Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Kwart van de Vlamingen werkt deeltijds
Vlaanderen bij koplopers van Europa, vakbond waarschuwt voor valkuilen
In de Europese Unie is het aandeel deeltijdwerkers gestegen van 15% in 2002 tot 19% in 2017. Vlaanderen haalt met zijn 25,3% nog lang niet de cijfers van koploper Nederland, waar bijna de helft van de werkende bevolking geen voltijdse werkweek heeft, maar hoort wel bij de landen met de hoogste graad aan deeltijdwerkers. “Al moeten we rekening houden met de valkuilen”, klinkt het bij de koele minnaars.
In 1983 werkten in het Vlaams Gewest nog meer dan negen op de tien werknemers voltijds. Vandaag werkt al meer dan een kwart van de actieve bevolking deeltijds. Arbeidsmarktdeskundige Stijn Baert (UGent) ziet verschillende verklaringen voor de groei van het aantal deeltijdwerkers. “Er zijn maatregelen die de mogelijkheden om parttime te werken enorm uitbreidden en aantrekkelijker maakten. Er is nu ook meer controle op zwartwerk, waardoor meer mannen en vrouwen zich deeltijds lieten inschrijven. Heel wat mensen achten een voltijdse werkweek ook niet meer haalbaar. Voor hen is deeltijds werken soms de ideale oplossing om niet tegen hun limieten aan te lopen.” De professor kijkt ook in de richting van het stijgende aantal werkende vrouwen en nog actieve 50-plussers op onze arbeidsmarkt. Want beide groepen kiezen bovengemiddeld vaker voor een deeltijds stelsel.
De keerzijde
Maar niet iedereen werkt deeltijds omdat hij of zij daar zelf voor kiest, zegt Baert. “Je hebt daarnaast ook een groep werknemers die moeilijk aan een voltijdse job geraken en ongewild deeltijdse jobs uitvoeren en combineren. Zo zijn kansengroepen typisch oververtegenwoordigd in deeltijdse jobs.”
Ook voorzitter van vakbond BBTK Erwin De Deyn is eerder een koele minnaar van deeltijds werken. “We zijn een voorstander van collectieve arbeidsduurvermindering om de balans tussen privé en werk te verbeteren. Aan deeltijds werken zijn valkuilen verbonden. Denk maar aan lagere ziekte-uitkeringen en pensioenen.”
Topman Bart Buysse van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) nuanceert. “In ons land werkt slechts 8,8% van de deeltijdwerkers onvrijwillig parttime. Er zijn in ons land veel systemen die deeltijds werken faciliteren en ‘subsidiëren’.” Buysse denkt daarbij aan tijdskrediet, ouderschapsverlof en loopbaanaanpassing. “Nu is het vooral kijken of er voldoende terugverdieneffect is. Gaan mensen effectief langer werken omdat ze een meer ontspannen loopbaan hebben? Zal de uittreedleeftijd verhogen?”
Maar voor of tegen, het ziet er niet naar uit dat deeltijds werken zal verdwijnen. “Tegen 2050 zal in totaal 60,6% van de werkende vrouwen in ons land deeltijds werken”, klinkt het bij Steunpunt Werk. Bij de mannen is dat volgens die prognoses 30,7%.