Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Het leven zoals het is: Pep en co
Docuserie gunt unieke blik in huishouden van kampioen
Wat is het geheim van het succes van Manchester City? Is dat gestoeld op het charisma en intellect van Guardiola, het leiderschap van Kompany of de genialiteit van De Bruyne? Of niets van dat alles? ‘All or Nothing’, een docuserie van acht episodes die een inkijk geeft in het huishouden van vorig seizoen, biedt het antwoord. Van het gevloek van Pep, de leider in De Bruyne tot Kompany de eskimo.
“Ik wil niemand de schuld geven, want iedereen was dit seizoen tot nu toe geweldig. Maar het heeft geen zin als we vanaf de eerste minuut in de tweede helft tonen van: Hier is de bal, duik in onze rug, jullie maken een kans. Als we met dit team willen verdergaan, dan moeten we hard zijn voor onszelf. Eerlijk.” Aan het woord is Vincent Kompany na de 2-3nederlaag tegen stadsrivaal United vorig seizoen. Over “president” Kompany straks meer. Eerst de Pep-talk. Nadat zijn aanvoerder de stilte in de aangeslagen kleedkamer doorbreekt, volgt Yaya Touré en begint ook Fabian Delph zijn beklag te doen: “We stopten met lopen.” Op dat moment grijpt Guardiola in en begint hij met de vingers te knippen. Voor een wedstrijd wil hij een luidruchtige kleedkamer – “Dat wekt de spelers op” – maar nu niet. “Guys, shut up. Please.” Na enkele seconden rumoer: “Het slechtste wat jullie nu kunnen doen, is naar elkaar beginnen te wijzen. Klaag dan over mijn systeem, mijn beslissingen. Ik weet het, verliezen van United is hard. Maar nu mogen we niet alles weggooien wat we dit seizoen hebben gedaan. We moeten samen verder. Samen.”
De kracht van Manchester City zit vervat in dat ene moment: dirigent Pep die als een klokhen waakt over de harmonie van zijn groep solisten. De Catalaan is een meester in het bespelen van zijn groep. Dat David Silva gebukt gaat onder de premature geboorte van zijn zoon, laat hij ook aan de andere spelers voelen. Als hij merkt dat zijn spelers aan de grond zitten na het eerste verlies van het seizoen, benadrukt hij ook al: “Wees een team, wees samen.” Het is de basis van alles: wees broeders van elkaar. De bemoedigende Pep is de vader. Heel lichamelijk ook: knuffels en kussen op training en na de match, van afstandelijkheid is geen sprake. Met als gevolg: een spelersgroep die héél hecht is.
Geen zacht eitje
Daaruit concluderen dat Guardiola een zacht eitje is, zou hij zelf betitelen als “bullsh*t”. Vloeken zit in zijn natuur – met een duidelijke voorkeur voor het f-woord – en emoties vloeien rijkelijk bij de Catalaan. Als hij begint te wijzen, is hij kwaad. Naar collega’s: “Arsène, shut up! Stop met dat geklaag altijd!”. Naar scheidsrechters: “De spelers beschermen, dat is wat jij moet doen.” Maar zeker ook naar zijn spelers. “Ik zal jullie tot het einde verdedigen voor de pers, maar hier zeg ik de waarheid. Keer terug naar de aarde! (aan een speler die buiten beeld staat) Opwarming dient om klaar te zijn. De eerste vier ballen verloor je.” Waarbij Guardiola ook steeds dat wat foutloopt op zichzelf betrekt. “Als jullie mij moeten haten, haat me dan. Ik weet dat sommigen beter spelen als ze boos zijn op mij. Doe dat dan. Maar met je teamgenoten moet je bevriend zijn, met mij maakt dat niet uit.” Van een speech gesproken. Ook tijdens de rust durft hij stevig van leer trekken. “Zitten! Zwijgen! Pis, drink water en relax. Zijn jullie triest? Er is veel triest in de wereld. Ik ben niet goed genoeg, ik weet het. Ik doe mijn best. In de toekomst kunnen jullie de trainer zijn. Geen probleem. Maar nu ben ik de baas. Maar ik heb jullie de eerste dag al gezegd dat ik niet perfect ben.” Want, zo bekent hij eerder ook: “Ik heb niet alle antwoorden. Wanneer ik het niet weet, doe ik tegenover de spelers toch alsof ik het wel weet. Ze moeten geloven dat ik de antwoorden heb zodat ze vol vertrouwen het veld opgaan.” Zich kwetsbaar opstellen, maar tegelijk laten voelen dat hij het voor het zeggen heeft: Guardiola is mens én baas. Daarom houden zijn spelers van hem.
Deejay Magneet
Een veeg uit de pan en af en toe wat bemoedigende woorden, dat volstaat niet. Zijn schoenen van het merk Johan Cruijff, het weinige bijgeloof dat hij zichzelf gunt, evenmin. Pep Guardiola is uiteraard meer. Hij is een voetbalintellectueel. Op training zit hij erbovenop om bij te sturen, te coachen. En op zijn theoriebord schuift hij even vlot met magneetjes als een dj die scratcht. In de
“Ik ben niet perfect en later kunnen jullie zelf coach spelen. Maar nu ben ík de baas. ” Pep Guardiola coach Man City
kleedkamer hangen prints van bolletjes en pijltjes, met specifieke opdrachten per spelers. “Vandaag ga ik niet zeggen of ze met vier of vijf achterin spelen, dat is jullie verantwoordelijkheid”, zegt hij zelfs eens. Op de wedstrijdbesprekingen in het auditorium van Man City is hij zoals de beste bedrijfsleiders: heerlijk to the point.
Een wedstrijd tegen Liverpool? Guardiola schuift op zijn bord, wijst op de looplijnen van Firmino en de ruimtes die achter de defensie vallen. “Dat gebied moeten we verdedigen. Dat is Liverpool. Meer niet. De backs mogen niet oprukken. Vergeet het.” Een wedstrijd herleiden tot één zone, één strijd die moet gewonnen geworden: “That’s the game.”
Het belang van KDB
Het benieuwt ons eigenlijk hoe The Citizens de afwezigheid van Kevin De Bruyne zullen opvangen, want bij de praatjes van Guardiola, in de kleedkamer of aan de zijlijn, valt op hoe vaak hij zich richt tot Kevin De Bruyne.
KDB is het brein van Man City, met voorsprong. “Kevin, hier moet jij straks zijn. Voel de situatie”, vertrouwt Guardiola zijn spelmaker toe tijdens de rust, in een onderonsje aan het magneetbord. Vier minuten later scoort KDB. U raadt al waar. Volgens assistent-trainer Mikel Arteta is De Bruyne vitaal gebleken in het succes van City. Omdat onze landgenoot op sleutelmomenten het vertrouwen uitstraalt om de match zelf te beslissen, in die mate dat de rest van de ploeg diezelfde attitude overnam. “Kevin is verlegen”, aldus Guardiola. “Hij zegt niet veel, maar op het veld is hij helemaal anders. Daar is hij een winnaar. Fysiek is hij zo sterk. Hij kan alles. En hij voelt geen druk. Hij is een van onze aanvoerders, want hij draagt veel verantwoordelijkheid op het veld.”
Als spelbepalende figuur, maar ook door zijn rust in de catacomben is De Bruyne opengebloeid. Kalme Kevin roert zich amper, maar hij is wel de eerste om zijn ploegmaats tot sereniteit aan te manen in de rust van een wedstrijd die op en over het randje gaat. Het valt ook op hoe goed De Bruyne zich voelt in de vriendenbende die City lijkt. Van Gabriel Jesus, die amper Engels spreekt, of troostende woorden voor een zwaar aangetrapte Sané tot Kyle Walker of de materiaalman: De Bruyne kan het met iedereen vinden. En dat gevoel is wederzijds. U moet namelijk weten dat de spelers van City de liedjes van hun supporters kennen. Bij het afscheid van Touré wordt er luidkeels “Yaya Touré” gezongen op de tonen van No Limit van 2 Unlimited. Zo ook met de evergreen “Kevin De Bruyne”, op de tonen van Seven Nation Army. Meermaals gebeurt het dat De Bruyne de match beslist, in de kleedkamer komt en de rest van de ploeg begint te springen en zijn naam te zingen. En dat gebeurt heus niet bij alle andere spelers.
Koning Vince
Agüero is de gereserveerde doelpuntenmaker, John Stones is de lolbroek die op een dag om god weet welke reden in een konijnenpak opduikt, De Bruyne de stille motor, David Silva de gevoelige strateeg, Fabian Delph de vuilgebekte lad. Maar the leader of the pack blijft toch Vincent Kompany, de man die zijn ploegmaats meeneemt voor een middagje paintballen. Ondanks zijn vele blessures is hij voortdurend aanwezig in de kleedkamer en op wedstrijden. Een jonkie in de kern, Zinchenko, vertelt hoe hij op zijn eerste dag op zijn gemak werd gesteld door Kompany. En volgens Bernardo Silva moet onze landgenoot president worden, zo goed kan hij speechen. Kompany is een icoon bij City. Plaatselijke schoolkinderen onderricht hij over Nelson Mandela en over de tijd dat hij bij City arriveerde, tien jaar geleden. “Boksen was moeilijk, want in de fitness lag toen slechts één handschoen. En ook naar het toilet gaan was lastig. Want het toilet had geen deur.”
Dat is vandaag nauwelijks voor te stellen in het hypermoderne trainingscomplex. Zo is er een kamer voor revalidatietrainingen bij 35 graden, 75 procent vochtigheid en het equivalent van 3.200 meter hoogte. Zuurstof is schaars, maar het lichaam herstelt wel in omstandigheden die anders niet mogelijk zijn. Ook aanwezig is een hok voor cryotherapie, een soortement stoombad maar dan bij 130 graden Celsius onder nul. Net als ijsbaden bedoeld om ontstekingen tegen te gaan en het lichaam beter te doen herstellen. Wanneer Kompany erin kruipt, eist hij dat de materiaalman meegaat. Grappig, net als de beelden van Kompany die met familie kijkt hoe United verliest, waardoor City zonder te spelen kampioen wordt. De schoonvader van Kompany lacht groen. Hij is United-fan en draagt zelfs een shirt uit 1999, toen Man U de treble won. “Weet je wat dit is?”, wijst hij triomfantelijk naar de 1999 op zijn borst. “Ja”, lacht Kompany. “Dat is het bewijs dat je in het verleden leeft.”
Het is met die humor dat Vincent Kompany nog steeds zijn status bij Manchester City claimt. Wanneer Guardiola komt vertellen dat de medische staf op het einde van het seizoen is verkozen tot de beste van de hele Premier League, werpt Kompany meteen tussen: “En ik was hun beste klant.” Gelach. One big happy family, met Pep als papa en Kompany als oudste zoon, zoals ook al bleek in de zwijgende kleedkamer na die nederlaag tegen Manchester United. Het leven zoals het was, vorig seizoen.