Gazet van Antwerpen Stad en Rand
22 jaar en al pleegmama
Maartje Van Neygen, dochter van Erik en Sanne, is pleegouder van 13-jarige jongen
Ze is pas 22, maar Maartje Van Neygen heeft sinds enkele maanden een pleegzoon van 13. Jonas* was een van haar leerlingen en zocht al meer dan twee jaar opvang, zij voelde zich al jaren klaar om mama te worden. Het werd een match. “Het voelt alsof hij mijn zoon zou kunnen zijn. Hij is deel van de familie en we knuffelen vaak.”
“Jonas zat vorig schooljaar in mijn klas. Een lief, verlegen kind. Het was moeilijk om hem níét graag te zien. Toen ik hoorde dat hij al meer dan twee jaar op een wachtlijst stond om pleegzorgers te vinden, heb ik meteen impulsief gereageerd. Maar ik heb nog geen seconde spijt gehad.”
Pas 22 is ze, Maartje Van Neygen. Maar voor wie twijfelt: ze zit enkele stappen voor op de meeste van haar leeftijdsgenoten. De dochter van het muzikale koppel Erik en Sanne geeft les in het buitengewoon onderwijs, en leerde daar haar dertienjarige pleegzoon Jonas kennen. Een jongen die gretig in het leven staat, maar moest opboksen tegen een moeilijke thuissituatie.
Samen stapten ze in een systeem van ondersteunende pleegzorg: Jonas zit tijdens het schooljaar op internaat, maar verblijft tijdens de weekends en vakantieperiodes bij haar. “Het is een tijdelijk systeem en kan worden stopgezet als een van de partijen het niet meer ziet zitten. Maar het kan net zo goed jaren doorgaan. En dat mag.”
Toen Jonas de eerste weekends kwam logeren, was Van Neygen nog zijn juf. “Dat werd nooit onwennig. In het bui- tengewoon onderwijs heb je een speciale band met je leerlingen. Je bent hun coach en vertelt ook over je persoonlijke leven, dat werkt zo. Maar Jonas heeft zijn vriendjes pas over onze situatie verteld toen het schooljaar erop zat. ‘Maar allee, toch niet bij de juf!’, reageerden ze lacherig. Maar algauw draaiden ze bij. Wij zouden ook voor juf Maartje kiezen. En mij geeft het meer structuur in mijn leven. Al is het even opkijken als je ineens iemand op je vaste plaats aan de keukentafel ziet zitten.”
Cursussen en vragenlijsten
Van Neygen voelde zich “al heel snel klaar om mama te worden”. “Pas 18, 19 jaar was ik. Dat verlangen brandde hevig. Maar toen mijn vriend en ik vorig jaar uit elkaar gingen, besefte ik: het zit er de eerste jaren niet in. Want ik wil een man voldoende kennen vooraleer ik die stap zet, en zelfs na een relatie van drie jaar had ik dat gevoel nog niet bij mijn ex. Net dan vond ik een hoop folders over pleegzorg in mijn postvakje op school. Enkele leerlingen hadden die stapel moeten ronddragen, maar hadden er zich makkelijk van afgemaakt.”
Voltijds pleegzorger worden leek Van Neygen als alleenstaande te in- tensief. Maar ze had in haar woning nog een kamer vrij en – zoals ze het stelt – “plaats in haar hart”. Aanvankelijk zocht ze een pleegkind tussen vier en tien jaar, maar toen was Jonas daar. “Vergis je niet, de voorwaarden om in te stappen zijn talrijk. Ik ben geruime tijd elke week naar vormingsavonden moeten gaan. Ik heb rollenspellen gespeeld en een draaiboek opgesteld over hoe ik opvoeding zie. Lange vragenlijsten ingevuld ook, over wanneer ik kwaad word. Er waren uitgebreide gesprekken en heel m’n familie is onder de loep genomen. Ik ben een open persoon, maar dat was even slikken.”
Puberen
Dan blijft er nog het leeftijdsverschil. Met amper negen jaar is dat best klein. “Maar Jonas is sociaal en emotioneel pas tien. Als hij mensen ziet kussen, zegt hij nog jakkes. Al merk ik wel dat hij stilaan pubert. Wanneer ik hem vraag om op te ruimen, is dat al eens met een zucht. Ja, ma. (lacht) Maar ik zie daar niet tegenop. Zoals elk ander kind heeft ook hij recht op een lastige puberteit. Zolang hij maar weet dat ik hem daarvoor nooit in de steek zal laten.”
Maar, benadrukt ze: “Het belangrijkste is dat het voelt alsof hij mijn zoon zou kunnen zijn. Hij ziet mij ook als een moederfiguur, en mijn ouders noemen zich al oma en opa. Hij is deel van de familie en we knuffelen vaak. Ja, ik wil nog een kind van mezelf, en ja, ik schrik zo misschien toekomstige partners af. Maar dit is zó hard een deel van mezelf. Als een man dat er niet kan bijnemen, wordt het sowieso niets. En intussen komen er vaak mannelijke vrienden over de vloer. Zo leert Jonas nu al dat hij mijn aandacht moet delen.”
Maartje Van Neygen
Pleegmama
“Het belangrijkste is dat het voelt alsof hij mijn zoon zou kunnen zijn. Hij ziet mij ook als een moederfiguur, en mijn ouders noemen zich al oma en opa.”