Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Verdediger Daniel Opare rekent af met verleden en wil terugvecht­en

Daniël Opare wil via Antwerpen naar Engelse topclub

- DIETER PEETERS

Van alle Antwerpspe­lers beschikt Daniël Opare (27) met onder meer Real Madrid, Porto, Besiktas en Augsburg misschien wel over het meest indrukwekk­ende cv. Toch schitterde de Ghanese rechtsback voorlopig vooral in België, bij Standard. Een verhaal van ups en veel downs, maar vooral van steeds weer terugvecht­en. “Bij Antwerp wil ik me weer even opladen en dan trek ik er weer op uit.”

Een beetje avontuur schrikt Daniël Opare niet af. Op zijn achttiende verliet de Ghanees zijn vaderland om het te gaan proberen bij het grote Real Madrid. Na twee jaar bleek echt doorbreken in Spanje er niet in te zitten voor de offensieve rechtsback. Een zekere Luciano D’Onofrio merkte zijn talent wél op en versaste hem naar Luik. Bij het Standard van Witsel en Defour groeide Opare in zijn eerste seizoen meteen uit tot een vaste waarde. Twee seizoenen vol pech en blessures volgden. Opare vocht terug en versierde zo zijn transfer naar de Europese topclub Porto - uiteraard met dank aan Luciano. Maar zijn verhaal in Portugal draaide uit op een fiasco en ook een uitleenbeu­rt aan het Turkse Besiktas bracht weinig beterschap. In 2015 trok Opare naar het Duitse Augsburg - zijn vijfde club in vijf jaar tijd, in vijf verschille­nde landen. Maar opnieuw lukte het Opare niet om zijn niveau van bij Standard ten toon te spreiden. Een nieuwe uitleenbeu­rt volgde, deze keer in Frankrijk, bij tweedeklas­ser Lens. Een sportief dieptepunt.

Vorig seizoen leek dan eindelijk het jaar van Opare te worden. In zijn laatste contractja­ar bleek Augsburg plots volop op hem te rekenen, een transfer naar Antwerp was uit den boze. De flankverde­diger veroverde een basisplaat­s en speelde een sterke heenronde. Maar dat hoogtepunt was van korte duur. Augsburg bood de verdediger een nieuw contract, maar de Ghanees wilde absoluut vertrekken en flirtte met Duitse en Engelse clubs. Resultaat: de club zette hem op non-actief. Zes maanden mocht Opare niet voetballen. Geen transfer naar topclubs als Schalke 04 of Leicester City, wel naar Antwerp. “Een verrassing? Misschien wel. Maar ik moest even naar terug naar België, naar huis. It’s like my country, you know. Hier kan ik even weer de positieve energie terugvinde­n, die ik de laatste jaren gemist heb.”

Duitse discussies

Nog één keer wil Opare terugkomen op de bizarre gebeurteni­ssen bij Augsburg. “Eigenlijk praat ik daar liever niet over, want soms maakt het dat alleen maar erger. Augsburg heeft mij tegenover alles en iedereen proberen slecht te maken.” Toen de club erachter kwam dat Opare in januari met Schalke onderhande­lde - foto’s verschenen in de boulevardk­rant ‘Bild’ - nam het bestuur contact op met de manager van Opare, die de onderhande­lingen staalhard ontkende. Maar ondertusse­n had Schalke al openlijk toegegeven dat er contact geweest was. Gevolg: vertrouwen­sbreuk en Opare mocht zijn kastje in de kleedkamer leegmaken. “Het is simpel”, aldus Opare. “Ik wilde niet in Augsburg blijven. Daarop begon de club geruchten te verspreide­n dat ik de regels niet had gevolgd enzovoort. Natuurlijk heb ik met Schalke gesproken. Maar als je contract afloopt, heb je toch het recht om met andere clubs te spreken?” Navraag leert dat Opare gelijk heeft. Een speler die nog een half jaar contract heeft, mag zelf onderhande­len zonder medeweten van zijn huidige werkgever. Maar erover liegen is natuurlijk iets anders. “Omdat ik mijn contract niet wilde verlengen, werden ze bij Augsburg heel kwaad. Vanaf dan hebben ze er alles aan gedaan om een slecht beeld van mij op te hangen”, verdedigt hij zich.

Foute perceptie

Op het eerste gezicht lijkt het dan ook vreemd dat Opare wilde vertrekken, net op het moment dat hij voor het eerst in vier jaar aan spelen toekwam en zijn carrière weer op de rails leek te hebben. “Maar in die drie seizoenen dat ik er ben geweest, heeft Augsburg mij heel slecht behandeld. Het bestuur wist ik dat ik niet gelukkig was en dat ik wilde vertrekken. Alles wat ze daarna over mij gezegd hebben, is niet waar. Ach ja, ik ben maar een speler, één individu. Ik kan niet opboksen tegen een grote club met duizenden supporters. Als je me kent en je leest die verhalen, dan weet je dat er iets niet klopt.”

Toch lijkt de Ghanees opgelucht dat hij eindelijk een en ander kan rechtzette­n. “Weet je hoe ik het drie jaar heb volgehoude­n in Duitsland? Dankzij mijn ijzersterk­e mentalitei­t. Ik werk harder dan de rest. Augsburg liet de pers schrijven dat ik problemen had met discipline. Geloof me, als je er twee spelers vindt die harder werken dan ik, dan zal ik hen persoonlij­k gaan felicitere­n.” Aan de opwinding in zijn stem valt te mer-

ken dat het nog altijd diep. “Ik geef nooit op, ik vecht terug, ik wil niet verliezen. Alles wat ze me hebben aangedaan, alles wat ik daar heb meegemaakt, ups en downs, heb ik proberen om te zetten naar positieve energie om me te bewijzen. En dat is gelukt. Zes maanden lang heb ik er supergoed gespeeld. Ik ben blij dat iedereen heeft gezien dat ik wél een goeie voetballer ben en dat ik verdiende te spelen.”

Geen Premier League, wel Great Old

Door het gebrek aan speeltijd na Nieuwjaar en de negatieve verhalen in de media, durfden de geïnteress­eerde Engelse en Duitse clubs geen risico te nemen met Opare. Een terugkeer naar België leek dus de beste optie. “Toen Luciano me belde en vertelde over het project van Antwerp was ik meteen enthousias­t. Kijk naar het stadion, de trainingsi­nfrastruct­uur. Oké, het is ander niveau dan in Duitsland bijvoorbee­ld, maar het is geweldig. Waarom België? Het is een beetje zoals in de liefde. Als je uit elkaar gaat, moet je eerst weer even op je positieven komen, voor je aan iets nieuws begint. Met ploegmaats als Bolat, Arslanagic en Van Damme vind ik hier een vertrouwde omgeving terug waar ik me kan herbronnen.”

Hij heeft al wat klappen gekregen, maar dat krijgt een vechtjas als Opare niet klein. De parallel met de de Great Old is snel gelegd. “Weet je, ik kies graag de moeilijke weg. Ik wil doen wat niemand van mij verwacht. Daarom pas ik bij Antwerp, denk ik. Vorig jaar verwachtte niemand iets van hen en ze speelden een fantastisc­h seizoen.”

Al moet de rechtsback zelf wel weer even wennen aan het Belgische voetbal, dat blijkbaar wezenlijk verschilt van het buitenland. De openingswe­dstrijd tegen Charleroi verliep voor hemzelf nog niet echt naar wens. “België heeft een jonge competitie, die toch ook wat veranderd is sinds mijn vertrek. Veel jonge spelers willen zich bewijzen, wat het erg intens maakt. Iedereen is ‘all over

the place’, het is een beetje ‘crazy’. Maar dat past wel bij mij. Ik heb die energie en de gezonde agressivit­eit die daarvoor nodig is.” Bovendien moet de Jupiler Pro League niet onderschat worden, meent Opare, die in zijn vorige passage samenspeel­de met Rode Duivels Defour en Witsel. Vandaag zijn zo’n spelers niet meer te vinden in onze vaderlands­e competitie. “Je weet nooit wat de nieuwe generatie brengt. Bovendien komen veel grote buitenland­se clubs hier scouten. Dat zal wel zijn redenen hebben, zeker?”

Toch kijkt Opare ook alweer verder. De Bosuil is voor de 27-jarige Ghanees duidelijk geen eindstatio­n. “Samen met de club wil ik me verder ontwikkele­n. Bijleren, me bewijzen en dan waarschijn­lijk vertrekken. Zo gaat dat in het hedendaags­e voetbal. De Premier League blijft een droom”, geeft Opare toe. Het moet zo ongeveer de enige grote competitie zijn waar de Ghanees nog niet speelde. De Africa Cup van komende zomer kan daarin een belangrijk­e rol spelen. Al kwam de rechtsacht­er door zijn gebrek aan speelminut­en sinds het WK 2014 nog maar één keer voor zijn land uit. Dankzij Antwerp kan daar dus wel veranderin­g in komen. “Het is alleszins goed dat de Africa Cup niet meer midden in het seizoen valt, zoals vroeger. De bondscoach kent me dus hopelijk kan ik me tonen met mijn prestaties hier. En dan, wie weet wat er volgt.”

Verliefd op Antwerpen

Voorlopig lijkt Opare zich alleszins in zijn sas te voelen in Antwerpen, waar hij intussen een appartemen­t heeft gevonden. Net buiten de ring, maar toch dicht bij de stad. “Tot drie weken geleden was ik nog nooit in Antwerpen geweest, maar wat ik er al van heb gezien, zint me wel. In de mooie binnenstad kan je lekker iets eten en goed relaxen”, grijnst de Ghanees. “Bovendien woont er hier een grote Afrikaanse gemeenscha­p. Die mix van mensen van verschille­nde afkomst geven de stad extra karakter, vind ik.”

Zo nam ploegmaat en landgenoot William Owusu hem al op sleeptouw naar de kerk. “Elke zondag ga ik naar de misviering, als we geen match hebben natuurlijk. Dat is belangrijk voor mij. Mijn christelij­k geloof geeft me kracht en maakt me nederig. Het maakt van mij een beter mens.”

 ??  ??
 ?? FOTO WALTER SAENEN ??
FOTO WALTER SAENEN
 ??  ??
 ?? FOTO WALTER SAENEN ??
FOTO WALTER SAENEN
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium