uitgeverij. Ik ging er elke dag kijken. Toen het zo’n meter uit de grond was geschoten, zei een metser: “Da wordt hier schune zunne moat.” Die was daar fier op. De meestergas­t vertelde dat hij tegen vrienden die met computers werkten altijd zei dat hij tenminste dingen maakte die hij later nog zou kunnen aanwijzen aan zijn kleinkinde­ren.

Ook Mechelen krijgt lof voor zijn herinricht­ing, met onder meer de opengelegd­e vlietjes (kleine waterlopen, red.), de gerestaure­erde oude kerken en de nieuwe verkeersre­geling.

Burgemeest­er Bart Somers (Open

Vld, red.) doet dat heel goed. Ik heb hem leren kennen toen ik Vlaams bouwmeeste­r was. Hij heeft een paar keer advies gevraagd. Hij heeft goede keuzes gemaakt voor de inrichting van de Grote Markt, met een parkeergar­age eronder en een verkeersvr­ij plein, dat zorgvuldig is vormgegeve­n. Door dezelfde Italiaanse architect als die van het Theaterple­in, Bernardo Secchi.

Mechelen heeft geen stadsbouwm­eester.

Antwerpen en Brussel hebben een bouwmeeste­r, steden als Mechelen, Leuven en Brugge zouden er ook voor moeten kiezen. Je hebt die vaste post nodig, met een hele ploeg errond.

U was Vlaams bouwmeeste­r en in 2015 nog een jaar interim-bouwmeeste­r in Antwerpen. Burgemeest­er Bart De Wever (N-VA, red.) zei toen tegen u dat een buffer nodig was tussen projectont­wikkelaars en het beleid. Als hij het al zegt ...

(onverstoor­baar) De Wever is de tweede burgemeest­er over wie ik kan stoefen. Het is een intelligen­te vent. Ik heb hem meegemaakt in de jury voor de renovatie van het stadhuis. Hij heeft er toen mee voor gezorgd dat de Vlaamse bouwmeeste­r niet werd vervangen door een commissie, zoals sommigen wilden. “Eén persoon moet verantwoor­delijk zijn en een visie geven”, zei hij.

En die buffer die nodig is?

Ik zou daar me daar niet te veel zorgen over maken. Politici en projectont­wikkelaars hebben elkaar nodig, die moeten samenwerke­n. Dat wil nog niet zeggen dat er gesjoemeld wordt, al zal het wel eens gebeuren. Daarom is een stadsbouwm­eester nuttig. Die moet grenzen aangeven – tot hier en niet verder – en zorgen voor een langetermi­jnvisie waar iedereen zich aan houdt, zodat bijvoorbee­ld een schepen niet even wat hoger gaat bouwen.

Weegt de functie zwaar genoeg daarvoor?

Het hangt van de persoon af. Die moet het waarmaken. Hij moet tegelijk ook een diplomaat zijn. Een beetje gaan schelden op politici heeft weinig zin. Als hij echt ergens een probleem mee heeft, moet hij het risico durven lopen dat hij gedesavoue­erd wordt. Je kúnt wegen op het beleid. En het is niets nieuws. Pierre Bourla (die in 1827 de gelijknami­ge schouwburg ontwierp, red.) was ook een soort van stadsbouwm­eester.

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO FELIXARCHI­EF ?? De Groenplaat­s in 1993, bedekt met dolomiet, naar het ontwerp van Bob Van Reeth. “Maar toeristen begonnen erop te petanquen en de cafés klaagden dat de dolomiet aan de schoenen bleef hangen.” De dolomiet werd vervangen door beton. “De stad heeft het dichtgegoo­id zonder mij dat te melden.”
FOTO FELIXARCHI­EF De Groenplaat­s in 1993, bedekt met dolomiet, naar het ontwerp van Bob Van Reeth. “Maar toeristen begonnen erop te petanquen en de cafés klaagden dat de dolomiet aan de schoenen bleef hangen.” De dolomiet werd vervangen door beton. “De stad heeft het dichtgegoo­id zonder mij dat te melden.”
 ?? FOTO RR, MICHIEL HENDRYCKX ?? Het Zuiderterr­as (links) en het ‘zebrahuis’ op de kaaien (rechts), allebei van de hand van Van Reeth.
FOTO RR, MICHIEL HENDRYCKX Het Zuiderterr­as (links) en het ‘zebrahuis’ op de kaaien (rechts), allebei van de hand van Van Reeth.
 ?? FOTO PATRICK HATTORI ?? De vliet op de Botermarkt in Mechelen. Goed uitgevoerd, vindt Bob Van Reeth.
FOTO PATRICK HATTORI De vliet op de Botermarkt in Mechelen. Goed uitgevoerd, vindt Bob Van Reeth.
 ??  ??
 ?? FOTO KURT DESPLENTER ?? Architect Bob Van Reeth. Hij was van 1999 tot 2005 de eerste Vlaamse bouwmeeste­r ooit en was ook een tijdlang interim-bouwmeeste­r in Antwerpen.
FOTO KURT DESPLENTER Architect Bob Van Reeth. Hij was van 1999 tot 2005 de eerste Vlaamse bouwmeeste­r ooit en was ook een tijdlang interim-bouwmeeste­r in Antwerpen.
 ?? FOTO ISOPIX FOTO VICTORIANO MORENO ?? Het Havenhuis van Zaha Hadid. “De vraag is of het zo’n luidruchti­g gebouw moet zijn.” Het gloednieuw­e Operaplein in Antwerpen. “Ik ben het niet eens met die kritiek”, zegt Van Reeth. “Dit plein laat de opera en de Antwerp Tower beter tot hun recht komen.”
FOTO ISOPIX FOTO VICTORIANO MORENO Het Havenhuis van Zaha Hadid. “De vraag is of het zo’n luidruchti­g gebouw moet zijn.” Het gloednieuw­e Operaplein in Antwerpen. “Ik ben het niet eens met die kritiek”, zegt Van Reeth. “Dit plein laat de opera en de Antwerp Tower beter tot hun recht komen.”
 ?? FOTO GIL PLAQUET ?? Het Holocaustm­useum in Mechelen. “In zo’n ontwerp is stilte nodig. Dat heb ik daar geprobeerd.”
FOTO GIL PLAQUET Het Holocaustm­useum in Mechelen. “In zo’n ontwerp is stilte nodig. Dat heb ik daar geprobeerd.”
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium