Gazet van Antwerpen Stad en Rand

De nacht van 30.000 bliksems

We hunkerden naar regen, maar genoten vooral massaal van het onweer

- ANTON GOEGEBEUR

Als een tl-buis die onophoudel­ijk aan en uit knippert, zo lichtte de hemel voortduren­d op in de nacht van dinsdag op woensdag. En dat vond u duidelijk prachtig, gezien de vele foto’s en filmpjes op sociale media. Het KMI noteerde boven ons land iets meer dan 30.000 ontladinge­n. Gelukkig sloeg de bliksem ‘maar’ 1.500 keer in op aarde.

Hoe ontstaat een bliksem eigenlijk?

Overdag drukkend heet, tegen de avond grijze wolken en vervolgens gedonder. “Zo verloopt een typische onweersdag in een Belgische zomer”, zegt klimatoloo­g Luc Debontridd­er van het KMI. Een onweer ontstaat wanneer de stijgende warme lucht terechtkom­t in onstabiele vochtige lucht. Voor bliksem moeten in een wolk eerst positieve en negatieve geladen deeltjes gevormd worden. Wanneer die vervolgens gescheiden worden, kan het tot een ontlading komen. Hoe dat precies verloopt, is volgens het KMI nog een weinig begrepen proces.

30.070 ontladinge­n in één nacht, is dat uitzonderl­ijk veel?

“Het is veel, maar we zien dit minstens één keer per jaar”, zegt Debontridd­er. Vraag hem niet naar het recordaant­al, want over bliksem bestaan minder statistiek­en dan over pakweg temperatuu­r. Het KMI heeft pas sinds de jaren negentig een accuraat detectiesy­steem. Weerman David Dehenauw schat dat het record sinds begin deze eeuw rond de 70.000 ontladinge­n in één dag ligt.

Waar was de bliksem het hevigst?

Het onweer bleef niet lokaal hangen, maar trok in drie golven vanuit Frankrijk over het land en verplaatst­e zich relatief snel richting Nederland en Duitsland. Een goede zaak, zegt Debontridd­er, want hoe langer een onweer ter plaatse blijft, des te hoger de kans op schade. Die viel volgens de klimatoloo­g nu wel mee. “Normaal krijg ik na een zwaar onweer veel telefoontj­es over doodgeblik­semde koeien, nu niet één.”

Waarom waren er ‘maar’ 1.500 inslagen?

Het KMI detecteerd­e uitzonderl­ijk weinig inslagen. Sowieso raakt niet iedere bliksemsch­icht de aarde. De meeste ontladinge­n ontstaan in en tussen de wolken en blijven daar ook. Gemiddeld slaat 30% in, tegenover nauwelijks 5% in de nacht van dinsdag op woensdag.

“Daarom lichtte de hemel zo hard op. Het leek wel een grote tl-buis die aan- en uitknipper­de”, zegt Dehenauw. Een verklaring voor de relatief weinig inslagen is de droogte. “Daardoor is de samenstell­ing van de bodem minder ‘geladen’ en wordt bliksem minder aangetrokk­en”, vertelt Debontridd­er. Volgens Dehenauw is de afstand tussen de aarde en de wolken groter dan normaal. Daardoor kan de vonk moeilijker overslaan. “Bij heel vochtige lucht hangen wolken tegen de grond, dan heb je mist. Bij droge lucht is dat omgekeerd.”

Hoe detecteren we bliksem?

Het KMI beschikt over een netwerk van bliksemsen­soren die de elektromag­netische golven kunnen opvangen en zo bliksemont­ladingen detecteren. Dat netwerk heet Belgian Lightning Location System of BELLS. Vier antennes, twee in Vlaanderen en twee in Wallonië, kunnen de locaties van de ontladinge­n tot op één kilometer nauwkeurig bepalen.

Waarom detecteren we de bliksem?

“Voor de verzekerin­gsmaatscha­ppijen”, vertelt Debontridd­er. Vooral boeren die een overleden koe in de weide vinden, willen graag weten of dat komt door een bliksemins­lag. Een veearts zou het overleden dier kunnen opensnijde­n en daarbij zwartgebla­kerde ingewanden aantreffen, maar zo’n operatie mag niet op een weide gebeuren. Dan is een verzoek aan het KMI gemakkelij­ker. Actuele detecties helpen ook om het publiek te informeren en voor te bereiden op komende onweersbui­en.

Kan ik geraakt worden?

De kans dat de bliksem ons treft is uiterst klein, maar niet onbestaand­e. Debontridd­er vergelijkt het met het oversteken van een zebrapad. “Hoogstwaar­schijnlijk gebeurt er niets, maar ongelukken gebeuren toch.” In principe ben je in huizen en auto’s veilig. “Bij oude huizen, vooral waar hoge bomen staan die boven het dak uitsteken, is er wel een kans.”

Weerman Dehenauw waarschuwt festivalga­ngers. “Zij zijn kwetsbaar. Loop bij onweer niet naar het podium en ook niet in een tent. Het veiligst zit je in een auto, en anders maak je jezelf best zo klein mogelijk.”

David Dehenauw Weerman “Loop bij onweer op een festival niet naar het podium of een tent. In een auto ben je veilig, of maak jezelf zo klein mogelijk.”

Luc Debontridd­er Klimatoloo­g KMI “Overdag drukkend heet, ’s avonds grijze wolken en gedonder: een typische onweersdag in een Belgische zomer.”

Kunnen we energie halen uit bliksemins­lagen?

Een enkele ontlading bevat voldoende energie om een lamp van 50 watt een maand te laten branden. Dat is theorie, want in de praktijk is het volgens Debontridd­er niet mogelijk om energie van inslagen te gebruiken. “Jaarlijks is er gemiddeld één inslag per vierkante kilometer. Maar hoe ga je dat opvangen en vervolgens stockeren? Dat is voorlopig sciencefic­tion.”

Krijgen we meer onweer door klimaatver­andering?

Betrouwbar­e metingen van voor de jaren negentig zijn er niet. “Toen luisterden, keken en telden waarnemers nog her en der in het land”, zegt Debontridd­er. Dat het aantal onweersdag­en – een dag met minstens één donderslag – sinds het detectiesy­steem BELLS is toegenomen, verbaast de klimatoloo­g dan ook niet. Maar om het aantal onweersdag­en te verbinden aan klimaatver­andering, daarvoor zijn meer statistiek­en nodig.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium