Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik kan deze proloog winnen. Zeker weten”
Tweevoudig Europees kampioen Victor Campenaerts mikt op eerste World Tourzege
Als het aan Victor Campenaerts ligt, hebben we vandaag in Malaga, 17 jaar na Rik Verbrugghe in de Giro, eindelijk nog eens een Belgische proloogwinnaar van een grote ronde. “Dan zou ik al mijn doelen van het seizoen voor elkaar hebben”, zegt de Antwerpenaar. De tweevoudige Europese kampioen tijdrijden geeft vijf redenen aan waarom hij zijn eerste World Tourtijdritzege kan pakken. 1. Kans komt uit de lucht vallen
“Ik stond eerst niet op het blad van Lotto Soudal voor de Vuelta. Er was zelfs niet voldoende tijd om een rode fiets te spuiten voor het geval dat ik de tijdrit ook effectief zou winnen. In de Giro was dat anders. Nog voor ik mijn handtekening onder het contract van mijn nieuwe werkgever zette, zeiden ze me: Victor, je gaat naar de Giro. Nu had ik meteen na de Giro gezegd: Ik wil na het Belgisch kampioenschap op hoogtestage, rij dan het EK, de Binck Bank Tour en de Ronde van Groot-Brittannië in aanloop naar het WK. In de ploeg klonk het: Akkoord, je bent een man met een plan!”
“Tot ik er op hoogtestage voor het EK achter kwam dat de individuele tijdrit in de Ronde van Groot-Brittannië vervangen was door een ploegentijdrit. Ik dacht: Shit, hier zit ik nu met mijn plan. Ik babbelde er direct over met Mario Aerts, de vaste ploegleider voor de Vuelta. Ik begreep dat de acht namen al lang vastlagen. Maar in Ardooie, tijdens de Binck Bank Tour, zeiden ze me dat Tomasz Marczynski niet hersteld was van de Tour. En of ik zin had om zijn plaats in te nemen. Wacht dat je? Ik was heel content.”
2. Gevaarlijk parcours hertekend
“Ik wist waar ik zou terechtkomen. Ik had deze lus al in april verkend toen ik hier op stage was op de Sierra Nevada in voorbereiding op de Giro. Ik vloog vanuit Malaga naar huis en dacht: Waarom niet eens die proloog verkennen, je weet maar nooit. Maar toen was het parcours anders. Die klim was 500 meter langer, door een woonwijk heen. Daarna volgde een levensgevaarlijke afdaling. Op een wandelpad, vijftien procent naar beneden, supersmal. Hadden ze het zo gelaten, er zouden er minstens tien vallen. Goed dat ze het nog hertekend hebben. Nu is het een mooi rondje. De klim is een kleine kilometer lang. Daarna volgt een afdaling en nog twee vlakke kilometers op brede boulevards.”
3. Speciale fiets met één kettingblad
“Ik heb een speciale fiets met vooraan één kettingblad van zestig tanden. Dat is het resultaat van veel brainstormen met constructeur Ridley. Ik denk dat er nog een winstmarge is met één
kettingblad vooraan. Dan is die derailleur vooraan weg en da’s opnieuw een klein beetje minder luchtweerstand. Bij de meeste frames kan je met een derailleur vooraan niet met een groter blad dan met 58 tanden rijden, want ze kunnen die derailleur niet hoger zetten. Het is een heel mooie fiets.”
“Ik wilde al langer met één kettingblad rijden, maar je kan niet van de mecaniciens verlangen dat ze die fiets snel ombouwen. Mijn exemplaar van Malaga is niet geschikt voor de tweede tijdrit in deze Vuelta. Vandaar dat ik ook een andere bij heb.”
“Vorig jaar werd Mikkel Bjerg met één kettingblad wereldkampioen bij de beloften in Bergen. Hij had de voorste derailleur laten weghalen, had maar één van de twee kettingbladen laten monteren, maar die tandjes waren niet zo hoog als die van mij. Onderweg viel de ketting af en al rijdend heeft hij die erop gelegd. Bij de profs is zo’n vertraging in een proloog dodelijk.”
4. Tegenstand minder dan in Giro
“Ik denk dat ik op papier meer kans maak dan in Jeruzalem, waar ik met 1 seconde en 39 honderdsten verloor van Dumoulin. Op Primoz Roglic na waren toen alle tijdrijders aan- wezig. De bezetting hier is iets minder. De voornaamste concurrent is Rohan Dennis, die in Israël vier honderdsten sneller was. Ook Michal Kwiatkowski is een kandidaat. Ik denk dat Peter Sagan op zo’n korte omloop een outsider is die kan verrassen. Voor Porte is het parcours misschien iets te explosief. Kelderman is een goede tijdrijder en is heel licht om dat klimmetje op te rijden. Al vrees ik dit obstakel niet. Ik denk dat ik heel sterk ben in het bergop rijden met een tijdritfiets. In de afdaling denk ik dat er iemand rapper zal rijden dan ik, zittend op de buis. Misschien kan ik daar een beetje recupereren voor de laatste twee kilometer. Wie daar het minst kraakt, is de winnaar.”
5. Seizoensdoelen zijn binnen bereik
“Mijn seizoen is nu al goed, maar nog niet af, ook al heb ik de Belgische en de Europese trui. Ik had dit jaar twee doelen: een trui en een World Tourtijdrit winnnen. Die truien zijn goed voor de moral, zo hoef ik niet in een gewone merkentrui een tijdrit te rijden. In de World Tourtijdritten werd ik al tweede, derde en vierde. Alleen in de Tirreno en de tweede Girotijdrit (elfde, red.) zat ik buiten de top vijf. Als je al die inspanningen op hoogtestage doet en niet gelooft dat je kan winnen, dan push je jezelf niet tot over de limieten. Ik denk dat ik deze Vueltaproloog kan winnen. Zeker weten. En die snor blijft dan wel staan. Misschien gaat hij eraf als ik wereldkampioen word, maar dat is niet voor dit jaar. Daarvoor is Innsbruck net te lastig.”
“Als ik win, blijft mijn snor staan. Misschien gaat hij eraf als ik wereldkampioen word, maar dat is niet voor dit jaar.” Victor Campenaerts