Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Nacht in de asfaltjungle
“Hadden jullie het ook zo fris, de voorbije nacht?” vroeg Kris V. achteloos tijdens de ochtendvergadering.
- “Valt wel mee”, zei Jan M. “Ik heb uitstekend geslapen. Chance dat er zo weinig muggen zijn deze zomer.” Waaaat? In welk parallel universum leven deze collega’s? (Sinaai en Kontich, dus.) De laatste keer dat het ’s nachts in de stad een beetje fris was dateert naar mijn gevoel van de tijd dat Antwerp, Beerschot en Berchem samen in eerste klasse speelden met reclame van Bell op hun truitjes. En die weinig muggen die er zogezegd zijn, hebben dan blijkbaar toevallig net mijn slaapkamer uitgekozen voor hun jaarlijks congres. Mijn weerloze lijf is het insectenequivalent van het Groot Schietveld van Brasschaat. Zelfs een grootschalig Deet-bombardement haalt geen flukkel uit tegen die resistente klootzakken.
Mijn nachten zijn herleid tot zweterige worstelpartijen met mijn kopkussen. Alle vensters en binnendeuren in huis staan open in een poging om een klein beetje luchtverplaatsing te genereren. Tevergeefs. En wij slapen aan de straatkant, als je wakker bent, hoor je elke voetstap, elke fluim, elke binnenkomende app in de broekzak van de passant. Het is verbazend hoeveel leven er nog is in een rustige woonstraat in Borgerhout in het midden van de nacht: luidruchtige groepjes passerende jeugd, ruziënde koppels (“Ge waart ne smeerlap toen ik oe leerde kennen en ge zijt nog altijd al ne smeerlap!” “Hoort hier, het mottig masjoefel zegt oek is iet!”), een auto met draaiende motor met daarin twee zonnebloempitten spuwende dealers wachtend op een late - of vroege - klant, twee gibberende kroegtijgerinnen op weg naar huis in schijnbaar hoge nood, hun nummer 1 hard spetterend op het beton tussen twee geparkeerde auto’s.
Slapen is hopeloos. Dan maar Kathleen Cools en Goedele Wachters en Bieke Ilegems in een eindeloze loop. Of Spaanstalige verkopers van marteltuigen en extreem rekbaar ondergoed. Of hersenloos bananen knauwen op het terras. Of de zoveelste nachtelijke koude douche (vergeef me, mevrouw de gouverneur!). Overdag beweeg ik me voort als een zombie, zakken snoep binnen handbereik die me maximaal twee minuten een vals gevoel van energie geven.
Maar er is beterschap op komst. Wanneer u dit leest, zou de wind moeten gedraaid zijn. Mijn weer-app voorspelt op woensdag 25 graden op het middaguur. Dat is 2 graden frisser dan om 2u de voorbije nacht.
De zomernachten van 2018 in onze geliefde asfaltjungle werken op mijn systeem. Laat die onweders maar komen!