Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ze zeggen dat verdriet slijt, maar daar merken wij helemaal niets van”
Ouders overleden Jordie Dom uit Boom plaatsen al 27 jaar een herdenkingsbericht in uw krant
“Elke dag worden we met je wakker. Elke dag gaan we met je slapen. Nooit zijn we ergens zonder jou.” Het herdenkingsbericht voor Jordie Dom (1976-1991) van afgelopen woensdag in uw krant viel op. 27 jaar na zijn dood, snijdt de pijn bij zijn ouders nog even diep.
zijn plotse overlijden op 15-jarige leeftijd op 22 augustus 1991, laten zijn ouders Eddy en Monique Dom-Otto uit Boom ieder jaar een herdenkingsbericht in uw krant zetten op de sterfdag van hun enig kind. Bij dat herdenkingsbericht staat altijd dezelfde foto, de laatste schoolfoto voor zijn overlijden. Maar het tekstje is ieder jaar anders en altijd zeer persoonlijk. Er spreekt maar één ding uit: eindeloos gemis.
Nooit meer dansen
“Ik knip ze uit en bewaar ze in de schuif”, vertelt vader Eddy. “Zolang we leven, willen we dit blijven doen. Voor ons, voor Jordie en misschien om nog vrienden van hem van vroeger te bereiken, dat ze nog eens aan hem denken.”
Verdriet slijt, wordt gezegd. Maar na 27 jaar voelen Monique en Eddy daar niks van. “Alleen ouders die zelf een kind verloren, kunnen dat snappen, denk ik, want in de buitenwereld ervaren wij veel onbegrip. “Zijt ge daar nu nog altijd niet over?”, zeggen veel mensen. “Maar zelfs nu het 27 jaar geleden is, kunnen wij nog altijd geen Nieuwjaar vieren. Wij gaan wel ieder jaar op reis. Maar als de mensen dan gaan dansen, zeggen we: sorry, dat kunnen wij niet meer, en we hebben daar onze reden voor. Soms zijn de mensen heel cru. Als je in je verdriet blijft hangen, kan je je beter ook van kant maken, kreeg Monique al eens te horen.”
Jordie was het enige kind van Monique en Eddy Dom. “En ook het enige kleinkind van mijn ouders”, vertelt Monique. “Mijn vader is van verdriet gestorven. Jordie was zijn oogappel. Mijn moeder leeft nog. De herdenkingsberichten in de krant ondertekenen wij altijd met mama, papa en bomma.”
De manier waarop Jordie letterlijk uit hun leven werd weggerukt, draagt niet bij tot de verwerking. In augustus 1991 was Jordie met zijn school Pius X in Antwerpen een week op Engels taalkamp in Groot-Brittannië geweest. “Het was een dinsdag toen hij om 23u thuis kwam. Ze waren ’s morgens om 4u met de bus in Engeland vertrokken, dus het was normaal dat hij zei dat hij moe was. Jordie had nog goesting in frieten”, vertelt Eddy. “Ik ben met hem langs frituren gereden in de buurt, maar alles was al dicht. ‘Dan zal het iets voor morgen worden kameraad’, zei ik. Maar die morgen kwam niet meer.”
Verdacht overlijden
Toen Monique woensdag om 12u de slaapkamerdeur van hun zoon opende omdat hij wel erg lang bleef liggen, vond ze Jordie dood in bed. “Dat beeld vergeet ik nooit meer. Ik had nog nooit een overleden mens gezien, en dan je zoon zo zien liggen.”
Slachtofferhulp bestond nog niet en omdat Jordie een gezonde jongen van 15 was, werd zijn overlijden eerst als verdacht beschouwd. “Ik werd op mijn werk gebeld en heb de agent voor de deur moeten wegduwen om mijn
zoon nog te kunkelijker nen vasthouden. Daarna werd hij onder onze ogen in een groene zak dichtgeritst, zoals je in de oorlogsfilms ziet. Toen ik een sigaret in mijn auto ging halen, kreeg ik een politieagent mee. De onderzoeksrechter excuseerde zich achteraf wel toen uit de autopsie bleek dat Jordie een natuurlijke dood was gestorven. Maar het is hard om mee te maken. Onze zoon was dood en we werden als misdadigers behandeld.”
Belgisch kampioen
Jordie overleed aan een hartaderbreuk, hoewel hij drie weken eerder als wedstrijdzwemmer nog uitgebreid medisch getest was in het Nottebohmziekenhuis in Antwerpen. “Maar volgens de dokter is zo’n hartaderbreuk niet te voorzien en zijn de nachten het gevaarlijkst. Jordie zwom bij Scaldis. Hij was Belgisch kampioen rugslag, vlinder en crawl en trainde met Sidney Appelboom.”
Monique en Eddy kregen na de autopsie hun zoon niet meer te zien. Hij werd niet opgebaard. Omdat de herinneringen te zwaar wogen, verhuisden ze enkele jaren geleden van Reet naar Boom. “Het kostte heel wat papierwerk, maar we hebben hem laten opgraven en cremeren, zodat Jordie hier nu altijd bij ons thuis is. Het was moeilijk om in Reet te blijven. Mensen wisten niet wat ze tegen ons moesten zeggen.”
Weg levensdoel
Jordie zou nu 42 jaar zijn. “27 jaar geleden stonden we opeens met lege handen en dat gevoel hebben wij nog steeds. Ons levensdoel is weg. Zou het gemakSinds zijn geweest als we nog een kind hadden gehad? Ik weet dat niet. Je hebt dan nog iemand om voor door te moeten gaan. Maar ik herinner me hoe mijn eigen oudste broer op zijn 15de overleden is”, vertelt Eddy. “We woonden in Borgerhout. Het was oorlogstijd, en hij had gezien hoe een blinde kwam aangestapt. Mijn broer wou hem de straat overhelpen, maar ze werden door een V1 geraakt. Mijn moeder is in de tachtig geworden, maar zelfs in haar rusthuiskamer brandde altijd een lampje voor mijn broer. Zij heeft het ook nooit verwerkt, en ze had zes kinderen.”
Eddy en Monique
Ouders Jordie
“Zolang we leven, willen we dit blijven doen. Voor ons, voor Jordie en voor zijn vrienden van vroeger. Dat ze nog eens aan hem denken.”