Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Geboren in Haïti, opgegroeid in de Noorderkempen en via Antwerp en Beerschot naar Anderlecht
Het bijzondere verhaal van HANNES DELCROIX (19): geboren aan de andere kant van de wereld, opgegroeid in de Noorderkempen en via de Bosuil en het Kiel naar de A-ploeg van Anderlecht
De klas van ‘99 blijft talenten afleveren op de stoep van Hein Vanhaezebrouck. Tegen Oostende maakte het Brusselse publiek afgelopen zondag kennis met Antwerpenaar Hannes Delcroix (19). Geboren in Haïti, opgegroeid in Horendonk en via Antwerp FC en Beerschot bij de jeugdacademie van Anderlecht beland.
Samen met Mile Svilar (nu doelman bij Benfica) was Delcroix de eerste van alle spelers geboren in 1999 die op de deur van de A-kern kwam kloppen. Twee seizoenen geleden nam René Weiler hem al mee op winterstage en een paar weken later zat hij als 17-jarige op de bank tegen Lokeren. Een unicum in het Weiler-tijdperk. Het geeft aan hoezeer er toen al geloofd werd in de kwaliteiten van de snelle, wendbare, linksvoetige verdediger. Dat het nog anderhalf jaar zou duren vooraleer hij zijn debuut zou maken in de A-ploeg, was het gevolg van de keuzes van Weiler én een ongelukkige aaneenschakeling van blessures.
“Vorig jaar begon hij aan het seizoen in de A-kern, maar raakte hij redelijk vroeg geblesseerd”, vertelt zijn vader Dominique. “Eind november werd hij dan geopereerd aan zijn teen, waarna het nog vier maanden duurde voordat hij opnieuw kon beginnen trainen. Omdat de competitie toen al naar zijn einde liep, heeft hij het seizoen uitgedaan bij de beloften.”
Trots op debuut
Het grote competitiedebuut van Delcroix liet dus langer op zich wachten dan aanvankelijk werd verwacht, maar zondag werd zijn geduld dan toch beloond. Delcroix verving de geblesseerde Milic bij de rust en mocht terugblikken op een geslaagd debuut in een geweldige sfeer. “Achteraf was hij heel gelukkig”, gaat zijn vader verder. “Blij met de kans én zijn prestatie, maar ook erg fier om te mogen debuteren voor het thuispubliek. Het was toch een beloning na al die jaren hard werken. Dit is zijn zesde jaar bij Anderlecht. Hij keek hier dus al een tijdje naar uit. Of hij zenuwachtig was? Nee, helemaal niet. Hannes heeft niet zoveel last van zijn zenuwen. Wel een handig karaktertrekje als voetballer.
(glimlacht). Hij is een rustige jongen. Iemand die met beide voeten stevig op de grond staat.”
Steun aan Haïti Delcroix groeide op in het Antwerpse Horendonk,
vlakbij de Nederlandse grens, maar zijn roots liggen in het straatarme Haïti. Toen hij twee jaar was, werd hij geadopteerd door de familie Delcroix en kwam hij terecht in een gezin met twee zussen en een broer. “Van in het begin is zijn integratie eigenlijk perfect verlopen”, vertelt zijn vader. “Met zijn broer en zussen heeft het altijd geklikt. Hannes was een vrolijk, positief kind dat altijd zijn best deed.”
Dat hij iets in zijn mars had als voetballer, bleek al snel op de pleintjes van de lokale club KFC Horendonk. Op zijn tiende maakte hij samen met een paar vriendjes uit de buurt de overstap naar de jeugd van Antwerp FC. Toen die vriendjes afhaakten, trok Delcroix eerst naar het Nederlandse RBC Roosendaal - net over de grens - en daarna naar Beerschot. Toen de Antwerpse club in 2013 failliet ging, koos Hannes voor Anderlecht. “Volgens al zijn jeugdcoaches had hij veel talent, maar wij als ouders hebben altijd zijn schoolresultaten op de eerste plaats gezet. Hannes is het voetbal zelf ook lang blijven zien als een hobby. Hij deed het heel graag en hij was er ook wel goed in, maar het is pas bij Anderlecht dat hij is beginnen te beseffen dat hij er zijn beroep van wilde maken.” Met een deel van het geld dat hij verdient als voetballer steunt Delcroix projecten in zijn geboorteland. “Hij sponsort een Haïtiaans gezin en steunt via een Belgische hulporganisatie een project rond waterputten. Hij is nog niet teruggekeerd, maar dat zal er ooit wel eens van komen. Hannes voelt zich nog altijd betrokken met wat er daar gebeurt.”
‘In Youth We Trust’
Van de zes spelers in de A-kern van het geboortejaar 1999 (Delcroix, Bornauw, Moutha-Sebtaoui, Saelemaekers, Amuzu en Sambi Lokonga) komen er vijf uit de eigen jeugdopleiding. Alleen doelman Moutha-Sebtaoui is sinds deze zomer nieuw op de club. ‘In Youth
We Trust’ lijkt meer dan ooit de filosofie van het huis te zullen worden onder Marc Coucke. “Het is hoopgevend”, vindt de vader van Delcroix. “De voorbije jaren hebben we zelf gezien hoeveel de club investeert in haar jeugdopleiding op vlak van infrastructuur, trainers, schoolopvolging, sociale cel, vervoer... Elk jaar werd Anderlecht kampioen in de meeste jeugdcategorieen, maar toch stroomden er maar weinig spelers door naar de A-kern. Dat vonden we jammer. Er zat zoveel meer potentieel in. Investeringen gingen verloren omdat veel jongens op hun 18e of 19e gingen aankloppen bij andere clubs, op zoek naar een kans. Ook wij werden meermaals gecontacteerd door andere clubs. Uiteindelijk zijn we toch blij dat we de goede raad van mijnheer Kindermans (directeur jeugdopleiding bij Anderlecht, red.)
hebben opgevolgd en bij Anderlecht zijn gebleven. Hopelijk gaat het vanaf nu lonen. Voor iedereen die betrokken is bij de jeugdopleiding van de club is dit een positieve evolutie.”