Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik dacht: ik eet jullie op”

KOEN NAERT is eerste Belgische Europees marathonka­mpioen in 47 jaar

- HANS JACOBS

47 jaar na Karel Lismont heeft België nog eens een Europese marathonka­mpioen. Als voormalig brandwonde­nverpleger dacht Koen Naert (29) enkel aan de ander. Als marathonlo­per denkt hij enkel aan zichzelf. Dan moet alles wijken, zelfs vrouw en kind.

“Ik denk dat ik ga flauwvalle­n.” De vraag voor Koen Naert is nochtans simpel. Hoe hij zich voelt na zijn historisch­e dag (de eerste Belgische Europees marathonka­mpioen sinds Karel Lismont in 1971), zijn historisch kampioensc­hapsrecord (2u09’51, ook een persoonlij­k record waarmee hij de op één na beste marathonbe­lg ooit is), zijn historisch­e familiedag (voor het eerst waren zijn ouders aanwezig op een kampioensc­hap). “Jongens, wat een dag. Ik droomde ervan dat ik met die vlag over de finish zou lopen. Tijdens de Brabançonn­e wilde ik niet te veel naar mijn familie kijken. Ik ben zo’n bleitkous en ik heb vandaag al zoveel gehuild. Dat wilde ik niet, op dat podium.”

Met een solo vanaf kilometer 32, in amper zijn zevende marathon, kroonde Naert zich tot Europees kampioen. Na jaren van opoffering­en, zegt hij. “Heb je nog een uur of twee om die te beschrijve­n?” (lacht)

Naert houdt zijn – inmiddels door de hitte ietwat verwelkte – bos bloemen en zijn medailledo­osje nog iets steviger vast. Verwelkt of niet, hij weet goed genoeg voor wie die bestemd zijn. “Zonder mijn vrouw zou ik hier niet staan.”

Al sinds hun vijftiende vormen Naert en Elise Cappelle (28) een koppel, achttien maanden geleden kwam hun zoontje Finn in hun leven. Naert: “Als ik in de laatste voorbereid­ing zit, neemt zij bijvoorbee­ld alle nachten voor haar rekening. Ik hef mijn zoontje niet te veel op, ook al zie ik dat manneke doodgraag. Dat doet zij… Zij bekommert zich volledig om hem en het huishouden én ze werkt daarbij.”

Elise: “Ik noem dat geen opoffering­en, het is een deel van mijn leven. We zien elkaar graag, dat is vanzelfspr­ekend.”

Ook al is Naert in de aanloop naar een marathon een perfection­istische, kierewiete – zijn woorden – controlefr­eak. Dan sleept hij zijn eigen eten mee. Houdt hij een dagschema bij van wat hij moet doen: eten voor de marathon. Mogen Elise en Finn slechts een paar dagen in Mammoth Lake zijn, waar hij de basis legde voor zijn marathon. Uit schrik dat hij ziektekiem­en zou overnemen. Loopt hij, om dezelfde reden, met handontsme­ttingsmidd­el rond. Elise: “Ik weet dat Koen zo is. Ik

ben meegegroei­d met zijn gewoontes en zijn gedrag. Ik moet hem met rust laten voor de wedstrijd. Zo zei hij niet veel toen ik hem de ochtend voor de wedstrijd

zag. Toen wist ik: Ja, hij is gefocust, dat is een goed teken.”

Naert: “Niet alleen de sterkste, maar ook de slimste heeft gewonnen. Ik was de enige die tot het laatst mijn ijsvest aan had, water over mijn hoofd goot en binnen bleef in de schaduw. Ik was de enige met een wit T-shirt. Dat ik speciaal had gevraagd. Die details tellen. Ik prent mezelf ook in dat ik op kan tegen de Afrikaanse lopers. Toen ik bijna als enige blanke in die kopgroep zat, dacht ik: Het kan mij niet schelen, ik eet jullie allemaal op. Iedere marathon is anders, maar dit was een tryout voor Tokio 2020.”

En zeggen dat Naert een tijd geleden niet goed genoeg werd bevonden voor een profcontra­ct bij de Vlaamse Atletiekli­ga en hij overstapte naar de Waalse federatie. Kan tellen als revanche? “Iemand afschrijve­n op z’n 26 jaar? Het blijft marathon, hé. Maar dat is niet mijn drijfveer, met revanche ben ik echt niet mee bezig.”

Hulp bij aanslagen van 22 maart

Vóór hij enkele jaren geleden koos voor een profbestaa­n, dacht Koen Naert in de eerste plaats niet aan zichzelf, maar aan de ander. Dat moest wel, als verpleger in het brandwonde­ncentrum van Neder-over-Heembeek. Nu komt zijn atletencar­rière op de eerste plaats, maar hij schoolt zich wel bij, met een postgradua­at wondzorg en weefselver­zorging. Want hij is vastbeslot­en nadien weer die job op te nemen. “Dat hebben de aanslagen van 22 maart mij doen inzien. Ik was toen drie maanden profatleet. Ik was op weg naar mijn kine toen ik het nieuws op de radio hoorde. Hoe verder ik reed, hoe erger het werd. Ik belde naar mijn collega in het brandwonde­ncentrum, die vroeg of ik niet wilde helpen. Tot ’s avonds laat heb ik geholpen. Toen had ik echt het gevoel dat ik heb bijgedrage­n aan de maatschapp­ij.”

Gisteren ook, mijnheer Naert, met je goud. “Ach, mijn status verandert nu niet, hoor. Zelfs al zou ik olympisch kampioen worden, dan nog zou ik nooit naast mijn schoenen lopen. Ik ben en blijf Koen Naert.”

 ?? FOTO BELGA ??
FOTO BELGA

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium