Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De nacht van 30.000 bliksems
We hunkerden naar regen, maar genoten vooral massaal van het onweer
Als een tl-buis die onophoudelijk aan en uit knippert, zo lichtte de hemel voortdurend op in de nacht van dinsdag op woensdag. En dat vond u duidelijk prachtig, gezien de vele foto’s en filmpjes op sociale media. Het KMI noteerde boven ons land iets meer dan 30.000 ontladingen. Gelukkig sloeg de bliksem ‘maar’ 1.500 keer in op aarde.
Hoe ontstaat een bliksem eigenlijk?
Overdag drukkend heet, tegen de avond grijze wolken en vervolgens gedonder. “Zo verloopt een typische onweersdag in een Belgische zomer”, zegt klimatoloog Luc Debontridder van het KMI. Een onweer ontstaat wanneer de stijgende warme lucht terechtkomt in onstabiele vochtige lucht. Voor bliksem moeten in een wolk eerst positieve en negatieve geladen deeltjes gevormd worden. Wanneer die vervolgens gescheiden worden, kan het tot een ontlading komen. Hoe dat precies verloopt, is volgens het KMI nog een weinig begrepen proces.
30.070 ontladingen in één nacht, is dat uitzonderlijk veel?
“Het is veel, maar we zien dit minstens één keer per jaar”, zegt Debontridder. Vraag hem niet naar het recordaantal, want over bliksem bestaan minder statistieken dan over pakweg temperatuur. Het KMI heeft pas sinds de jaren negentig een accuraat detectiesysteem. Weerman David Dehenauw schat dat het record sinds begin deze eeuw rond de 70.000 ontladingen in één dag ligt.
Waar was de bliksem het hevigst?
Het onweer bleef niet lokaal hangen, maar trok in drie golven vanuit Frankrijk over het land en verplaatste zich relatief snel richting Nederland en Duitsland. Een goede zaak, zegt Debontridder, want hoe langer een onweer ter plaatse blijft, des te hoger de kans op schade. Die viel volgens de klimatoloog nu wel mee. “Normaal krijg ik na een zwaar onweer veel telefoontjes over doodgebliksemde koeien, nu niet één.”
Waarom waren er ‘maar’ 1.500 inslagen?
Het KMI detecteerde uitzonderlijk weinig inslagen. Sowieso raakt niet iedere bliksemschicht de aarde. De meeste ontladingen ontstaan in en tussen de wolken en blijven daar ook. Gemiddeld slaat 30% in, tegenover nauwelijks 5% in de nacht van dinsdag op woensdag.
“Daarom lichtte de hemel zo hard op. Het leek wel een grote tl-buis die aan- en uitknipperde”, zegt Dehenauw. Een verklaring voor de relatief weinig inslagen is de droogte. “Daardoor is de samenstelling van de bodem minder ‘geladen’ en wordt bliksem minder aangetrokken”, vertelt Debontridder. Volgens Dehenauw is de afstand tussen de aarde en de wolken groter dan normaal. Daardoor kan de vonk moeilijker overslaan. “Bij heel vochtige lucht hangen wolken tegen de grond, dan heb je mist. Bij droge lucht is dat omgekeerd.”
Hoe detecteren we bliksem?
Het KMI beschikt over een netwerk van bliksemsensoren die de elektromagnetische golven kunnen opvangen en zo bliksemontladingen detecteren. Dat netwerk heet Belgian Lightning Location System of BELLS. Vier antennes, twee in Vlaanderen en twee in Wallonië, kunnen de locaties van de ontladingen tot op één kilometer nauwkeurig bepalen.
Waarom detecteren we de bliksem?
“Voor de verzekeringsmaatschappijen”, vertelt Debontridder. Vooral boeren die een overleden koe in de weide vinden, willen graag weten of dat komt door een blikseminslag. Een veearts zou het overleden dier kunnen opensnijden en daarbij zwartgeblakerde ingewanden aantreffen, maar zo’n operatie mag niet op een weide gebeuren. Dan is een verzoek aan het KMI gemakkelijker. Actuele detecties helpen ook om het publiek te informeren en voor te bereiden op komende onweersbuien.
Kan ik geraakt worden?
De kans dat de bliksem ons treft is uiterst klein, maar niet onbestaande. Debontridder vergelijkt het met het oversteken van een zebrapad. “Hoogstwaarschijnlijk gebeurt er niets, maar ongelukken gebeuren toch.” In principe ben je in huizen en auto’s veilig. “Bij oude huizen, vooral waar hoge bomen staan die boven het dak uitsteken, is er wel een kans.”
Weerman Dehenauw waarschuwt festivalgangers. “Zij zijn kwetsbaar. Loop bij onweer niet naar het podium en ook niet in een tent. Het veiligst zit je in een auto, en anders maak je jezelf best zo klein mogelijk.”
David Dehenauw Weerman “Loop bij onweer op een festival niet naar het podium of een tent. In een auto ben je veilig, of maak jezelf zo klein mogelijk.”
Luc Debontridder Klimatoloog KMI “Overdag drukkend heet, ’s avonds grijze wolken en gedonder: een typische onweersdag in een Belgische zomer.”
Kunnen we energie halen uit blikseminslagen?
Een enkele ontlading bevat voldoende energie om een lamp van 50 watt een maand te laten branden. Dat is theorie, want in de praktijk is het volgens Debontridder niet mogelijk om energie van inslagen te gebruiken. “Jaarlijks is er gemiddeld één inslag per vierkante kilometer. Maar hoe ga je dat opvangen en vervolgens stockeren? Dat is voorlopig sciencefiction.”
Krijgen we meer onweer door klimaatverandering?
Betrouwbare metingen van voor de jaren negentig zijn er niet. “Toen luisterden, keken en telden waarnemers nog her en der in het land”, zegt Debontridder. Dat het aantal onweersdagen – een dag met minstens één donderslag – sinds het detectiesysteem BELLS is toegenomen, verbaast de klimatoloog dan ook niet. Maar om het aantal onweersdagen te verbinden aan klimaatverandering, daarvoor zijn meer statistieken nodig.