Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Op het Lisp kan het spoken”
(34) droomt van bekerstunt tegen leider in Proximus League
Na Francs Borains en Eendracht Termien bekert Lierse Kempenzonen een derde keer op een rij op het Lisp. Met Lommel treffen de Pallieters een tegenstander van een heel ander kaliber, maar toch heeft routinier Augusto Da Silva er een goed oog in.
Het bruisende Lierse Kempenzonen leeft in alle rust naar zijn eerste échte bekerclash van het seizoen toe. Terwijl achter de coulissen met het nakende einde van de zomermercato nog werk wordt gemaakt van extra personeel, focust de huidige kern op het treffen met Lommel. De eerste grote afspraak wordt het voor de jongens van coach René Trost, die als underdog aan hun bekeropdracht beginnen. Maar daarom niet minder ambitieus zijn.
Met Lommel treffen jullie de ploeg die vorig weekend voor het oog van meer dan dertienduizend Mechelaars de gedoodverfde titelkandidaat in 1B ging verslaan?
Augusto Da Silva: (Lacht) “Kan je eigenlijk nog een mooiere affiche krijgen? Voor ons is de komst van Lommel één week voor de competitiestart een ideale waardemeter. We zullen meteen weten waar we staan. Lommel is echt wel een heel sterke tegenstander.
Een echte uitdaging.”
Hoe zie je de kansen voor Lierse Kempenzonen om te stunten?
“Ik wil het niet in procenten uitdrukken, maar we moeten gewoon durven te geloven in een goede afloop. De voorbije wedstrijden hebben de fans ons enorm gesteund. Nu zal het enthousiasme nog groter zijn. En dan kan het spoken op het Lisp. We zijn zeker de underdog, maar ik steek niet weg dat we graag nog wat verder zouden bekeren. Het zou een heerlijk geschenk zijn voor de supporters. En het geeft ons de gelegenheid om over een maand een ploeg uit 1A in de ogen te kijken. Zo een kans mag je niet zomaar voorbij laten gaan.”
Minpunt: jullie lijken momenteel nog wel in een groeifase te zitten. Niet onlogisch na nauwelijks vijf weken voorbereiding.
“Dat klopt wel. Er zijn nog een aantal zaken die fel kunnen verbeteren. Zeker in balbezit moeten we nog veel efficiënter worden. We denken binnen onze huidige kern nog te vaak in verschillende snelheden. Ook in de snelheid van uitvoering zitten er nog grote verschillen. Daar moeten we in groeien. Maar het is logisch dat een aantal jongens extra tijd nodig hebben.”
In die context is het niet onlogisch dat het bestuur de kern de komende dagen wellicht nog zal versterken.
“Het is voor niemand slecht mochten er nog enkele jongens de huidige groep komen aanvullen. Zo blijft iedereen scherp. En we zullen alle spelers ook goed kunnen gebruiken. Het belooft een lange en slopende competitie te worden. Een paar extra manschappen is geen overbodige luxe.”
Als 34-jarige kwam je in de oefenmatchen alvast veelvuldig aan de bak. Op eigen vraag of eerder een keuze van de trainer?
“Ik wil iedere keer op het veld staan, daar hou ik van. Ik voel me hier uitstekend en wil de groep graag iets trachten bij te brengen. Hoe meer wedstrijden ik kan spelen, hoe liever ik het heb.”